Details





Titel:

1 OKTOBER 2020. - Decreet betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden en houdende wijziging van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Invoeging van een Boek IIIquater in Deel 1 van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid
Art. 2-39
HOOFDSTUK III. - Wijzigingen in de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap
Art. 40-44
HOOFDSTUK IV. - Wijziging van het Gerechtelijk Wetboek
Art. 45
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 46



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1967101056  1987022077  2011A27223 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling
Artikel 1. Dit decreet regelt een in artikel 128 van de Grondwet bedoelde aangelegenheid, overeenkomstig artikel 138 ervan.

HOOFDSTUK II. - Invoeging van een Boek IIIquater in Deel 1 van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid
Art.2. In Deel 1 het Waalse Wetboek van sociale Actie en Gezondheid, wordt een Boek IIIquater, met als opschrift " Tegemoetkoming voor hup aan bejaarden", ingevoegd.

Art.3. In hetzelfde Boek, ingevoegd bij artikel 2, wordt een titel I ingevoegd met als opschrift "Begripsomschrijvingen".

Art.4. In Titel I, ingevoegd bij artikel 3, wordt een artikel 43/32 ingevoegd, luidend als volgt:
  "Art. 43/32. Voor de toepassing van dit Boek wordt verstaan onder:
  1° de tegemoetkoming: de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden toegekend aan de gehandicapte persoon die ten minste 65 jaar oud is en bij wie een gebrek aan of een vermindering van zelfredzaamheid is vastgesteld;
  2° de woonplaats: het adres dat is ingeschreven in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van een gemeente gelegen op het grondgebied van het Franse taalgebied;
  3° de aanvrager: degene die een tegemoetkomingsaanvraag indient, die bij een Waalse verzekeringsinstelling is aangesloten of die bij de laatst bekende Waalse verzekeringsinstelling is aangesloten en die, in voorkomend geval door middel van een referentieadres in de zin van artikel 20, lid 3, van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister, op het grondgebied van het Franse taalgebied woont, onverminderd de bepalingen inzake het Europese vrije verkeer en de toepasselijke bilaterale verdragen inzake sociale zekerheid;
  4° de Waalse verzekeringsinstellingen: de in artikel 43/3, § 1, bedoelde Waalse verzekeringsinstellingen;
  5° de gecoördineerde wet van 14 juli 1994: de wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en tegemoetkomingen, gecoördineerd op 14 juli 1994;
  6° de vertegenwoordiger: ofwel:
  a) de wettelijke of rechterlijke vertegenwoordiger;
  b) de mandataris;
  c) de persoon met een onderhandse volmacht;
  7° de administratieve dienst: elke dienst die informatie verstrekt aan de Waalse verzekeringsinstelling.".

Art.5. In Boek IIIquater, ingevoegd bij artikel 2, wordt een titel II ingevoegd met als opschrift "Regeling m.b.t. de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden ".

Art.6. In Titel II, ingevoegd bij artikel 5, wordt een artikel 43/33 ingevoegd, luidend als volgt:
  "Art. 43/33. De betaling van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden wordt toegekend aan de aanvrager die de in artikel 43/35 bedoelde voorwaarden vervult, die ten minste 65 jaar oud is en bij wie een gebrek aan of een vermindering van zelfredzaamheid is vastgesteld.".

Art.7. In dezelfde Titel II wordt een artikel 43/34 ingevoegd, luidend als volgt:
  "Art. 43/34. De betaling van de tegemoetkoming kan niet worden gecumuleerd met een van de volgende tegemoetkomingen:
  1° een inkomensvervangende tegemoetkoming of een integratietoelage betaald krachtens de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten;
  2° een gewone of bijzondere tegemoetkoming betaald krachtens de wet van 27 juni 1969 betreffende het toekennen van tegemoetkomingen aan mindervaliden;
  3° een tegemoetkoming voor hulp van derde betaald krachtens de wet van 27 juni 1969 betreffende het toekennen van tegemoetkomingen aan mindervaliden;
  4° een aanvullende tegemoetkoming of een tegemoetkoming ter aanvulling van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden betaald krachtens de wet van 27 juni 1969 betreffende het toekennen van tegemoetkomingen aan mindervaliden.
  In afwijking van het eerste lid blijft de aanvrager die een tegemoetkoming als bedoeld in een van de in het eerste lid genoemde categorieën ontvangt, deze tegemoetkoming ontvangen totdat bij een op zijn verzoek of ambtshalve verrichte herziening een beslissing op grond van dit boek is genomen ten aanzien van hem en die voor hem gunstiger is.".

