Details





Titel:

14 JANUARI 2021. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering met bijzondere machten nr. 2020/049 betreffende de organisatie op digitale wijze van de procedures met betrekking tot de interne en externe selectie van het personeel voor de overheidsdiensten en de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijke Gewest (NOTA : bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij ORD2021-07-15/02, art. 4)



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. § 1. De procedures met betrekking tot de interne of externe selectie van het personeel voor de overheidsdiensten en de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kunnen geheel of gedeeltelijk op digitale wijze worden uitgevoerd. De kandidaat die onmogelijk een proef of proeven van de betrokken procedure op digitale wijze kan uitvoeren mag aan de organisator vragen om de selectie ter plaatse af te leggen. De organisator mag dit weigeren indien deze aanvraag niet is gegrond. Het gaat meer bepaald om de volgende procedures:
  - Aanwerving van een contractueel personeelslid;
  - Aanwerving van een statutair personeelslid;
  - Mutatie;
  - Bevordering;
  - Intraregionale mobiliteit;
  - Externe mobiliteit;
  - Selectie van mandaathouders.
  § 2. De modaliteiten inzake de organisatie van de procedures op digitale wijze zullen aan de kandidaat worden meegedeeld aan het begin van de procedure. Deze modaliteiten dienen minstens, voor iedere procedure:
  - Het aantal personen vermelden die aanwezig zullen zijn als lid van de jury of als observator;
  - Beroep te doen op technische beveiligde methodes waarvoor geenszins het verwerken van persoonsgegevens nodig is - met uitzondering van de gegevens nodig voor de procedure in kwestie - en die een echt collegiaal overleg, met mogelijkheid tot stemming en een objectieve selectieproef garanderen, met inbegrip van de mogelijkheid om de kandidaat optimaal te ondervragen;
  - Te voorzien dat de dossiers van alle kandidaten ter beschikking worden gesteld van elke persoon die deelneemt aan de deliberatie.

Art.2. § 1 De dienst HR kan de beslissing nemen om de administratieve procedures met betrekking tot een personeelslid geheel of gedeeltelijk op digitale wijze te organiseren, behalve in het geval van een gemotiveerd verzet van het personeelslid.
  De autoriteit moet ervoor zorgen dat het betrokken personeelslid beschikt over de technische middelen om deel te nemen aan de betrokken digitale procedure. Indien dit niet het geval is, wordt het nodige materiaal ter beschikking gesteld.
  De procedures bedoeld in het eerste lid zijn de volgende:
  - Functiegesprekken;
  - Gesprekken in het kader van de evaluatie;
  - Gesprekken in het kader van een stage;
  - De gesprekken met als doel de ambtenaar in disponibiliteit wegens ambtsontheffing in het belang van de dienst te stellen;
  - De gesprekken in het kader van de tuchtvordering en de schorsing in het belang van de dienst;
  - De ambtshalve mutatie;
  - De herplaatsing;
  - Zittingen van de gewestelijke kamer van beroep, onverminderd het huishoudelijk reglement.
  § 2. De modaliteiten inzake de organisatie van administratieve procedures op digitale wijze worden gecommuniceerd aan het personeelslid voor aanvang van de procedure.
  Deze modaliteiten dienen minstens, voor iedere procedure:
  - Het aantal personen aanwezig in de jury of als observatoren te vermelden;
  - Gebruik te maken van beveiligde technische processen waarbij persoonsgegevens - met uitzondering van deze die noodzakelijk zijn voor de procedure - niet worden verwerkt en die het bestaan van een echte discussie tussen het personeelslid en de vertegenwoordiger van de instelling garanderen;
  - Te voorzien dat het dossier van het personeelslid op een beveiligde manier ter beschikking wordt gesteld van iedere persoon die hierover dient te beschikken;
  - Betreffende de tuchtprocedures: dezelfde rechten te garanderen aan het personeelslid als de rechten voorzien in het kader van een procedure in fysieke vorm.

Art.3. De in dit besluit bedoelde procedures die op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit besluit lopen, kunnen in digitale vorm worden voortgezet, behalve wanneer een kandidaat of de dienst die verantwoordelijk is voor de organisatie van de procedure of de proef dit onmogelijk acht.

Art.4. Voorliggend Besluit is van toepassing voor een duurtijd van 2 maanden vanaf de datum van haar inwerkingtreding.

Art.5. Onderhavig besluit treedt in werking op de dag van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Art. 6. De Minister bevoegd voor het Openbaar Ambt en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp wordt belast met de uitvoering van dit besluit.