7 JULI 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 maart 1991 tot uitvoering van artikel 2, §§ 2 en 3, artikel 14, § 3, en artikel 19, derde en vierde lid, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen
Art. 1-10
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 7 maart 1991 tot uitvoering van artikel 2, §§ 2 en 3, artikel 14, § 3, en artikel 19, derde en vierde lid, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 8 maart 2004, 18 oktober 2004, 26 augustus 2010, 11 december 2013, 8 mei 2018 en 14 januari 2021, wordt vervangen als volgt:
"HOOFDSTUK I. - Definities"
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder:
1° "wet van 6 augustus 1990": de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen;
2° "wet van 14 juli 1994": de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;
3° "koninklijk besluit van 3 juli 1996": het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;
4° "Controledienst": de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, bedoeld in artikel 49, § 1, van de wet van 6 augustus 1990;
5° "RIZIV": het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, bedoeld in artikel 10 van de wet van 14 juli 1994;
6° "gerechtigde": de gerechtigde van de geneeskundige verstrekkingen bedoeld in artikel 2, k), van de wet van 14 juli 1994.
7° "persoon ten laste": de persoon bedoeld in artikel 2, § 3, tweede streepje, van de wet van 6 augustus 1990.".
Art.2. In hetzelfde besluit wordt het oude Hoofdstuk I onderverdeeld in 2 hoofdstukken respectievelijk "HOOFDSTUK II. - De types van leden van een ziekenfonds" en "HOOFDSTUK III. - Het aantal leden van een ziekenfonds" benoemd.
Het nieuwe Hoofdstuk II bevat voortaan de artikelen 2, 2bis, 2ter, 2quater en 2quinquies, van hetzelfde besluit.
In het nieuwe Hoofdstuk III worden 2 afdelingen ingevoegd respectievelijke luidende "Afdeling 1: Het minimaal aantal leden dat een ziekenfonds in principe moet tellen en de mogelijke uitzonderingen" en "Afdeling 2: De controle van het aantal leden" benoemd.
Afdeling 1. bevat artikel 3 van hetzelfde besluit.
Afdeling 2. bevat artikel 4 van hetzelfde besluit.
Art.3. Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid luidende:
"De persoon die als persoon ten laste bij een lid is ingeschreven en die de mogelijkheid verkrijgt om uit hoofde van dit lid de voordelen van die diensten te genieten in functie van de beschikbare middelen, wordt ingedeeld volgens hetzelfde type als de gerechtigde ten laste van dewelke de persoon is ingeschreven.".
Art.4. In artikel 2bis van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in § 1, tweede lid, wordt het woord "besluit" vervangen door het woord "hoofdstuk" en worden de woorden "de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994" vervangen door de woorden "de wet van 14 juli 1994";
2° in § 2, 1°, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) in het tweede streepje, worden de woorden "de voornoemde gecoördineerde wet van 14 juli 1994" vervangen door de woorden "de wet van 14 juli 1994";
b) het derde streepje wordt geschrapt;
c) in het vierde streepje, dat het derde streepje wordt, wordt het woord "aangesloten" vervangen door het woord "ingeschreven";
d) het punt wordt aangevuld als volgt:
" - hij is onderworpen aan de wetgeving betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen van een ander land dan België, en verblijft tijdelijk in België en is houder van een Europese ziekteverzekeringskaart;";
3° in § 2, 3°, wordt ";" vervangen door ".";
4° in § 3, worden de woorden "het lid" vervangen door de woorden "de gerechtigde";
5° in § 4, worden de woorden "van de voornoemde gecoördineerde wet van 14 juli 1994" vervangen door de woorden "van de wet van 14 juli 1994";
6° in § 6, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) het woord "titularis" wordt in de Nederlandse tekst vervangen door het woord "gerechtigde";
b) de woorden "zullen bepaald worden" worden vervangen door de woorden "worden bepaald";
c) de woorden "de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, hierna "de Controledienst" genoemd." worden vervangen door de woorden "de Controledienst"
Art.5. In artikel 2ter van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het tweede lid wordt aangevuld door een zin luidende:
"Wanneer de persoon ten laste van een gerechtigde van wie de mogelijkheid om een voordeel te genieten van de diensten bedoeld in artikel 3, eerste lid, b) en c), van de wet van 6 augustus 1990, is geschorst, zelf voor de eerste maal gerechtigde wordt, wordt deze persoon op het ogenblik van de inwerkingtreding van zijn aansluiting als gerechtigde, beschouwd als een lid bedoeld door artikel 2, 1°. ".
2° in het derde lid, worden de woorden "deze persoon de hoedanigheid van gerechtigde in voornoemde zin verliest" vervangen door de woorden "een gerechtigde van wie de mogelijkheid om een voordeel te genieten van de diensten bedoeld in artikel 3, eerste lid, b) en c), van de wet van 6 augustus 1990, is geschorst de hoedanigheid van gerechtigde verliest ";
3° in het vierde lid, worden de woorden "zullen bepaald worden" vervangen door de woorden "worden bepaald".