Art.8. In dezelfde Titel II wordt een artikel 43/35 ingevoegd, luidend als volgt:
  "Art. 43/35. § 1. De tegemoetkoming kan alleen worden toegekend aan een aanvrager die ofwel:
  1° Belg is;
  2° onderdaan is van een lidstaat van de Europese Unie;
  3° een persoon is die onder de Euro-mediterrane associatieovereenkomsten met Marokko, Algerije, Turkije of Tunesië valt en die voldoet aan de voorwaarden van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, hierna "Verordening nr. 883/2004" genoemd;
  4° staatloos is krachtens het Verdrag betreffende de status van staatlozen, ondertekend te New York op 28 september 1954 en goedgekeurd bij de wet van 12 mei 1960;
  5° een vluchteling is als bedoeld in artikel 49 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;
  6° een onderdaan is van IJsland, Liechtenstein, Noorwegen of Zwitserland, die voldoet aan de voorwaarden van Verordening nr. 883/2004;
  7° de echtgenoot, de wettelijk samenwonende partner of een ander gezinslid is in de zin van Verordening 883/2004, van een persoon als bedoeld in de categorieën omschreven in 1° tot en met 5°, of van een onderdaan van een staat als omschreven in de categorie omschreven in 6°, die zelf geen onderdaan van die staten zijn
  8° uitgesloten is van de categorieën bepaald in 1° tot 7°, maar die tot de leeftijd van 21 jaar genoten heeft van de verhoging van de kinderbijslag voorzien in artikel 47, § 1, van de gecoördineerde wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, of in artikel 20, § 2, van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen.
  In overeenstemming met het eerste lid, 7°, wordt onder "gezinslid van de onderdaan" verstaan de minderjarige kinderen, alsmede de meerderjarige kinderen, de vader, de moeder, de schoonvader en de schoonmoeder die ten laste van de onderdaan komen. Een persoon die onder hetzelfde dak woont als de onderdaan en die wordt beschouwd als een persoon ten laste van de onderdaan in de zin van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en tegemoetkomingen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wordt beschouwd als een persoon ten laste van de onderdaan.
  § 2. De Regering kan, onder door haar vastgestelde voorwaarden, de toepassing van deze bepaling uitbreiden tot andere dan de in paragraaf 1 genoemde categorieën personen.
  § 3. Indien een persoon aan wie de tegemoetkoming is toegekend, niet meer voldoet aan de in de paragrafen 1 of 2 genoemde voorwaarden, wordt het recht op deze tegemoetkoming ingetrokken. Wanneer hij opnieuw aan deze voorwaarden voldoet, kan hij een nieuwe aanvraag indienen.
  § 4. De persoon die meer dan 90 opeenvolgende dagen per kalenderjaar afwezig is in België, is verplicht om zijn Waalse verzekeringsinstelling ten minste één maand voor zijn vertrek op de hoogte te brengen, met vermelding van de vermoedelijke duur van het verblijf in het buitenland, de redenen voor dat verblijf en het verstrekken van een levensbewijs op eigen initiatief elk jaar.
  § 5. De Regering kan de wijze bepalen waarop de controle op de naleving van deze bepaling wordt uitgevoerd.".

Art.9. In Boek IIIquater, ingevoegd bij artikel 2, wordt een titel III ingevoegd met als opschrift "Bedrag van de tegemoetkoming".

Art.10. In Titel III, ingevoegd bij artikel 9, wordt een artikel 43/36 ingevoegd, luidend als volgt:
  "Art. 43/36. De Regering bepaalt in welke mate, volgens welke criteria, op welke wijze en door wie het gebrek aan of een vermindering van zelfredzaamheid is vastgesteld.".

Art.11. In dezelfde Titel III wordt een artikel 43/37 ingevoegd, luidend als volgt:
  "Art. 43/37. § 1. Het bedrag van de tegemoetkoming varieert naar gelang van de zelfredzaamheid van de begunstigde, zoals bepaald in de in artikel 43/36 bedoelde beoordeling, en naar gelang van de categorie waartoe de begunstigde behoort:
  1° tot categorie 1 behoort de gehandicapte waarvan de zelfredzaamheid is vastgesteld op 7 of 8 punten; hij ontvangt een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden ten bedrage van 1.062,55 euro;
  2° tot categorie 2 behoort de gehandicapte waarvan de zelfredzaamheid is vastgesteld op 9 of 11 punten; hij ontvangt een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden ten bedrage van 4.056,00 euro;
  3° tot categorie 3 behoort de gehandicapte waarvan de zelfredzaamheid is vastgesteld op 12 of 14 punten; hij ontvangt een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden ten bedrage van 4.931,45 euro;
  4° tot categorie 4 behoort de gehandicapte waarvan de zelfredzaamheid is vastgesteld op 15 of 16 punten; hij ontvangt een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden ten bedrage van 5.806,63 euro;
  5° tot categorie 5 behoort de gehandicapte waarvan de zelfredzaamheid is vastgesteld op 17 of 18 punten; hij ontvangt een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden ten bedrage van 7.132,63 euro.
  De in dit artikel bedoelde bedragen zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen 107,20 (basis 2013=100) overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale tegemoetkomingen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen.
  § 2. Naast de zelfredzaamheid wordt het inkomen van het gezin, beoordeeld op basis van de resultaten van een onderzoek dat op de door de Regering vastgestelde wijze wordt uitgevoerd, in aanmerking genomen bij het bepalen van het bedrag van de tegemoetkoming. ".

