Details





Titel:

6 SEPTEMBER 2021. - Koninklijk besluit houdende gedeeltelijke verdeling van het provisioneel krediet ingeschreven op het programma 06-40-2 van de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2021 en bestemd tot dekking van de uitgaven voortvloeiend uit initiatieven inzake culturele diversiteit, gelijkheid van kansen en de aanpassing van arbeidsposten voor personen met een handicap in verschillende federale overheidsdiensten en departementen en in sommige instellingen van openbaar nut



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Een vastleggingskrediet en een vereffeningskrediet ten belope van 29.364,12 euro worden afgenomen van het provisioneel krediet ingeschreven op het programma 06-40-2 (basisallocatie 06.40.22.01.00.02) van de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2021.
  Dit bedrag van 29.364,12 euro zal verdeeld worden overeenkomstig de tabel hieronder.


<td colspan="3" valign="top">Wettelijke artikelen <td colspan="3" valign="top">Articles légaux
    
    
Benaming van de organisatie Departement Afdeling Programma Activiteit Basisallocatie Vastleggingskrediet Vereffeningskrediet
Dénomination de l'organisationDépartement Division Programme Activité Allocation de base Crédit d'engagement Crédit de liquidation
SPF Santé publique
  FOD Volksgezondheid
25 40 1 2 121101 5.110,40 € 5.110,40 €
SPF Finances
  FOD Financiën
18 40 0 2 121101 12.777,60 € 12.777,60 €
SPF Economie
  FOD Economie
32 21 1 0 121101 800,00 € 800,00 €
SPF Intérieur
  FOD Binnenlandse Zaken
13 40 0 2 121101 3.871,92 € 3.871,92 €
SPF Justice
  FOD Justitie
12 21 0 1 121101 6804,20 € 6804,20 €
 Totaal
  -
  Total
    29.364,12€ 29.364,12€
De in de tabel vermelde bedragen worden gevoegd bij de kredieten toegekend aan de betrokken programma's en basisallocaties voor het begrotingsjaar 2021.

Art.2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3. Onze Minister van Ambtenarenzaken en onze Staatssecretaris voor Begroting zijn, ieder wat haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.