Art.6. In artikel 2quater van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden, in de Nederlandse tekst, de woorden "maar die niet in regel is met de bijdragen" ingevoegd tussen de woorden "ofwel in artikel 2bis,"" en de woorden "voor de diensten";
2° in het vijfde lid worden de woorden "zullen bepaald worden" vervangen door de woorden "worden bepaald";
3° het artikel wordt aangevuld met een lid luidende" :
"Wanneer de persoon ten laste van een gerechtigde van wie de mogelijkheid om een voordeel te genieten van de diensten bedoeld in artikel 3, eerste lid, b) en c), van de wet van 6 augustus 1990, is opgeheven, zelf voor de eerste maal gerechtigde wordt, wordt deze persoon op het ogenblik van de inwerkingtreding van zijn aansluiting als gerechtigde, beschouwd als een lid bedoeld door artikel 2, 1°. ".
Art.7. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.8. Het oude Hoofdstuk II van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
"HOOFDSTUK IV. - De bestuursorganen van de ziekenfondsen"
"Afdeling 1. - De algemene vergadering van een ziekenfonds",
"Onderafdeling 1. - Het aantal vertegenwoordigers van een ziekenfonds in de algemene vergadering"
Art. 5. Het aantal vertegenwoordigers wordt als volgt vastgesteld:
1° voor de ziekenfondsen die minder dan 75.000 gerechtigden tellen:
één vertegenwoordiger per volle schijf van 1.000 van deze gerechtigden met een minimum van 15 vertegenwoordigers;
2° voor de ziekenfondsen die tussen 75.000 en 505.000 gerechtigden tellen:
75 vertegenwoordigers voor de eerste schijf van 75.000 gerechtigden en één vertegenwoordiger per volle schijf van 10.000 gerechtigden boven het ledental van 75.000;
3° voor de ziekenfondsen die tenminste 505.000 gerechtigden tellen:
118 vertegenwoordigers vermeerderd met minstens één vertegenwoordiger per volle schijf van 20.000 gerechtigden boven het ledental van 505.000 met een maximum van 250 vertegenwoordigers.
De statuten kunnen evenwel in een lager aantal vertegenwoordigers voorzien dan dat bedoeld in het eerste lid zonder evenwel afbreuk te doen aan het minimumaantal vertegenwoordigers van 15.
Art. 6. De leden die in aanmerking worden genomen om het aantal vertegenwoordigers te bepalen in de algemene vergadering van een ziekenfonds zijn de gerechtigden bedoeld, die deel uitmaken van het ledenbestand per 30 juni van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de verkiezing van de algemene vergadering zal plaatsvinden, zoals blijkt uit de staten bedoeld in artikel 4, eerste lid, eerste streepje.
Wanneer een ziekenfonds overgenomen zal worden door een ander ziekenfonds in het kader van een fusie die in werking treedt op 1 januari van het jaar waarin de verkiezing van de algemene vergadering van het overnemende ziekenfonds zal plaatsvinden worden de gerechtigden in het ziekenfonds dat overgenomen zal worden beschouwd als gerechtigden in het overnemende ziekenfonds per 30 juni van het jaar dat voorafgaat aan dit jaar voor de berekening van het aantal vertegenwoordigers in de schoot van de algemene vergadering.
Onderafdeling 2. - De verkiesbaarheidsvoorwaarden
Art. 7. Om verkozen te kunnen worden als vertegenwoordiger en om vertegenwoordiger te kunnen blijven van de algemene vergadering van een ziekenfonds:
1° moet men lid ervan zijn in de zin van artikel 2, 1°, of de hoedanigheid van persoon ten laste van een lid in de zin van artikel 2, 1°, ervan hebben;
2° moet men meerderjarig of ontvoogd zijn;
3° mag men geen deel uitmaken van het personeel van het ziekenfonds of ontslagen zijn als personeelslid van het ziekenfonds omwille van ernstige tekortkoming of van een andere reden bedoeld door de statuten;
4° moet men op het moment van de oproep tot kandidaatstelling sedert minstens 2 jaar aangesloten zijn bij het ziekenfonds. De aansluitingsperiode bij een ander ziekenfonds dat met het ziekenfonds gefuseerd heeft wordt meegeteld;
5° moet men voldoen aan de eventuele andere bijkomende voorwaarden die in de statuten opgenomen worden. Deze voorwaarden mogen evenwel niet van aard zijn dat ze qua verkiesbaarheid of onverenigbaarheid op een onwettelijke of buitensporige wijze het recht van een lid beperken om zich kandidaat te stellen of om verkozen te worden of discretionaire macht aan de voorzitter zouden verlenen voor wat betreft de aanvaarding van de kandidaturen.
Wanneer een ziekenfonds overgenomen zal worden door een ander ziekenfonds in het kader van een fusie die in werking treedt op 1 januari van het jaar waarin de verkiezing van de algemene vergadering van het overnemende ziekenfonds zal plaatsvinden:
1° worden de personen aangesloten bij het ziekenfonds dat overgenomen wordt beschouwd als personen aangesloten bij van het overnemende ziekenfonds voor de toepassing van het eerste lid, 1° en 4° ;
2° worden de personeelsleden van het ziekenfonds dat overgenomen wordt beschouwd als personeelsleden van het overnemende ziekenfonds voor de toepassing van het eerste lid, 3°.
Onderafdeling 3. - De diverse procedurestappen van de verkiezingsprocedure en de na te leven termijnen
Art. 8. De bijlage bij dit besluit vermeldt de diverse procedurestappen van de verkiezingsprocedure en de na te leven termijnen dienaangaande.