Art.12. In dezelfde Titel III wordt een artikel 43/38 ingevoegd, luidend als volgt:
  "Art. 43/38. § 1. De tegemoetkoming wordt toegekend via de verrekening van het inkomen van het gezin.
  De tegemoetkoming wordt slechts toegekend indien het bedrag van het inkomen van de aanvrager en het bedrag van het inkomen van degene met wie hij/zij een gezin vormt, niet hoger is dan het bedrag van de in artikel 43/37 bedoelde tegemoetkomingen.
  § 2. De Regering bepaalt wat wordt bedoeld met het in aanmerking te nemen inkomen en door wie, volgens welke criteria en op welke wijze het bedrag wordt vastgesteld.
  De Regering kan bepalen dat bepaalde inkomsten of delen van inkomsten niet of slechts gedeeltelijk in aanmerking worden genomen, onder de door de haar vastgestelde voorwaarden. Daartoe kan zij een onderscheid maken op basis van:
  1° de gezinssamenstelling van de aanvrager;
  2° de leden van het gezin voor wie het inkomen wordt bepaald;
  3° de bron van het inkomen.
  § 3. De aanvrager en degene met wie hij een gezin vormt, moeten hun rechten doen gelden:
  1° op de tegemoetkomingen en vergoedingen waarop zij recht hebben krachtens een andere Belgische of buitenlandse wetgeving of krachtens regels die van toepassing zijn op het personeel van een openbare internationale instelling, en die gebaseerd zijn op een beperking van de verdiencapaciteit, een gebrek aan of een vermindering van zelfredzaamheid of op de artikelen 1382 en volgende van het Burgerlijk Wetboek betreffende de burgerlijke aansprakelijkheid;
  2° sociale tegemoetkomingen m.b.t. ziekte en invaliditeit, werkloosheid, arbeidsongevallen, beroepsziekten, ouderdoms- en overlevingspensioenen, inkomensgarantie voor ouderen en gewaarborgd inkomen voor ouderen.
  § 4. Voor de toepassing van deze bepaling wordt onder gezin verstaan elke samenwoning van twee personen die geen bloed-of aanverwant zijn in de eerste, tweede of derde graad.
  Het bestaan van een gezin wordt vermoed wanneer twee personen die geen bloed-of aanverwant zijn in de eerste, tweede of derde graad hun hoofdverblijfplaats op hetzelfde adres hebben. Het tegenbewijs kan met alle mogelijke middelen worden geleverd door de aanvrager.
  Wanneer een van de leden van het gezin wordt vastgehouden in een gevangenis of een instelling voor sociale bescherming, houdt het gezin op te bestaan voor de duur van de detentie.
  § 5. De in paragraaf 1 bedoelde tegemoetkoming kan aan de aanvrager worden toegekend als voorschot op de in paragraaf 3 bedoelde tegemoetkomingen en vergoedingen.
  De Regering bepaalt onder welke voorwaarden, volgens welke modaliteiten en tot welk bedrag deze voorschotten kunnen worden toegekend en hoe ze moeten worden teruggevorderd. De Waalse verzekeringsinstelling treedt in de rechten van de begunstigde tot het bedrag van de betaalde voorschotten. In voorkomend geval vordert hij de voorschotten op de tegemoetkomingen en vergoedingen terug van de begunstigde.".

Art.13. In Boek IIIquater, ingevoegd bij artikel 2, wordt een Titel IV ingevoegd, met als opschrift "Procedure".

