21 JANUARI 2021. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van bijzondere machten nr. 46 tot vaststelling van de maatregelen tot sluiting van scholen om redenen die verband houden met de gezondheidscrisis COVID-19 en tot vaststelling van een procedure voor de goedkeuring van bijzondere maatregelen op lokaal niveau met betrekking tot de organisatie van het schoolleven (NOTA : bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij BFG 462021-01-21/09, art. 3)
Art. 1-7
Artikel 1. In het kader van de COVID-19-pandemie kunnen de inrichtende machten in een van de volgende gevallen beslissen tot gehele of gedeeltelijke sluiting van een schoolinrichting die leerplichtonderwijs verstrekt of ervan akte nemen:
1° indien de voortzetting van de onderwijsactiviteiten onmogelijk is wegens het aantal afwezige personeelsleden;
2° indien de gezondheidssituatie dit vereist.
In het geval bedoeld in het eerste lid, 1°, wordt de sluiting beslist na overleg met de lokale sociale overlegorganen, om na te gaan of het onmogelijk is om lessen te organiseren wegens het aantal personeelsleden dat afwezig is om redenen die verband houden met de gezondheidscrisis van COVID-19 en het ontbreken van een alternatieve oplossing.
In het geval bedoeld in het eerste lid, 2°, wordt de sluiting geregistreerd op basis van het advies van de diensten voor gezondheidsbevordering van de school.
Art.2. In het kader van de COVID-19-pandemie kunnen de burgemeesters op lokaal niveau specifieke maatregelen nemen met betrekking tot schoolinrichtingen in het kader van de leerplicht of schoolinrichtingen voor secundair kunstonderwijs met een beperkt leerplan op basis van, enerzijds, een risicobeoordeling op lokaal niveau door de "Risicobeoordelingsgroep (RAG)" als bedoeld in artikel 7 van het protocol dat op 5 november 2018 is gesloten tussen de federale Regering en de in de artikelen 128 bedoelde overheden, 130 en 135 van de Grondwet, tot vaststelling van de algemene structuren voor het sectorale beheer van gezondheidscrises en de wijze van functioneren daarvan voor de toepassing van de Internationale Gezondheidsregeling (2005) en Beslissing nr. 1082/2013/EG inzake ernstige grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid of door een andere instantie die de "Groep risicobeoordeling" (RAG) opvolgt, naargelang het geval, en, anderzijds, op basis van een analyse van de gezondheidssituatie in de betrokken onderwijsinstellingen.
Alvorens een beslissing te nemen, roept de burgemeester een advieseenheid bijeen die bestaat uit de lokale crisiseenheid die is uitgebreid tot:
1° een vertegenwoordiger van de diensten voor gezondheidsbevordering van de school, met uitzondering van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan;
2° de vertegenwoordigers van WBE en/of de inrichtende machten (eventueel vertegenwoordigd door hun federatie van inrichtende machten) van de op het grondgebied van de gemeente gelegen vestigingen;
3° de vertegenwoordigers van de vakbondsorganisaties waarvan de leden in de scholen werken op het grondgebied van de gemeente;
4° de vertegenwoordigers van de ouderverenigingen of representatieve organisaties van ouderverenigingen van de betrokken scholen, behalve in het geval van artistieke vorming met beperkt leerplan.
Er kan ook een vertegenwoordiger van het Waalse Agentschap voor Gezondheid, Sociale Bescherming, Gehandicapten en Gezinnen of van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden uitgenodigd.
De burgemeester stuurt de voor het leerplichtonderwijs bevoegde Minister per e-mail naar enseignement.coronavirus@gov.cfwb.be, het ontwerp van de beoogde maatregel en het advies van de in lid 2 bedoelde eenheid.
Binnen drie schoolwerkdagen, in de zin van artikel 1.3.1-1, 42°, van het Wetboek van basis- en secundair Onderwijs, na ontvangst van het ontwerp, brengt de Minister bevoegd voor de leerplicht een advies uit over de ontwerpmaatregel en stuurt het aan de burgemeester, alsook naar de gewestelijke toezichthoudende overheid en de gouverneur van de betrokken provincie of, in voorkomend geval, naar de hoge ambtenaar van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Art.3. In het kader van de COVID-19 pandemie kan alleen een beslissing die is genomen overeenkomstig de artikelen 1 en 2, wanneer deze leidt tot schorsing van de lessen, worden beschouwd als een "geval van overmacht" in de zin van artikel 1.9.1-4 van voornoemd wetboek, en moeten de lessen dus worden hervat indien de Minister van Leerplichtonderwijs overeenkomstig artikel 2 van oordeel is dat de schorsing van de lessen geen geval van overmacht is en dat het niet mogelijk is geweest om pedagogische ondersteuning te bieden aan de leerlingen.
Art.4. In afwijking van artikel 1.7.3-1, § 3, van het wetboek van basis- en secundair onderwijs wordt de termijn van 30 schoolwerkdagen vanaf de datum van de ingebrekestelling waarin de inrichtende macht wordt verzocht de overtreden bepaling(en) na te leven en de wettigheid te herstellen, tot 10 schooldagen herleid in het geval van een overtreding van artikel 1.
Art.5. In geval van sluiting zorgt de inrichtende macht of de directeur van de schoolinrichting voor leerplichtonderwijs er zoveel mogelijk voor dat de school wordt gesloten:
- dat de leerlingen op afstand pedagogisch worden ondersteund, in functie van het personeel dat tot zijn beschikking blijft en met inachtneming van de regels inzake de verantwoordelijkheid van de personeelsleden;
- voor het basisonderwijs en in overeenstemming met het personeel dat in de klas beschikbaar is, een opvang te organiseren, die ten minste bestemd is voor leerlingen waarvan de ouders werken in een sector waarin de activiteit in de klas wordt uitgeoefend en die geen andere middelen hebben om hun kinderen toe te vertrouwen.
De inrichtende macht of de schoolleiding stelt de Regeringsdiensten onverwijld in kennis van de sluiting door middel van het elektronische formulier dat beschikbaar is op de volgende link:
https://forms.office.com/Pages/ResponsePage.aspx?id=0rVWFO7QJUKRD7U-PzG21scb3uWn4GZEq3z_8RQ9noJURUJOOERBTU1OQTA0WkxUWjNDUjU3UDdVWi4u ;
De inrichtende macht of de schoolleiding stelt ook de Federatie van inrichtende machten waar zij is aangesloten in kennis van de sluiting.
Art.6. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, tot 30 juni 2021.
Art. 7. De Minister van Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.