Onderafdeling 4. - De stemming
Art. 9. De statuten van het ziekenfonds verduidelijken de praktische modaliteiten volgens dewelke de stemming gebeurt.
Een stemgerechtigde kan een volmacht geven aan een andere stemgerechtigde om over te gaan tot stemming.
De stemming kan gebeuren per kiesomschrijving. Wanneer een ziekenfonds overgenomen zal worden door een ander ziekenfonds in het kader van een fusie die in werking treedt op 1 januari van het jaar waarin de verkiezing van de algemene vergadering van het overnemende ziekenfonds zal plaatsvinden, wordt de stemming georganiseerd rekening houdend met de kiesomschrijvingen bepaald in de statuten van het overnemende ziekenfonds, die goedgekeurd zijn door de Raad van de Controledienst en die van toepassing zullen zijn na inwerkingtreding van de fusie.
De stemming kan elektronisch gebeuren ter plaatse of op afstand voor zover tegemoetgekomen wordt aan de door de Controledienst vastgestelde voorwaarden.
Art. 10. De stemming is geheim.
De vertegenwoordigers worden gekozen in volgorde van het aantal bekomen stemmen.
Bij gelijkheid van stemmen voor meerdere kandidaten voor het laatste toe te kennen mandaat, wordt het mandaat toegekend volgens de in de statuten voorziene regeling.
Art. 11. Indien de statuten niet in kiesomschrijvingen voorzien voor de stemming:
1° wordt er overgegaan tot een stemming wanneer het aantal kandidaten groter is dan het aantal toe te kennen effectieve mandaten;
2° worden de kandidaten die aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoen automatisch verkozen wanneer het aantal kandidaten gelijk is aan of kleiner is dan het aantal toe te kennen effectieve mandaten.
Art. 12. Indien de statuten wel in kiesomschrijvingen voorzien voor de stemming:
1° wordt er overgegaan tot een stemming in een kiesomschrijving wanneer het aantal kandidaten voor deze kiesomschrijving groter is dan het aantal toe te kennen effectieve mandaten voor deze kiesomschrijving;
2° worden de kandidaten in een kiesomschrijving die aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoen automatisch verkozen wanneer het aantal kandidaten voor deze kiesomschrijving gelijk is aan of kleiner is dan het aantal toe te kennen effectieve mandaten voor deze kiesomschrijving.
Art. 13. Indien het aantal mandaten, zoals vereist door artikel 5 niet of niet meer bereikt wordt en er geen plaatsvervangers zijn of geen plaatsvervangers meer zijn, wordt de algemene vergadering toch geacht rechtsgeldig te zijn samengesteld tot de volgende mutualistische verkiezingen.
Onderafdeling 5. - De verkiezing van plaatsvervangers
Art. 14. Wanneer er in toepassing van artikel 11, 1°, of van artikel 12, 1°, wordt overgegaan tot een stemming worden de kandidaten die aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoen en die niet als effectieve afgevaardigde worden verkozen, als plaatsvervanger verkozen.
De lijst van de plaatsvervangers wordt opgesteld in functie van het aantal stemmen dat deze personen hebben behaald bij de mutualistische verkiezingen.
De statuten van het ziekenfonds bepalen onder welke voorwaarden zij effectieve vertegenwoordigers die niet meer zetelen kunnen vervangen.
Onderafdeling 6. - De andere personen die de vergaderingen van de algemene vergadering kunnen bijwonen
Art. 15. De algemene vergadering kan maximaal vijf raadgevers bij de algemene vergadering aanduiden. Deze hebben raadgevende stem.
Art. 16. De personen die in het ziekenfonds hetzij belast zijn met de globale verantwoordelijkheid voor het dagelijks bestuur hetzij een andere leidinggevende functie of een directiefunctie uitoefenen, kunnen de vergaderingen van de algemene vergadering met raadgevende stem bijwonen.
Art. 17. Bovendien kan de landsbond waarbij een ziekenfonds is aangesloten ook een persoon aanduiden om hem te vertegenwoordigen in de algemene vergadering van dat ziekenfonds met raadgevende stem.
Afdeling 2. - De raad van bestuur van een ziekenfonds
Onderafdeling 1. Het aantal bestuurders
Art. 18. De raad van bestuur van een ziekenfonds is samengesteld uit minimaal zeven bestuurders en een maximumaantal bestuurders dat de helft van het aantal leden van de algemene vergadering van dit ziekenfonds niet mag overtreffen.
De bestuurders bedoeld in het artikel 19 worden in het vorige lid niet meegeteld.
Onderafdeling 2. - Onafhankelijk bestuurder
Art. 19. § 1. De raad van bestuur van een ziekenfonds kan een of meerdere onafhankelijke bestuurders tellen.