Art.14. In Titel IV, ingevoegd bij artikel 13, wordt artikel 43/39 ingevoegd, luidend als volgt:
  "Art. 43/39. § 1. De aanvraag tot uitbetaling van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden wordt door de aanvrager, zijn vertegenwoordiger of een van de door de Regering aangewezen beroepsbeoefenaars ingediend bij zijn Waalse verzekeringsinstelling of bij de Waalse verzekeringsinstelling waarmee een overeenkomst voor het beheer van de hulp voor bejaarden is opgesteld.
  De Regering bepaalt de modaliteiten voor het indienen van de aanvraag of de nieuwe aanvraag, alsook de datum waarop de beslissing tot toekenning of weigering van de Waalse verzekeringsinstelling van kracht wordt.
  De Regering bepaalt in welke gevallen een nieuwe aanvraag kan worden ingediend en in welke gevallen het recht op de tegemoetkoming ambtshalve wordt herzien en op welke datum de herziening in werking treedt
  De Regering bepaalt in welke gevallen een beslissing kan worden ingetrokken.
  § 2. Na verificatie van de voorwaarden bedoeld in de artikelen 43/33 tot en met 43/38, behandelt de Waalse verzekeringsinstelling de tegemoetkomingsaanvraag waarbij ze het inkomen van de begunstigde en van de persoon met wie hij een gezin vormt, berekent. De Regering bepaalt de termijnen waarbinnen de Waalse verzekeringsinstellingen de tegemoetkomingsaanvragen onderzoeken, met dien verstande dat deze niet langer mogen zijn dan zes maanden na de indiening van de aanvraag of de wijziging die aanleiding geeft tot de herziening.
  De tegemoetkoming brengt alleen voor de aanvrager van rechtswege een intrest op vanaf de datum waarop zij verschuldigd is en op zijn vroegst vanaf de datum die voortvloeit uit het eerste lid. Deze interesten worden tegen de wettelijke rentevoet berekend. De gegevens die nodig zijn voor de berekening van de inkomsten, met inbegrip van nieuwe gegevens die aanleiding kunnen geven tot een wijziging van het bedrag van de tegemoetkoming, worden verzameld bij de Federale Pensioendienst, de pensioengegevensbank, de FOD Financiën of de instellingen die belast zijn met de betaling van de betrokken inkomsten, onverminderd de bepalingen van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid.
  De Regering bepaalt de gegevens die nodig zijn voor de beoordeling van de voorwaarden m.b.t. de toekenning van de tegemoetkoming die door de aanvrager meegedeeld moeten worden, alsook de modaliteiten en termijnen voor de mededeling.
  § 3. In geval van opening van het recht op betaling van de tegemoetkoming wordt deze aan de begunstigde uitbetaald volgens de door de Regering vastgestelde regels.
  De ten onrechte betaalde tegemoetkoming brengt van rechtswege een intrest op vanaf de datum van betaling indien de onverschuldigde betaling het gevolg is van fraude, bedrog of misleiding door de aanvrager.".

Art.15. In dezelfde titel IV wordt een artikel 43/40 ingevoegd, luidend als volgt:
  "Art. 43/40. § 1. Overeenkomstig de door de Regering vastgestelde modaliteiten stelt de Waalse verzekeringsinstelling de aanvrager per gewone post en per aangetekende brief in kennis van de beslissing om de tegemoetkoming te herzien of te weigeren.
  De beslissing tot toekenning, herziening of weigering van de tegemoetkoming bevat de volgende gegevens, op straffe van nietigheid:
  1° de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de bevoegde arbeidsrechtbank;
  2° het adres van de bevoegde rechtbank;
  3° de termijn en de modaliteiten voor het instellen van een beroep;
  4° de inhoud van de artikelen 728 en 1017 van het Gerechtelijk Wetboek;
  5° de referenties van het dossier en van de dienst die het beheert;
  6° de mogelijkheid om opheldering te verkrijgen omtrent de beslissing bij de dienst die het dossier beheert of bij een aangewezen informatiedienst;
  7° de details van de gegevens met betrekking tot de in aanmerking genomen inkomsten, alsook de identificatie van de dienst of instelling die de gegevens heeft verstrekt.
  Indien de beslissing niet de in lid 1 bedoelde informatie bevat, begint de beroepstermijn niet te lopen.
  § 2. Wanneer vastgesteld wordt dat de beslissing aangetast is door een juridische of materiële vergissing, neemt de Waalse verzekeringsinstelling op eigen initiatief een nieuwe beslissing die uitwerking heeft op de datum waarop de verbeterde beslissing had moeten ingaan, onverminderd de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake verjaring.
  De nieuwe beslissing treedt in werking, in geval van een vergissing van de administratieve dienst of de Waalse verzekeringsinstelling, op de eerste dag van de maand die volgt op de kennisgeving, indien het recht op betaling van de tegemoetkoming lager is dan het oorspronkelijk erkende recht.
  Onverschuldigde betalingen als gevolg van een aan de Waalse verzekeringsinstelling toe te schrijven fout zijn voor rekening van deze laatste.".

Art.16. In dezelfde Titel IV wordt een artikel 43/41 ingevoegd, luidend als volgt:
  "Art. 43/41. Indien uit de kwaliteitscontrole van een beslissing blijkt dat ze onjuist is, wordt de aanvrager volgens de door de Regering vastgestelde modaliteiten opnieuw in kennis gesteld van het recht op of de weigering van betaling van de tegemoetkoming.".

