14 JANUARI 2021. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag van de evenwichtsdotatie in het stelsel van de werknemers en in het stelsel van de zelfstandigen voor het jaar 2020(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 21-01-2021 en tekstbijwerking tot 28-10-2021)
Art. 1, 1/1, 2, 2/2, 3-4
Artikel 1.[1 Het bedrag van de evenwichtsdotatie van de sociale zekerheid dat wordt gestort aan het RSZ-Globaal Beheer, bedoeld in artikel 5, eerste lid, 2°, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders wordt, voor het jaar 2020 definitief vastgesteld op 9.753.022 duizend euro.]1
Dit bedrag houdt rekening met de terugvordering van het bedrag van 581.764 duizend euro, bedoeld in artikel 1/1 van het koninklijk besluit van 25 januari 2019 tot vaststelling van het bedrag van de evenwichtsdotatie in het stelsel van de werknemers en in het stelsel van de zelfstandigen voor het jaar 2019, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van.
----------
(1)<KB 2021-10-19/05, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 28-10-2021>
Art. 1/1. [1 Een bedrag van 851.043 duizend euro, dat overeenkomt met het verschil tussen het bedrag vastgesteld in artikel 1 van dit koninklijk besluit en het bedrag van de evenwichtsdotatie dat tijdens het boekjaar 2020 werd vereffend ten gunste van het RSZ-Globaal Beheer, wordt afgehouden van het bedrag van de evenwichtsdotatie gestort aan het RSZ-Globaal Beheer in 2021.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2021-10-19/05, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 28-10-2021>
Art.2.[1 Het bedrag van de evenwichtsdotatie van de sociale zekerheid dat wordt gestort aan het globaal financieel beheer in het sociaal statuut der zelfstandigen, bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 18 november 1996 strekkende tot invoering van een globaal financieel beheer in het sociaal statuut der zelfstandigen, met toepassing van hoofdstuk I van titel VI van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels wordt, voor het jaar 2020 definitief vastgesteld op 3.745.842 duizend euro.]1
----------
(1)<KB 2021-10-19/05, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 28-10-2021>
Art. 2/2. [1 Een bedrag van 209.344.duizend euro, dat overeenkomt met het verschil tussen het bedrag vastgesteld in artikel 2 van dit koninklijk besluit en het bedrag van de evenwichtsdotatie dat tijdens het boekjaar 2020 werd vereffend ten gunste van het globaal financieel beheer in het sociaal statuut der zelfstandigen, wordt toegevoegd aan het bedrag van de evenwichtsdotatie gestort aan het globaal financieel beheer in het sociaal statuut der zelfstandigen in 2021.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2021-10-19/05, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 28-10-2021>
Art.3.- Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2020 [1 , met uitzondering van de artikelen 1/1 en 2/2, die in werking treden op 1 januari 2021]1.
----------
(1)<KB 2021-10-19/05, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 28-10-2021>
Art. 4. - De minister bevoegd voor sociale zaken en de minister bevoegd voor zelfstandigen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.