§ 2. Onder " onafhankelijk bestuurder " in de zin van § 1, moet worden verstaan een bestuurder die bevoegd is in het domein van de gezondheid en/of op financieel en/of actuarieel vlak en die aan de volgende voorwaarden voldoet:
1. geen personeelslid zijn van het ziekenfonds, van de landsbond waarbij het ziekenfonds is aangesloten, van een maatschappij van onderlinge bijstand bedoeld in artikel 43bis, § 1, van de voornoemde wet van 6 augustus 1990 waarbij het ziekenfonds is aangesloten of van een maatschappij van onderlinge bijstand bedoeld in artikel 70, § 1, eerste lid, b), van deze wet die aangesloten is bij het ziekenfonds, of van een verzekeringsmaatschappij van onderlinge bedoeld in artikel 43bis, § 5, of in artikel 70, § 6, van deze wet, waarbij het ziekenfonds is aangesloten of waar het een afdeling van uitmaakt;
2. geen mandaat uitoefenen als lid van de algemene vergadering van het ziekenfonds, van de landsbond waarbij het ziekenfonds is aangesloten, van een maatschappij van onderlinge bijstand bedoeld in artikel 43bis, § 1, van de voornoemde wet van 6 augustus 1990 waarbij het ziekenfonds is aangesloten of van een maatschappij van onderlinge bijstand bedoeld in artikel 70, § 1, eerste lid, b), van deze wet die aangesloten is bij het ziekenfonds, of van een verzekeringsmaatschappij van onderlinge bedoeld in artikel 43bis, § 5, of in artikel 70, § 6, van deze wet, waarbij het ziekenfonds is aangesloten of waar het een afdeling van uitmaakt;
3. geen mandaat uitoefenen als bestuurder van de landsbond waarbij het ziekenfonds aangesloten is, van een medisch-sociale instelling bedoeld in artikel 20, § 3, van de wet van 6 augustus 1990 of van een rechtspersoon of natuurlijke persoon waarmee een entiteit bedoeld onder 1° samenwerkt in toepassing van artikel 43 van deze wet;
4. geen mandaat uitoefenen als onafhankelijk bestuurder van de landsbond waarbij het ziekenfonds aangesloten is en geen mandaat uitoefenen van onafhankelijk bestuurder in de zin van de wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op verzekerings- of herverzekeringsondernemingen uitoefenen in een verzekeringsmaatschappij van onderlinge bijstand bedoeld in artikel 43bis, § 5, of in artikel 70, § 6, van de wet van 6 augustus 1990 waarbij een aangesloten ziekenfonds is aangesloten of waar een aangesloten ziekenfonds een afdeling van uitmaakt;
5. niet in een hieronder vermelde situatie van belangenconflict zijn:
a) een belangrijk voordeel van vermogensrechtelijke aard ontvangen hebben van een entiteit, een rechtspersoon of een natuurlijke persoon bedoeld onder 1° tot en met 4° ;
b) een significante zakelijke relatie, in de zin van artikel 15, 94°, van de voornoemde wet van 13 maart 2016, hebben of hebben gehad met een entiteit, een rechtspersoon of een natuurlijke persoon bedoeld onder 1° tot en met 4° ;
c) echtgenoot, wettelijk samenwonende partner of bloed- of aanverwant tot de tweede graad zijn van een persoon die zich in een toestand bedoeld onder a) of b) bevindt.
§ 3. Om onafhankelijk bestuurder te blijven in een ziekenfonds moet men aan de voorwaarden bedoeld in § 2 blijven voldoen.
§ 4. Het mandaat van een onafhankelijk bestuurder kan hernieuwd worden naar aanleiding van de volgende mutualistiche verkiezingen
Onderafdeling 3. - De kandidaturen
Art. 20. Onverminderd het recht van de leden van de algemene vergadering van een ziekenfonds om zich kandidaat te stellen voor een ander mandaat dan een mandaat van onafhankelijke bestuurder, hetzij spontaan hetzij ingevolge een eventuele oproep tot de kandidaten door het ziekenfonds, kan de raad van bestuur van een ziekenfonds kandidaten voorstellen aan de algemene vergadering.
Alle kandidaten worden op dezelfde verkiezingslijst opgenomen.
Bovendien kunnen er ook, wat het mandaat van onafhankelijke bestuurder betreft, spontane kandidaturen worden aanvaard, alsook kandidaturen ingediend ingevolge een advertentie door het ziekenfonds.
Onderafdeling 4. - De verkiezing
Art. 21. De raad van bestuur van een ziekenfonds wordt verkozen door de algemene vergadering van het ziekenfonds onder de bij artikel 18 van de wet van 6 augustus 1990 voorziene voorwaarden, na kennisname van de motivatie die deze kandidatuur desgevallend vergezelt.
Er wordt in voorkomend geval overgegaan tot verkiezing van de onafhankelijke bestuurders op grond van een lijst van al de kandidaten die aan de voorziene voorwaarden voldoen om in deze hoedanigheid verkozen te worden, vooraleer over te gaan tot de verkiezing van de andere bestuurders.
De statuten van de ziekenfondsen verduidelijken de praktische modaliteiten met betrekking tot het neerleggen van de kandidaturen, tot de controle van hun ontvankelijkheid en tot de volgorde van de kandidaten op de stemlijsten.
Art. 22. De stemming is geheim.
De stemming kan gebeuren per kiesomschrijving.
De stemming kan elektronisch gebeuren ter plaatse of op afstand voor zover tegemoetgekomen wordt aan de door de Controledienst vastgestelde voorwaarden.
De bestuurders worden verkozen in volgorde van het aantal bekomen stemmen en rekening houdend met artikel 20, §§ 1, 2 en 3, van de wet van 6 augustus 1990 en met artikel 27 van dit besluit.
Bij gelijkheid van stemmen voor meerdere kandidaten voor het laatste toe te kennen mandaat, wordt het mandaat toegekend volgens de in de statuten voorziene regeling.