Art.17. In dezelfde Titel IV wordt een artikel 43/42 ingevoegd, luidend als volgt:
  "Art. 43/42. De Regering bepaalt de gevallen waarin de tegemoetkoming geheel of gedeeltelijk wordt geschorst ten aanzien van begunstigden die in penitentiaire inrichtingen worden vastgehouden of die in inrichting tot Bescherming van de Maatschappij worden geïnterneerd, alsmede de duur van de schorsing.".

Art.18. In dezelfde Titel IV wordt een artikel 43/43 ingevoegd, luidend als volgt:
  "Art. 43/43. De Regering stelt de vervallen en niet-uitbetaalde termijnen vast van de tegemoetkomingen die na het overlijden van de begunstigde kunnen worden betaald, de natuurlijke personen aan wie zij worden betaald, de volgorde waarin deze personen hun recht kunnen uitoefenen en de formaliteiten die in acht moeten worden genomen, alsmede de termijn voor de indiening van de aanvraag.".

Art.19. In dezelfde Titel IV wordt een artikel 43/44 ingevoegd, luidend als volgt:
  "Art. 43/43. De informatie die door de Waalse verzekeringsinstelling in elektronische vorm wordt verzameld, opgeslagen of gereproduceerd, heeft bewijskracht op voorwaarde dat ze is geregistreerd, opgeslagen of gereproduceerd in overeenstemming met het koninklijk besluit van 7 december 2016 over de bewijskracht van de gegevens die door de instellingen van sociale zekerheid worden verwerkt.".

Art.20. In dezelfde Titel IV wordt een artikel 43/45 ingevoegd, luidend als volgt:
  "Art. 43/45. De Regering voorziet in de gevallen waarin de Waalse verzekeringsinstelling automatisch afziet van de terugvordering van ten onrechte betaalde tegemoetkomingen.
  De Regering stelt een verzakingscomité als bedoeld in artikel 43/52 in, dat geheel of gedeeltelijk kan afzien van de terugvordering van ten onrechte betaalde tegemoetkomingen voor de gevallen die op grond van het samengestelde dossier rente verdienen.
  De Regering bepaalt de wijze waarop de aanvraag tot verzaking moet worden ingediend. De aanvraag tot verzaking is met redenen omkleed.".

Art.21. In dezelfde Titel IV wordt een artikel 43/46 ingevoegd, luidend als volgt:
  "Art. 43/46. § 1. De terugvordering van ten onrechte betaalde tegemoetkomingen wordt voorgeschreven binnen twee jaar na de datum van betaling.
  De in lid 1 bedoelde termijn wordt verlengd tot vijf jaar wanneer de ten onrechte bedragen zijn ontvangen als gevolg van frauduleuze praktijken of valse verklaringen.
  § 2. De terugvorderingsbeslissing wordt op straffe van nietigheid per aangetekende brief ter kennis van de debiteuren gebracht.
  Deze zending vermeldt:
  1° de vaststelling dat er onverschuldigde bedragen zijn betaald;
  2° het totale bedrag van wat onverschuldigd is betaald, alsmede de berekeningswijze ervan;
  3° de inhoud en de refertes van de bepalingen in strijd waarmee de betalingen zijn gedaan;
  4° de in aanmerking genomen verjaringstermijn en, indien deze niet twee jaar bedraagt, de rechtvaardiging daarvan, alsmede de stuiting van de verjaringstermijn door de neerlegging van de aangetekende brief;
  5° de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de bevoegde arbeidsrechtbank;
  6° het adres van de bevoegde rechtbank;
  7° de termijn en de modaliteiten voor het instellen van een beroep;
  8° de inhoud van de artikelen 728 en 1017 van het Gerechtelijk Wetboek;
  9° de referenties van het dossier en de mogelijkheid om opheldering te verkrijgen omtrent de beslissing bij de dienst die het dossier beheert of bij een aangewezen voorlichtingsdienst;
  10° de mogelijkheid om een met redenen omkleed voorstel tot terugbetaling in schijven voor te leggen;
  11° de mogelijkheid voor de gehandicapte persoon om bij het in artikel 43/52 bedoelde verzakingscomité een verzoek in te dienen om af te zien van ten onrechte betaalde tegemoetkomingen, tenzij de ten onrechte betaalde tegemoetkoming het gevolg is van fraude, bedrog of misleiding.
  Indien de beslissing de in het tweede lid genoemde vermeldingen niet bevat, gaat de termijn om een beroep in te stellen niet in.
  § 3. De verjaringstermijn wordt onderbroken door de indiening van de aangetekende brief, door een gerechtelijke procedure, door terugvordering, door vrijwillige terugbetaling verricht door de begunstigde.
  § 4. In geval van onverschuldigde betaling van tegemoetkomingen gaan de Waalse verzekeringsinstelling over tot terugvordering van de bedragen overeenkomstig paragraaf 1.
  Onverminderd het recht om ze te innen door de gewone rechtsmiddelen, mogen de Waalse verzekeringsinstellingen met inachtneming van artikel 1410, § 4, van het Gerechtelijk Wetboek, de sommen die moeten betaald worden als ten onrechte ontvangen tegemoetkomingen door de personen aan wie de tegemoetkomingen verschuldigd zijn of moeten worden uitgekeerd, van het bedrag der verdere tegemoetkomingen afhouden.
  Indien de verschuldigde maar nog niet betaalde bedragen groter zijn dan het onverschuldigde bedrag, wordt het verschil tussen de achterstand en de schuld aan de begunstigde betaald.
  § 5. Indien de Waalse verzekeringsinstelling de onverschuldigd betaalde tegemoetkomingen niet kan terugvorderen, kan de terugvordering op haar verzoek geschieden door een dienst of orgaan dat een van de in artikel 1410, eerste, tweede, derde, vierde, vijfde en achtste lid, van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde tegemoetkomingen betaalt, of op verschuldigde maar nog niet betaalde bedragen van diezelfde tegemoetkomingen.
  § 6. De terugvorderingsbeslissing wordt uitgevoerd na een termijn van drie maanden vanaf de in paragraaf 2 bedoelde kennisgeving.
  Wanneer de begunstigde vóór het verstrijken van deze termijn van drie maanden een aanvraag tot verzaking heeft ingediend, wordt de terugvordering geschorst totdat het in artikel 43/52 bedoelde verzakingscomité zich over de aanvraag heeft uitgesproken.
  Indien de in lid 2 bedoelde aanvraag tot verzaking na de termijn van drie maanden na de kennisgeving van de onverschuldigde betaling wordt ingediend, wordt de terugvordering van de onverschuldigde betalingen ingeleid of voortgezet totdat het in artikel 43/52 bedoelde verzakingscomité een andersluidende beslissing heeft genomen.".

