2 DECEMBER 2021. - Wet tot wijziging van de wet van 8 juli 2018 houdende organisatie van een centraal aanspreekpunt van rekeningen en financiële contracten en tot uitbreiding van de toegang tot het centraal bestand van berichten van beslag, delegatie, overdracht, collectieve schuldenregeling en protest
Art. 1-8
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Art.2. In artikel 2 van de wet van 8 juli 2018 houdende organisatie van een centraal aanspreekpunt van rekeningen en financiële contracten en tot uitbreiding van de toegang tot het centraal bestand van berichten van beslag, delegatie, overdracht, collectieve schuldenregeling en protest, gewijzigd bij de wet van 26 januari 2021 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) in de bepaling onder 5° wordt het woord "wettelijk" vervangen door de woorden "uitdrukkelijk bij wet";
b) in de bepaling onder 7°, b) worden de woorden "met inbegrip van de rekening van elektronisch geld," ingevoegd tussen de woorden "hetzij een betaalrekening is," en de woorden "zoals gedefinieerd" en worden de woorden ", wanneer deze betaalrekening in België wordt aangehouden" toegevoegd na de woorden "en de toegang tot betalingssystemen";
c) in de bepaling onder 9°, eerste lid worden de woorden "een van de volgende verrichtingen, wanneer ze in België plaats vindt:" toegevoegd na de woorden "financiële verrichting waarbij contanten betrokken zijn:";
d) in de bepaling onder 9° wordt de bepaling onder c) opgeheven;
e) in de bepaling onder 9°, d) worden de woorden "met inbegrip van geldovermakingen" vervangen door de woorden "en van geldovermakingen";
f) in de bepaling onder 9° wordt het tweede lid vervangen als volgt:
"Wordt echter niet beschouwd als een financiële verrichting waarbij contanten betrokken zijn, de storting van contanten op of de afhaling van contanten van de eigen bank- of betaalrekening aangehouden bij de informatieplichtige, door de houder of de medehouder van deze bank- of betaalrekening, handelend in eigen persoon of via een volmachtdrager";
g) in de bepaling onder 10° worden de woorden ", met dien verstande dat een dergelijk contract, wanneer het op afstand wordt gesloten door een informatieplichtige die in België actief is in het kader van het vrij verrichten van diensten, onweerlegbaar geacht wordt in België te zijn gesloten wanneer de klant in België zijn zetel heeft gevestigd, er gedomicilieerd is of er gewoonlijk verblijft" toegevoegd na de woorden "waarvan zijn cliënt hoofdcontractant of hoofdmedecontractant is".
Art.3. In artikel 4, eerste lid, 3°, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 20 december 2020 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) worden de woorden "bedoeld in artikel 4, eerste lid, 3°, b) en 4, eerste lid, 3°, c), slaat" vervangen door de woorden "bedoeld in de bepalingen onder b) en c) hieronder, slaat";
b) in de bepaling onder f) worden de woorden "vastgesteld in artikel 95, § 1, van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "vastgesteld in artikel 3:89 van het koninklijk besluit van 29 april 2019 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art.4. Artikel 6 van dezelfde wet wordt aangevuld met een lid, luidende:
"Het hergebruik door een derde van de gegevens die de NBB aan de betrokken persoon bezorgt in het kader van het inzagerecht in de eigen persoonsgegevens bedoeld in het eerste lid, 2°, voor bestuurlijke doeleinden of voor elke andere finaliteit die onverenigbaar is met de basisfinaliteit van dit inzagerecht, met name onder meer de betrokken persoon in staat stellen zich te vergewissen dat deze gegevensverwerking aan de wettelijke vereisten voldoet wat betreft de juistheid, de actualiteit, de relevantie en de volledigheid van de verwerkte persoonsgegevens, de finaliteiten van de verwerking en de personen aan wie de persoonsgegevens werden meegedeeld, is verboden."
Art.5. In artikel 8, § 1, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden "gedurende twee kalenderjaren" vervangen door de woorden "gedurende vijf jaren".
Art.6. Artikel 10 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt:
"Art. 10. De NBB wordt bij provisie vergoed voor alle kosten die ze draagt wegens de inrichting, de werking en het onderhoud van het CAP.
Niettegenstaande andersluidende wettelijke bepalingen kan de Staat de door de NBB gedragen kosten aan de informatiegerechtigden en, in voorkomend geval, aan de centraliserende organisaties aanrekenen.
De Koning bepaalt de toepassingsmodaliteiten van dit artikel, waaronder:
1° de wijze van berekening van het bedrag van voormelde kosten dat ten laste kan worden gelegd van de verschillende informatiegerechtigden en centraliserende organisaties, alsook de objectieve en relevante factoren en parameters in verhouding waartoe voormelde kosten aan deze personen en organisaties worden aangerekend en de modaliteiten van de betaling ervan;
2° de frequentie van deze kostenaanrekeningen alsook de betalingstermijn ervan, welke negentig dagen niet mag overschrijden."
Art.7. In artikel 12, § 1, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 april 2019, wordt tussen het eerste lid en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende:
"De informatieplichtigen worden echter opnieuw gemachtigd toegang te krijgen tot de in het eerste lid bedoelde gegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen tijdens één jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van de wet van [...] tot wijziging van deze wet, voor hetzelfde oogmerk als bedoeld in het eerste lid."
Art. 8. In artikel 13 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 26 januari 2021 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) in paragraaf 1 wordt het eerste lid aangevuld met de volgende zin:
"Ze heeft toegang tot de gegevens van het CAP met het oog op de uitoefening van deze controle.";
b) in paragraaf 1, tweede lid wordt het woord "bovendien" ingevoegd tussen de woorden "de Thesaurie kan" en "te dien einde";
c) in paragraaf 1 wordt tussen het tweede lid en het derde lid een nieuw lid ingevoegd, luidende:
"Iedere informatiegerechtigde die het bestaan van onjuiste of ontbrekende gegevens vaststelt in de door het CAP geleverde informatie is ertoe gehouden deze gegevens aan de Administratie van de Thesaurie mee te delen, rechtstreeks of via tussenkomst van zijn centraliserende organisatie, hierbij gebruik makend van het door de Koning vastgestelde, beveiligde transmissiekanaal.";
d) in paragraaf 1 wordt het vroegere derde lid, dat het vierde lid wordt vervangen als volgt:
"Indien zij een inbreuk op de verplichtingen bedoeld in artikel 4 vaststelt, kan de Administratie van de Thesaurie, na kennis te hebben genomen van de verweermiddelen van de informatieplichtige en, in voorkomend geval, na deze laatste op diens verzoek te hebben gehoord, een administratieve geldboete aan de overtreder opleggen.";
e) in paragraaf 4, eerste lid worden de woorden "via een beveiligd elektronisch platform of, indien dit onmogelijk is," ingevoegd tussen de woorden "op te leggen wordt" en de woorden "bij een ter post aangetekend schrijven";
f) in paragraaf 4, derde lid worden de woorden "via voormeld elektronisch platform of, indien dit onmogelijk is," ingevoegd tussen de woorden "als bedoeld in het eerste lid" en de woorden "bij een ter post aangetekend schrijven".