Onderafdeling 5. - De verkiezing van plaatsvervangende bestuurders
Art. 23. Plaatsvervangende bestuurders kunnen onder dezelfde voorwaarden verkozen worden.
De statuten van het ziekenfonds bepalen de verkiezingsmodaliteiten van de plaatsvervangende bestuurders, alsook de voorwaarden waarin zij effectieve bestuurders kunnen vervangen.
Onderafdeling 6. - De coöptatie van bestuurders
Art. 24. Wanneer de plaats van een bestuurder openvalt vóór het einde van zijn mandaat, kan de raad van bestuur, indien de statuten in deze mogelijkheid voorzien, een nieuwe bestuurder coöpteren, die aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden en aan het zelfde profiel voldoet en rekening houdend met artikel 20, §§ 1, 2 en 3, van de wet van 6 augustus 1990 en met artikel 27 van dit besluit. De statuten bepalen de modaliteiten van een dergelijke coöptatie.
Met 'profiel' wordt bedoeld het feit onder artikel 18 of artikel 19 te vallen. Bovendien kunnen de statuten de vereiste voorzien van gelijkaardige competenties als die waarover de te vervangen bestuurder beschikte.
In een geval bedoeld in het eerste lid, moet de eerstvolgende algemene vergadering overgaan tot de verkiezing van de bestuurder die het mandaat van de vorige bestuurder zal volbrengen.
Indien een andere bestuurder dan de gecoöpteerde bestuurder verkozen wordt, eindigt het mandaat van de gecoöpteerde bestuurder na afloop van de algemene vergadering.
Onderafdeling 8. - De andere personen die de vergaderingen van de raad van bestuur kunnen bijwonen
Art. 25. De raad van bestuur kan maximaal vijf raadgevers bij de raad van bestuur aanduiden. Deze hebben raadgevende stem.
De personen die in het ziekenfonds hetzij belast zijn met de globale verantwoordelijkheid voor het dagelijks bestuur hetzij een andere leidinggevende functie of een directiefunctie uitoefenen, kunnen de vergaderingen van de raad van bestuur met raadgevende stem bijwonen.
Art. 26. Bovendien kan de landsbond waarbij een ziekenfonds is aangesloten ook een persoon aanduiden om hem te vertegenwoordigen in de raad van bestuur van dat ziekenfonds met raadgevende stem.
Onderafdeling 9. - Het maximumaantal mandaten dat toegekend kan worden aan personen van hetzelfde geslacht
Art. 27. De statuten van de ziekenfondsen bepalen het maximumaantal mandaten dat toegekend kan worden aan personen van hetzelfde geslacht. De statuten mogen evenwel niet voorzien dat meer dan 75 % van de mandaten mogen toegekend worden aan personen van eenzelfde geslacht.
HOOFDSTUK V. - De bestuursorganen van de landsbonden
Afdeling 1. - De algemene vergadering van een landsbond
Onderafdeling 1. - Het aantal afgevaardigden van de aangesloten ziekenfondsen
Art. 28. De algemene vergadering van een landsbond van ziekenfondsen is samengesteld uit afgevaardigden van alle aangesloten ziekenfondsen, naar rata van minstens één afgevaardigde per volle schijf van 20.000 gerechtigden, met een minimum van één afgevaardigde per ziekenfonds. Wanneer een aangesloten ziekenfonds zal overgenomen worden door een ander aangesloten ziekenfonds in het kader van een fusie die in werking treedt op 1 januari van het jaar waarin de verkiezing van de algemene vergadering van de landsbond zal plaatsvinden, worden de gerechtigden in het ziekenfonds dat overgenomen wordt, beschouwd als gerechtigden in het overnemende ziekenfonds op 30 juni van het voorafgaande jaar voor de bepaling van het aantal vertegenwoordigers van dit ziekenfonds in de algemene vergadering van de landsbond.
De algemene vergadering van een landsbond kan evenwel niet meer dan 140 afgevaardigden tellen.
Onderafdeling 2. - De Indiening van de kandidaturen
Art. 29. De algemene vergadering van de landsbond is samengesteld uit personen die in de algemene vergadering van de aangesloten ziekenfondsen zetelen.
De vertegenwoordigers van de leden voor de algemene vergadering van de aangesloten ziekenfondsen die verkozen willen worden tot afgevaardigde in de algemene vergadering van de landsbond moeten zich kandidaat stellen, uiterlijk vijftien dagen vóór de datum van de algemene vergadering van het ziekenfonds dat de stemming zal uitvoeren.
Om verkozen te kunnen worden als afgevaardigde in de algemene vergadering van de landsbond :
1° mag men geen lid zijn van het personeel van de landsbond of ontslagen zijn als personeelslid van de landsbond omwille van ernstige tekortkoming of van een andere reden bedoeld door de statuten;
2° moet men voldoen aan de eventuele andere bijkomende voorwaarden die in de statuten van de landsbond worden opgenomen.
Onderafdeling 3. - Voordracht en verkiezing van de afgevaardigden van de aangesloten ziekenfondsen
Art. 30. Onverminderd het recht van de leden van de algemene vergadering van een ziekenfonds om zich kandidaat te stellen voor een mandaat van afgevaardigde, hetzij spontaan hetzij ingevolge een eventuele oproep tot de kandidaten door het ziekenfonds, kan de raad van bestuur van een ziekenfonds kandidaten voorstellen aan de algemene vergadering.