Art.22. In Boek IIIquater, ingevoegd bij artikel 2, wordt een titel V ingevoegd met als opschrift "Beroepsmiddelen".

Art.23. In Titel V, ingevoegd bij artikel 22, wordt een artikel 43/47 ingevoegd, luidend als volgt:
  "Art. 43/47. Tegen de beslissing bedoeld in de artikelen 43/40, 43/41 en 43/46, § 2, kan overeenkomstig artikel 580, 6°ter, van het Gerechtelijk Wetboek beroep worden ingesteld bij de arbeidsrechtbank.
  Op straffe van niet-ontvankelijkheid moet dit beroep worden ingesteld binnen drie maanden na kennisgeving van de bestreden beslissing.
  Tegen een beslissing om al dan niet af te zien van invordering als bedoeld in artikel 43/45 kan geen beroep worden ingesteld.
  In de zaken waarin een medisch expert wordt aangewezen, worden de voorschotten, de erelonen en de kosten van deze expert, die vervat zijn in de nota die hij opstelt overeenkomstig de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek, vermeld met toepassing van het door de Koning vastgestelde tarief."

Art.24. In Boek IIIquater, ingevoegd bij artikel 2 wordt een Titel VI ingevoegd met als opschrift "Financiering van de Waalse verzekeringsinstellingen".

Art.25. In Titel VI, ingevoegd bij artikel 24, wordt een artikel 43/48 ingevoegd, luidend als volgt:
  "Art. 43/48. § 1. De begrotingsenveloppe voor de Waalse verzekeringsinstellingen dekt:
  1° de bedragen die bestemd zijn voor de betaling van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden;
  2° de globale subsidie die bestemd is om de beheerskosten van de Waalse verzekeringsinstellingen te dekken.
  De Regering bepaalt de modaliteiten voor de herziening van de begrotingsenveloppe volgens de parameters die zij bepaalt.
  § 2. Het Agentschap:
  1° verdeelt de bedragen bedoeld in het eerste lid, 1°, onder de Waalse verzekeringsinstellingen;
  2° verdeelt de globale subsidie bedoeld in paragraaf 1, 2°, tussen de Waalse verzekeringsinstellingen volgens de door de Regering bepaalde modaliteiten.
  Wat betreft het eerste lid, 1°, wordt het overschot van de bedragen bestemd voor de betaling van de tegemoetkomingen voor hulp aan bejaarden teruggestort aan het Agentschap binnen de termijn en volgens de modaliteiten die de Regering bepaalt.
  § 3. De bedragen bedoeld in paragraaf 2, 1° en 2°, worden:
  1° gestort op afzonderlijke rekeningen op naam van Waalse verzekeringsinstellingen;
  2° door de Waalse verzekeringsinstellingen gebruikt voor de exclusieve doeleinden waarvoor ze werden toegewezen.
  4. De Waalse verzekeringsinstellingen registreren de financiële verrichtingen afzonderlijk en volgens een boekhoudplan bepaald door de Regering.".

