22 DECEMBER 2020. - Koninklijk besluit tot uitbreiding en verlenging van de maatregelen genomen op vlak van werkloosheid in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19
Art. 1-10
Artikel 1. In artikel 16, § 1, van het koninklijk besluit van 30 maart 2020 tot aanpassing van de procedures in het kader van tijdelijke werkloosheid omwille van het Covid-19-virus en tot wijziging van artikel 10 van het koninklijk besluit van 6 mei 2019 tot wijziging van de artikelen 27, 51, 52bis, 58, 58/3 en 63 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en tot invoeging van de artikelen 36sexies, 63bis en 124bis in hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 22 juni 2020 en 15 juli 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het derde lid, wordt het woord "slechts" geschrapt;
2° in het vierde lid worden de woorden "5, tweede tot vierde lid," geschrapt;
3° tussen het vierde en het vijfde lid wordt het als volgt luidende lid ingevoegd :
"In afwijking van het eerste lid is artikel 5, tweede tot vierde lid, van dit besluit van toepassing op de toekenning van de werkloosheidsuitkeringen die betrekking hebben op de maanden maart 2020 tot maart 2021.".
Art.2. In artikel 16 van hetzelfde koninklijk besluit van 30 maart 2020, gewijzigd door artikel 1, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° paragraaf 1, tweede lid, wordt aangevuld met de woorden "en oktober 2020 tot maart 2021.";
2° in paragraaf 1, derde lid, wordt tussen de woorden "februari" en "tot" het jaartal "2020" ingevoegd en worden de woorden "december 2020" vervangen door de woorden "maart 2021";
3° in paragraaf 1 wordt het vierde lid aangevuld met de woorden "en van 1 oktober 2020 tot en met 31 maart 2021";
4° paragraaf 2 wordt opgeheven en de bestaande tekst van paragraaf 1, gewijzigd bij dit besluit, zal artikel 16 vormen.
Art.3. In artikel bij het koninklijk besluit van 22 juni 2020 betreffende diverse tijdelijke maatregelen in de werkloosheidsreglementering omwille van het Covid-19-virus en tot wijziging van de artikelen 12 en 16 van het koninklijk besluit van 30 maart 2020 tot aanpassing van de procedures in het kader van tijdelijke werkloosheid omwille van het Covid-19-virus en tot wijziging van artikel 10 van het koninklijk besluit van 6 mei 2019 tot wijziging van de artikelen 27, 51, 52bis, 58, 58/3 en 63 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en tot invoeging van de artikelen 36sexies, 63bis en 124bis in hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 juli 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden "en van 1 oktober 2020 tot en met 31 mars 2021" ingevoegd tussen de woorden "augustus 2020" en ", zonder";
2° het tweede lid wordt opgeheven.
Art.4. In artikel 2 van hetzelfde koninklijk besluit van 22 juni 2020 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste lid wordt aangevuld met de woorden "en van 1 oktober 2020 tot en met 31 maart 2021";
2° het tweede lid wordt opgeheven.
Art.5. In artikel 4 van hetzelfde koninklijk besluit van 22 juni 2020 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden "en van 1 oktober 2020 tot en met 31 maart 2021" ingevoegd tussen de woorden "augustus 2020" en "het dagbedrag";
2° het tweede lid wordt opgeheven.
Art.6. In artikel 5 van hetzelfde koninklijk besluit van 22 juni 2020 wordt de datum "31 december 2020" vervangen door de datum "30 april 2021".
Art.7. In artikel 14 van het koninklijk besluit van 15 juli 2020 tot verlenging van de maatregelen genomen op vlak van werkloosheid in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (I) worden de woorden "tot en met 31 december 2020" vervangen door de woorden "van 1 oktober 2020 tot en met 31 maart 2021" en worden de woorden "voor de werknemers die worden tewerkgesteld in de ondernemingen en sectoren die uitzonderlijk hard zijn getroffen door de coronacrisis" geschrapt.
Art.8. Artikel 15 van hetzelfde koninklijk besluit van 15 juli 2020 wordt opgeheven.
Art.9. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2020, met uitzondering van artikel 1, dat uitwerking heeft vanaf 1 september 2020.
Art. 10. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.