Alle kandidaten worden op dezelfde verkiezingslijst opgenomen.
De afgevaardigden van de ziekenfondsen worden verkozen door de algemene vergadering van dat ziekenfonds.
nderafdeling 4. - De stemming
Art. 31. De stemming is geheim.
De stemming kan elektronisch gebeuren ter plaatse of op afstand voor zover tegemoetgekomen wordt aan de door de Controledienst vastgestelde voorwaarden.
De kandidaten worden verkozen in volgorde van het aantal bekomen stemmen.
Bij gelijkheid van stemmen voor meerdere kandidaten voor het laatste toe te kennen mandaat, wordt het mandaat toegekend volgens de in de statuten voorziene regeling.
Art. 32. Wanneer binnen een aangesloten ziekenfonds, het aantal kandidaten die voldoen aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden groter is dan het aantal toe te kennen effectieve mandaten waarover dat ziekenfonds beschikt in toepassing van artikel 28, wordt overgegaan tot een stemming.
Wanneer binnen een aangesloten ziekenfonds het aantal kandidaten die aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoen gelijk is aan of kleiner is dan het aantal effectieve mandaten waarover dat ziekenfonds beschikt in toepassing van artikel 28, worden die kandidaten automatisch verkozen.
Art. 33. Indien het aantal mandaten, zoals vereist door artikel 28 niet of niet meer bereikt wordt en er geen plaatsvervangers zijn of geen plaatsvervangers meer zijn, wordt de algemene vergadering toch geacht rechtsgeldig te zijn samengesteld tot de volgende mutualistische verkiezingen.
De statuten van de landsbond kunnen evenwel voorzien dat de ziekenfondsen in een dergelijk geval nieuwe afgevaardigden kunnen voordragen.
Onderafdeling 5. - De verkiezing van plaatsvervangers
Art. 34. De algemene vergaderingen van de aangesloten ziekenfondsen kunnen ook plaatsvervangende afgevaardigden voor de algemene vergadering van de landsbond verkiezen.
Onderafdeling 6. De andere personen die de vergaderingen van de algemene vergadering kunnen bijwonen
Art. 35. De algemene vergadering van een landsbond kan maximaal vijftien raadgevers voor de algemene vergadering aanduiden. Zij hebben een raadgevende stem.
Art. 36. De personen die in de landsbond hetzij belast zijn met de globale verantwoordelijkheid voor het dagelijks bestuur hetzij een andere leidinggevende functie of een directiefunctie uitoefenen, kunnen de vergaderingen van de algemene vergadering met raadgevende stem bijwonen.
Afdeling 2. - De raad van bestuur van een landsbond
Onderafdeling 1. - Het aantal bestuurders
Art. 37. De raad van bestuur van een landsbond is samengesteld uit minimaal 10 bestuurders en een maximumaantal bestuurders dat de helft van het aantal leden van de algemene vergadering van deze landsbond niet mag overtreffen.
De bestuurders bedoeld in artikel 38 worden in het vorige lid niet meegeteld.
Ieder aangesloten ziekenfonds moet in de raad van bestuur vertegenwoordigd zijn door minstens één bestuurder en steeds in verhouding tot het aantal aangesloten gerechtigden op 30 juni van het jaar voorafgaand aan de verkiezing van de leden van de algemene vergadering van de landsbond. Wanneer een aangesloten ziekenfonds overgenomen zal worden door een ander aangesloten ziekenfonds in het kader van een fusie die in werking treedt op 1 januari van het jaar waarin de verkiezing van de algemene vergadering van de landsbond zal plaatsvinden, worden de gerechtigden in het ziekenfonds dat overgenomen wordt beschouwd als gerechtigden in het overnemende ziekenfonds op 30 juni van het voorafgaande jaar voor de bepaling van het aantal vertegenwoordigers van dit ziekenfonds in de raad van bestuur van de landsbond.
De raad van bestuur van een landsbond kan eveneens bestuurders tellen die de aangesloten ziekenfondsen niet vertegenwoordigen. Dit aantal bestuurders mag niet groter zijn dan 25 % van het totaal aantal bestuurders bedoeld in het eerste lid.
nderafdeling 2. - Onafhankelijke bestuurder
Art. 38. § 1. De raad van bestuur van een landsbond kan een of meerdere onafhankelijke bestuurders tellen.