Art.26. In dezelfde Titel VI wordt een artikel 43/49 ingevoegd, luidend als volgt:
  "Art. 43/49. § 1. De Regering bepaalt het bedrag van de globale subsidie die bestemd is om de beheerskosten van de Waalse verzekeringsinstellingen te dekken.
  Dit bedrag evolueert in de tijd, volgens de modaliteiten bepaald door de Regering.
  § 2. De Regering bepaalt de berekeningswijze van het aandeel van elke Waalse verzekeringsinstelling in de totale subsidie voor de financiering van de beheerskosten van de Waalse verzekeringsinstellingen, rekening houdende met:
  1° een kwantitatief criterium dat verband houdt met de werklast van de Waalse verzekeringsinstellingen;
  2° een kwalitatief criterium dat verband houdt met de evaluatie van de kwaliteit van de prestaties van de Waalse verzekeringsinstellingen.
  In afwijking van het eerste lid, wordt, de vier eerste jaren na de datum van inwerkingtreding van dit decreet, de globale subsidie bestemd om de administratiekosten te financieren, verdeeld tussen de Waalse verzekeringsinstellingen op basis van het enige kwantitatief criterium.".

Art.27. In dezelfde Titel VI wordt een artikel 43/50 ingevoegd, luidend als volgt:
  "Art. 43/50. De Regering bepaalt de gevallen waarin de Waalse verzekeringsinstellingen de bedragen van de oninvorderbare betalingen of waarvoor van terugvordering wordt afgezien, ten laste van het Waalse Gewest laten.".

Art.28. In Titel VI, ingevoegd bij artikel 24, wordt een artikel 43/51 ingevoegd, luidend als volgt:
  "Art. 43/51. Het Agentschap legt de rechtzetting op van de boekingen en compenseert op de komende stortingen de bedragen van de onverschuldigde tegemoetkomingen aangerekend ten laste van het Waalse Gewest buiten de hypothesen bedoeld in artikel 43/50.".

Art.29. In Boek IIIquater, ingevoegd bij artikel 2, wordt een titel VII ingevoegd met als opschrift "Raad voor het beheer van de hulp aan bejaarden en verzakingscomité".

Art.30. In Titel VII, ingevoegd bij artikel 29, wordt een artikel 43/52 ingevoegd, luidend als volgt:
  "Art. 43/52. Er wordt een Raad voor het beheer van de hulp aan bejaarden en verzakingscomité opgericht.
  De Regering bepaalt de samenstelling, de werkwijze en de taken van de Raad en het comité.
  De Raad informeert de branchecomités "Handicap" en "Welzijn en Gezondheid" van het Agentschap over de administratieve en budgettaire beslissingen met betrekking tot de toepassing van de bepalingen van dit Boek.
  Eenmaal per jaar legt de Raad een activiteitenverslag voor aan de branchecomités "Handicap" en "Welzijn en Gezondheid" van het Agentschap.

Art.31. In Boek IIIquater, ingevoegd bij artikel 2, wordt een titel VIII ingevoegd met als opschrift "Uitwisseling van informatie".

Art.32. In Titel VIII, ingevoegd bij artikel 31, wordt een artikel 43/53 ingevoegd, luidend als volgt:
  "Art. 43/53. Indien een Waalse verzekeringsinstelling vaststelt dat een andere Waalse verzekeringsinstelling bevoegd is geworden om de tegemoetkomingen te betalen, deelt zij die andere Waalse verzekeringsinstelling onmiddellijk alle informatie mee die zij nodig heeft om haar bevoegdheid te kunnen uitoefenen.
  De uitwisseling van gegevens vindt plaats langs elektronische weg.".

Art.33. In Boek IIIquater, ingevoegd bij artikel 2, wordt een titel IX ingevoegd met als opschrift "Bescherming van de persoonlijke levenssfeer".

