12 NOVEMBER 2021. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van de artikelen 101 tot 103 en 109 van het decreet van 8 februari 2018 betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen, met betrekking tot de informatie- en raadgevingsplicht van kinderbijslagfondsen
Art. 1-6
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, aangelegenheden bedoeld in artikel 128, § 1, ervan.
Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1) het Agentschap: het "Agence wallonne de la santé, de la protection sociale, du handicap et des familles" (Waals Agentschap voor gezondheid, sociale bescherming, handicap en gezinnen), bedoeld in artikel 2 van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid;
2) Kinderbijslagfondsen: een privé-kinderbijslagfonds dat erkend is krachtens artikel 56 van het decreet van 8 februari 2018 of het "Caisse publique wallonne d'allocations familiales" (Waals Openbaar Kinderbijslagfonds) ingesteld krachtens artikel 23 van het decreet van 8 februari 2018;
3) het Handvest: wet van 11 april 1995 tot invoering van het "handvest" van de sociaal verzekerde;
4) het decreet van 8 februari 2018: het decreet van 8 februari 2018 betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen;
5) AKBW: de algemene kinderbijslagwet van 19 december 1939.
Art.3. § 1. Voor de toepassing van artikelen 101, lid 3, en 109, lid 5, van het decreet van 8 februari 2018 worden de gegevens die de kinderbijslagfondsen langs elektronische weg aan het Agentschap meedelen met het oog op de uitvoering van zijn taken, alsmede de verwerking ervan, in bijlage bij dit besluit vermeld.
Voor de in lid 1 bedoelde overdracht van gegevens hebben de gegevens betrekking op de situatie op 31 december en worden op 1 maart van het volgende jaar overgemaakt.
In afwijking van lid 2 hebben de gegevens over het kraamgeld en de adoptiepremie betrekking op het ganse jaar.
§ 2. Als lid van het primaire netwerk van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid verzamelt het Agentschap de volgende gegevens van de kinderbijslagfondsen langs elektronische weg:
1) de statusgegevens tijdens het referentiejaar, namelijk:
a) het jaar waarin er voor het kind recht op kinderbijslag is;
b) de begin- en einddatum van de periode waarin recht op kinderbijslag is: de begin- en einddatum van het bestaan van een recht op kinderbijslag voor het kind;
c) het INSZ van het rechtgevend kind;het INSZ van de begunstigden of bijslagtrekkenden;
d) de vermelding van de hoedanigheid van de begunstigde(n):
e) de aanwijzing van de hoedanigheid van de begunstigde(n) : de code waarmee een ouder of het kind wordt aangeduid als de begunstigde een externe persoon is;
2) de maandelijkse gegevens in verband met de betalingen van kinderbijslag aan begunstigden, inclusief:
a) het referentiejaar: het jaar waarvoor er voor het kind recht op kinderbijslag is;
b) de begin- en einddatum van de periode waarin recht op kinderbijslag is: de begin- en einddatum van het bestaan van een recht op kinderbijslag voor het kind;
c) het INSZ van het rechtgevend kind;
d) het INSZ van de begunstigden of bijslagtrekkenden;
e) het theoretisch verschuldigde bedrag per maand, verdeeld op basis van de verschillende onderdelen;
f) de aanduiding of het gaat om kinderbijslag in het kader van het overgangsstelsel (kinderen geboren tot en met 31 december 2019) of om kinderbijslag in het kader van het nieuwe stelsel (kinderen geboren vanaf 1 januari 2020);
g) de maand van betaling;
h) het werkelijk uitbetaalde nettobedrag per maand van betaling.
§ 3. Het Agentschap kan op gerichte wijze de kinderbijslagfondsen verzoeken om een verslag uit te brengen over een project of bepaalde gegevens.
Art.4. § 1. Voor de toepassing van artikel 3, lid 1, en artikel 4 van het Handvest en artikel 102, lid 2, wordt onder nuttige informatie verstaan alle inlichtingen die de sociaal verzekerde in het kader van zijn aanvraag duidelijkheid kan verschaffen omtrent zijn individuele situatie wat het recht op gezinsbijslagen betreft: over de voorwaarden voor toekenning en behoud van gezinsbijslagen, de elementen die in aanmerking worden genomen voor de vaststelling van het bedrag ervan, het verzenden van een herinneringsbrief aan de sociaal verzekerde om de ontbrekende gegevens een tweede maal op te vragen, de mogelijkheid om een ministeriële afwijking te verzoeken en de contactgegevens van de personen die aanvullende informatie kunnen verstrekken.
§ 2. Het Agentschap bepaalt de minimuminformatie die in de informatiebrieven opgenomen moet worden.
Het Agentschap stelt regelmatig bijgewerkte documenten op waarin de rechten en plichten van de sociaal verzekerden beschreven worden die de kinderbijslagfondsen moeten toepassen. Deze documenten zijn kosteloos beschikbaar voor de sociaal verzekerden op de daartoe voorziene website van het Agentschap.
Art.5. Krachtens artikel 4 van het Handvest en artikel 103, lid 2, van het decreet van 8 februari 2018 zijn de kinderbijslagfondsen verplicht om elke sociaal verzekerde spontaan en zonder voorafgaand verzoek advies te verstrekken over de uitoefening van zijn rechten, de mogelijke gevolgen van een bepaalde beslissing of situatie en over de vervulling van zijn plichten en verplichtingen.
Art.6. De Minister bevoegd voor gezinsbijslagen is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N.(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 23-12-2021, p. 123563)