§ 2. Onder " onafhankelijk bestuurder " in de zin van § 1, moet worden verstaan een bestuurder die bevoegd is in het domein van de gezondheid en/of op financieel en/of actuarieel vlak en die aan de volgende voorwaarden voldoet:
1. geen personeelslid zijn van de landsbond, van een ziekenfonds die bij de landsbond is aangesloten, van een maatschappij van onderlinge bijstand bedoeld in artikel 43bis, § 1, van de wet van 6 augustus 1990 die bij de landsbond is aangesloten of van een maatschappij van onderlinge bijstand bedoeld in artikel 70, § 1, eerste lid, b), van deze wet die aangesloten is bij een aangesloten ziekenfonds, of van een verzekeringsmaatschappij van onderlinge bedoeld in artikel 43bis, § 5, of in artikel 70, § 6, van deze wet, waarbij een aangesloten ziekenfonds is aangesloten of waar een aangesloten ziekenfonds een afdeling van uitmaakt, noch een dergelijke functie hebben uitgeoefend in het verleden;
2. geen mandaat oefenen als lid van de algemene vergadering van de landsbond, van een ziekenfonds die bij de landsbond is aangesloten, van een maatschappij van onderlinge bijstand bedoeld in artikel 43bis, § 1, van de wet van 6 augustus 1990 die bij de landsbond is aangesloten of van een maatschappij van onderlinge bijstand bedoeld in artikel 70, § 1, eerste lid, b), van deze wet die aangesloten is bij een aangesloten ziekenfonds, of van een verzekeringsmaatschappij van onderlinge bedoeld in artikel 43bis, § 5, of in artikel 70, § 6, van deze wet, waarbij een aangesloten ziekenfonds is aangesloten of waar een aangesloten ziekenfonds een afdeling van uitmaakt;
3. geen mandaat uitoefenen als bestuurder van een aangesloten ziekenfonds, van een aangesloten maatschappij van onderlinge bijstand bedoeld in artikel 43bis, § 1, van de wet van 6 augustus 1990, van een medisch-sociale instelling bedoeld in artikel 20, § 3, van de wet van 6 augustus 1990 of van een rechtspersoon of natuurlijke persoon waarmee een entiteit bedoeld onder 1° samenwerkt in toepassing van artikel 43 van deze wet;
4. geen mandaat uitoefenen als onafhankelijk bestuurder van een aangesloten ziekenfonds of van een aangesloten maatschappij van onderlinge bijstand bedoeld in artikel 43bis, § 1, van de wet van 6 augustus 1990, en geen mandaat uitoefenen van onafhankelijk bestuurder in de zin van de wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op verzekerings- of herverzekeringsondernemingen uitoefenen in een verzekeringsmaatschappij van onderlinge bijstand bedoeld in artikel 43bis, § 5, of in artikel 70, § 6, van de wet van 6 augustus 1990 waarbij een aangesloten ziekenfonds is aangesloten of waar een aangesloten ziekenfonds een afdeling van uitmaakt;
5. niet in een situatie van belangenconflict zijn ingevolge:
a) een belangrijk voordeel van vermogensrechtelijke aard ontvangen hebben van een entiteit, een rechtspersoon of een natuurlijke persoon bedoeld onder 1° tot en met 4° ;
b) een significante zakelijke relatie, in de zin van artikel 15, 94°, van de wet van 13 maart 2016, hebben of hebben gehad met een entiteit, een rechtspersoon of een natuurlijke persoon bedoeld onder 1° tot en met 4° ;
c) echtgenoot, wettelijk samenwonende partner of bloed- of aanverwant tot de tweede graad zijn van een persoon die zich in een toestand bedoeld onder a) of b) bevindt.
§ 3. Om onafhankelijk bestuurder te blijven in een landsbond moet men aan de voorwaarden bedoeld in § 2 blijven voldoen.
§ 4. Het mandaat van een onafhankelijk bestuurder kan hernieuwd worden naar aanleiding van de volgende mutualistische verkiezingen.
Onderafdeling 3. - De kandidaturen
Art. 39. Onverminderd het recht van de leden van de algemene vergadering van een landsbond om zich kandidaat te stellen voor een ander mandaat dan een mandaat van onafhankelijke bestuurder, hetzij spontaan hetzij ingevolge een eventuele oproep tot de kandidaten door de landsbond zelf, kan de raad van bestuur van een landsbond kandidaten voorstellen aan de algemene vergadering.
Alle kandidaten worden op dezelfde verkiezingslijst opgenomen.
Bovendien kunnen er ook, wat de mandaat van onafhankelijke bestuurder betreft, spontane kandidaturen worden aanvaard, alsook kandidaturen ingediend ingevolge een advertentie door de landsbond.
Onderafdeling 4. - De verkiezing
Art. 40. De raad van bestuur van een landsbond wordt verkozen door de algemene vergadering van de landsbond onder de bij artikel 18 van de wet van 6 augustus 1990 voorziene voorwaarden, na kennisname van de motivatie die deze kandidatuur desgevallend vergezelt.
Er wordt in voorkomend geval overgegaan tot verkiezing van de onafhankelijke bestuurders op grond van een lijst van al de kandidaten die aan de voorwaarden voldoen om in deze hoedanigheid verkozen te worden, vooraleer over te gaan tot de verkiezing van de andere bestuurders.
De statuten van de landsbond verduidelijken de praktische modaliteiten met betrekking tot het neerleggen van de kandidaturen, tot de controle van hun ontvankelijkheid en tot de volgorde van de kandidaten op de stemlijsten.
Art. 41. De stemming is geheim.
De stemming kan elektronisch ter plaatse of op afstand gebeuren voor zover tegemoetgekomen wordt aan de door de Controledienst vastgestelde voorwaarden.
De bestuurders worden verkozen in volgorde van het aantal bekomen stemmen en rekening houdend met artikel 20, §§ 1, 2 en 3, van de wet van 6 augustus 1990 en met artikel 45 van dit besluit.
Bij gelijkheid van stemmen voor meerdere kandidaten voor het laatste toe te kennen mandaat, wordt het mandaat toegekend volgens de in de statuten voorziene regeling.
