29 OKTOBER 2021. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van een deontologische code zoals bedoeld in artikel 4, § 1, eerste lid van de wet van 14 augustus 2021 betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie
HOOFDSTUK I. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Belangenverklaring
Art. 2-4
HOOFDSTUK III. - Deontologische code
Afdeling 1. - Toepassingsgebied en doel
Art. 5
Afdeling 2. - Deontologische regels
Art. 6-12
HOOFDSTUK IV. - Controle op de naleving van de deontologische code
Art. 13-15
BIJLAGE.
Art. N
HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° deskundige : elke persoon die inhoudelijk betrokken is bij het uitbrengen van wetenschappelijke adviezen, voorstellen, aanbevelingen of besluiten in het kader van een epidemische noodsituatie, zoals gedefinieerd in artikel 2, 3° van de wet van 14 augustus 2021 betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie;
2° orgaan: een orgaan geraadpleegd in het kader van het crisisbeheer;
3° belangenverklaring : een verklaring op erewoord waarmee de deskundige het bevoegde orgaan in het kader van het crisisbeheer, inlicht over alle activiteiten van de afgelopen drie jaar die verband houden met de activiteiten van dat orgaan;
4° belangenconflict: de situatie waarin de belangen van een deskundige, de conclusies van een orgaan zou kunnen beïnvloeden met het oog op het ontlenen van een direct of indirect belang.
HOOFDSTUK II. - Belangenverklaring
Art.2. Overeenkomstig artikel 4, § 1, eerste lid van de wet van 14 augustus 2021 betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie, moet elke deskundige die in de gevallen zoals bepaald in het voormelde artikel 4, § 1 wordt geraadpleegd, een belangenverklaring invullen.
De belangenverklaring wordt bijgewerkt in functie van wijzigingen die zich voordoen.
Art.3. § 1. Het model van belangenverklaring is opgenomen als bijlage.
§ 2. Indien het betrokken orgaan reeds beschikt over een belangenverklaring waarvan de inhoud minstens overeenstemt met het model als bijlage, dan kan het bestaande model worden behouden in afwachting van een eventuele latere aanpassing die steeds minimaal de inhoud van het model in bijlage dient te respecteren.
Art.4. § 1. De belangenverklaringen van de deskundigen van een orgaan worden bewaard door het secretariaat van dat orgaan, onder toezicht van de leidend ambtenaar of de verantwoordelijke van de instelling waartoe het orgaan behoort.
De belangenverklaringen kunnen door het orgaan online worden geplaatst en kunnen worden opgevraagd in het kader van de openbaarheid van bestuur.
§ 2. In geval van een belangenconflict kan het orgaan beslissen dat een deskundige niet kan zetelen of niet kan worden geraadpleegd.
HOOFDSTUK III. - Deontologische code
Afdeling 1. - Toepassingsgebied en doel
Art.5. De deontologische code heeft tot doel de deontologische regels te definiëren die door elke deskundige moeten worden nageleefd.
Afdeling 2. - Deontologische regels
Art.6. De deskundige dient zich respectvol te gedragen. Dit betekent dat de mening van elke andere deskundige van het orgaan alsook het advies van het orgaan moet worden gerespecteerd.
Art.7. § 1. De geraadpleegde deskundigen laten zich bij het vervullen van hun opdracht leiden door de volgende beginselen: belangeloosheid, integriteit, transparantie, zorgvuldigheid, eerlijkheid, zin voor verantwoordelijkheid en collegialiteit.
§ 2. De deskundigen proberen in de mate van het mogelijke in consensus een advies uit te brengen. Indien een deskundige zich niet achter de consensus kan scharen, dient deze zijn of haar standpunt te verantwoorden en wordt dit als minderheidsstandpunt in het advies opgenomen.
Art.8. § 1. Bij externe communicaties is de deskundige onderworpen aan een geheimhoudingsplicht over de wijze waarop de werkzaamheden in het orgaan zijn verlopen.
§ 2. De deskundige dient zich bovendien te onthouden van elke verklaring in het openbaar die de geloofwaardigheid van de adviezen van het orgaan zou kunnen ondermijnen of aantasten.
§ 3. Een deskundige die een publicatie of communicatie wenst te doen die verband houdt met de opdracht die hij of zij uitvoert, moet hiervan de voorzitter van het orgaan waarvan hij of zij lid is, vooraf in kennis stellen. Voorts moet in de bekendmaking melding worden gemaakt van de deelname van de deskundige aan de werkzaamheden van het orgaan.
Art.9. § 1. De deskundige moet diens functie op objectieve wijze uitoefenen en diens onafhankelijkheid bij de analyse van de toevertrouwde dossiers waarborgen.
§ 2. De deskundige neemt ten persoonlijke titel deel aan de werkzaamheden van het orgaan en mag zijn of haar bevoegdheden niet aan een ander lid of aan een derde overdragen.
De meningen en standpunten die de deskundige naar voren brengt, kunnen niet worden uitgedrukt namens de instelling waartoe hij of zij behoort.
De deskundige mag het orgaan wel informeren over standpunten die andere instanties of organen publiekelijk hebben ingenomen.
Art.10. § 1. Elke deskundige formuleert adviezen die in hoofdzaak gebaseerd zijn op wetenschappelijke gronden en gezaghebbende standpunten van nationale en internationale experten en instellingen. In het geval er geen gevalideerde wetenschappelijke literatuur voorhanden is, baseert de deskundige zich hoofdzakelijk op zijn expertise.
§ 2. Wanneer de betrokkenheid van deskundigen in een adviesorgaan van essentieel belang is, maar er voor een welbepaald dossier een ernstig risico van belangenconflict bestaat, kunnen deze deskundigen worden gehoord, maar dienen zij zich te onthouden van de deelname aan het opstellen of de goedkeuring van het advies.
§ 3. Het orgaan kan ook andere personen dan de deskundigen die als lid fungeren, uitnodigen omwille van hun kennis en expertise. In voorkomend geval dienen deze personen zich eveneens te onthouden van de deelname aan het opstellen of het goedkeuren van het advies.
Art.11. § 1. De naam van de deskundige die aan de opstelling van een advies heeft meegewerkt, wordt aan het eind van het advies vermeld, samen met zijn of haar expertise.
§ 2. De adviezen van de groep van deskundigen worden gearchiveerd op het secretariaat van het orgaan en worden gepubliceerd op de website van de instelling waartoe het orgaan behoort of in een daartoe geschikt communicatiemiddel.
Art.12. In geval van twijfel over de juiste handelswijze in het kader van de toepassing van de deontologie, kan de deskundige het advies inwinnen van de voorzitter van het orgaan waarvan hij of zij lid is.
HOOFDSTUK IV. - Controle op de naleving van de deontologische code
Art.13. Het betrokken orgaan ziet, onder de leiding van de bevoegde ambtenaar of de verantwoordelijke van de instelling, toe op de naleving van de deontologische code. In geval de code niet wordt nageleefd neemt het betrokken orgaan de passende maatregelen.
Art.14. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art.15. De minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 29-10-2021, p. 110836)