Onderafdeling 5. - De verkiezing van plaatsvervangende bestuurders
Art. 42. Plaatsvervangende bestuurders kunnen onder dezelfde voorwaarden verkozen worden.
De statuten van de landsbond bepalen de verkiezingsmodaliteiten van de plaatsvervangende bestuurders, alsook de voorwaarden waarin zij effectieve bestuurders kunnen vervangen
Onderafdeling 6. - De coöptatie van bestuurders
Art. 43. Wanneer de plaats van een bestuurder openvalt vóór het einde van zijn mandaat, kan de raad van bestuur, indien de statuten in deze mogelijkheid voorzien, een nieuwe bestuurder coöpteren, die aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden en hetzelfde profiel voldoet en rekening houdend met artikel 20, §§ 1, 2 en 3, van de wet van 6 augustus 1990 en met artikel 45 van dit besluit. De statuten bepalen de modaliteiten van een dergelijke coöptatie.
Met 'profiel' wordt bedoeld:
1° het feit, naargelang het geval, onder artikel37, derde lid, of artikel 37, vierde lid, of artikel 38 te vallen;
2° voor de bestuurders bedoeld in artikel 37, derde lid, het feit hetzelfde ziekenfonds te vertegenwoordigen als de vervangen bestuurder;
3° als de statuten die vereiste voorzien, het feit over gelijkaardige competenties te beschikken als die waarover de te vervangen bestuurder beschikte.
In een geval bedoeld in het eerste lid, moet de eerstvolgende algemene vergadering overgaan tot de verkiezing van de bestuurder die het mandaat van de vorige bestuurder zal volbrengen.
Indien een andere bestuurder dan de gecoöpteerde bestuurder verkozen wordt, eindigt het mandaat van de gecoöpteerde bestuurder na afloop van de algemene vergadering.
Onderafdeling 7. - De andere personen die de vergaderingen van de raad van bestuur kunnen bijwonen
Art. 44. De raad van bestuur kan maximaal vijftien raadgevers bij de raad van bestuur aanduiden. Deze hebben raadgevende stem.
De personen die in de landsbond hetzij belast zijn met de globale verantwoordelijkheid voor het dagelijks bestuur hetzij een andere leidinggevende functie of een directiefunctie uitoefenen, kunnen de vergaderingen van de raad van bestuur met raadgevende stem bijwonen.
Onderafdeling 8. - Het maximumaantal mandaten dat toegekend kan worden aan personen van hetzelfde geslacht
Art. 45. De statuten van de landsbonden bepalen het maximumaantal mandaten dat toegekend kan worden aan personen van hetzelfde geslacht. De statuten mogen evenwel niet voorzien dat meer dan 75 % van de mandaten mogen toegekend worden aan personen van eenzelfde geslacht.
HOOFDSTUK VI. - Gemeenschappelijke bepalingen
Afdeling 1. - Het overmaken van documenten aan de Controledienst
Art. 46. Om de Controledienst de mogelijkheid te bieden de hem bij artikel 52, eerste lid, 2°, van de wet van 6 augustus 1990 toegewezen opdracht te vervullen, zenden de ziekenfondsen en landsbonden hem tegelijk:
1° de publicaties, adviezen, brieven en omzendbrieven toe die zij aan hun leden toesturen;
2° de eventuele advertenties met betrekking tot toe te kennen mandaten;
3° de eventuele brochures die zij ter beschikking stellen voor hun leden die vermeldingen bevatten met betrekking tot de betrokken verkiezingen, tot de indiening van de kandidaturen, tot de ontvankelijke kandidaturen, tot de datum van de stemming en tot het resultaat van de stemming.
Bovendien verwittigen ze onmiddellijk de Controledienst van elke publicatie op hun website met betrekking tot aangelegenheden bedoeld door dit besluit.
Afdeling 2. - De klachten met betrekking tot aangelegenheden bedoeld door dit besluit
Art. 47. Overeenkomstig artikel 52, eerste lid, 10°, van de wet van 6 augustus 1990, kan iedere klacht in verband met de toepassing van dit besluit worden voorgelegd aan de Controledienst.
De klachten moeten, bij aangetekend schrijven, gericht worden aan de Controledienst binnen de tien werkdagen volgend op de datum van, naargelang het geval, de betwiste beslissing, het betwiste verloop van de verkiezingen of de bekendmaking van het betwiste resultaat van de verkiezingen.
De Controledienst beschikt over dertig kalenderdagen om kennisgeving te doen van zijn beslissing aan de betrokken partijen.
Hij behoudt zich het recht voor deze partijen op te roepen om ze te horen in hun verdedigingsmiddelen.
De betrokken partijen kunnen eveneens vragen om door de Controledienst te worden gehoord.".
Art.9. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2021.
In afwijking van het eerste lid treedt artikel 8 van dit besluit, wat de nieuwe artikelen 5, 6, 7, 18, 19, 20, derde lid, 27, 28, 37, 38, 39, derde lid, en 45 betreft die het invoegt in het koninklijk besluit van 7 maart 1991, slechts in werking voor de verkiezing met betrekking tot de betrokken mandaten met het oog op de hernieuwing, in 2022 en in volgende jaren, van de samenstelling van de algemene vergadering van de ziekenfondsen en van de landsbonden en van de raad van bestuur van deze entiteiten.
Art.10. De Minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 20-08-2021, p. 90154)