Art.34. In Titel IX, ingevoegd bij artikel 33, wordt een artikel 43/54 ingevoegd, luidend als volgt:
  "Art. 43/54. § 1. De persoonsgegevens worden uitsluitend verwerkt met het oog op de uitvoering van de taken inzake de betaling van de tegemoetkomingen van de Waalse verzekeringsinstellingen en de taken van het Agentschap voor het toezicht op de toepassing van de bepalingen inzake het beheer en de betaling van de tegemoetkomingen.
  § 2. De Waalse verzekeringsinstellingen en het Agentschap zijn elk verantwoordelijk voor de verwerking van de gegevens die ze uitvoeren in het kader van de uitoefening van de taken van openbare dienst die hen respectievelijk door dit Boek zijn toevertrouwd.
  De gegevens van de dossiers betreffende aanvragen voor tegemoetkomingen die geen aanleiding hebben gegeven tot een betaling, worden, mits de verjaringstermijn niet is gestuit door de betrokkenen, bewaard gedurende vijf jaar vanaf de laatste dag van het kwartaal waarin de aanvraag voor tegemoetkomingen is ingediend.
  De gegevens in de afgesloten dossiers betreffende de aanvragen voor tegemoetkomingen die aanleiding hebben gegeven tot minstens een betaling, de gegevens in de geopende dossiers, de boekhoudkundige stukken en daarmee gelijkgestelde stukken moeten, voor zover de verjaring niet door de belanghebbenden geschorst is, gedurende zeven jaar bewaard worden te rekenen van 31 december van het jaar waarin het dossier wordt afgesloten.".

Art.35. In Boek IIIquater, ingevoegd bij artikel 2, wordt een titel V ingevoegd met als opschrift "Controle".

Art.36. In Titel X, ingevoegd bij artikel 35, wordt een artikel 43/55 ingevoegd, luidend als volgt:
  "Art. 43/55. Artikel 43/21 is toepasselijk op de controle op de naleving van de bepalingen van dit Boek.".

Art.37. In Titel X, ingevoegd bij artikel 35, wordt een artikel 43/56 ingevoegd, luidend als volgt:
  "Art. 43/56. Het Agentschap is belast met het toezicht op de toepassing van de reglementaire bepalingen met betrekking tot de regelingen voor het beheer en de betaling van tegemoetkomingen voor hulp aan bejaarden.
  Met het oog hierop:
  1° houdt het Agentschap toezicht op de uitvoering van de bepalingen van dit Boek;
  2° voert het Agentschap de verschillende soorten terugkerende en ad hoc controles uit, in dit geval de controle van het administratief beheer van de dossiers door de Waalse verzekeringsinstellingen en de evaluatie van het gebrek aan of de vermindering van de zelfredzaamheid bedoeld in artikel 43/36 en de controle van de voorwaarden van de verzaking bedoeld in artikel 43/45.
  De controle van de kwaliteit van de beslissingen wordt door het Agentschap regelmatig en steekproefsgewijs uitgevoerd.
  Het Agentschap ziet toe op de correcte toepassing van de regels voor de betaling van de tegemoetkomingen op basis van de activiteit en de financiële informatie die regelmatig door de Waalse verzekeringsinstellingen wordt doorgegeven.
  De Waalse verzekeringsinstellingen verstrekken het Agentschap binnen de door de Regering vastgestelde termijnen alle inlichtingen, gegevens of documenten die het van hen vraagt, voor zover deze nodig zijn voor de uitoefening van de wettelijke controletaak, volgens de door de Regering vastgestelde modaliteiten.
  De Regering bepaalt de modaliteiten van deze verschillende soorten controles die door het Agentschap worden uitgevoerd, alsook het model voor de mededeling van de financiële en statistische rapportage.".

Art.38. In boek IIIquater, ingevoegd bij artikel 2, wordt een titel XI ingevoegd met als opschrift "Overgangsbepaling".

Art.39. In Titel XI, ingevoegd bij artikel 38, wordt een artikel 43/57 ingevoegd, luidend als volgt:
  "Art. 43/57. § 1. Personen die de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden ontvangen krachtens de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap, vóór de goedkeuring van dit boek, blijven deze ontvangen tegen het bedrag dat is vastgesteld op de datum van inwerkingtreding van dit boek, totdat, ter gelegenheid van een herziening of op hun verzoek, een beslissing in toepassing van dit boek wordt genomen.
  § 2. In afwijking van dit Boek blijft de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap van toepassing op elke aanvraag voor een tegemoetkoming die vóór 1 januari 2021 is ingediend en waarvoor nog geen beslissing tot weigering of toekenning uit hoofde van deze wet is genomen tot de beslissing tot weigering of toekenning die de aanvraag afsluit.".

HOOFDSTUK III. - Wijzigingen in de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap
Art.40. In artikel 1, eerste lid, van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap worden de woorden "de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden" opgeheven.

Art.41. In artikel 2 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 24 december 2002, wordt paragraaf 3 opgeheven.

Art.42. In artikel 6 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 24 december 2002, wordt paragraaf 3 opgeheven.

Art.43. In artikel 7, § 1, derde lid, tweede zin, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 9 juli 2004 worden de woorden "of een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden" opgeheven.

Art.44. Artikel 8, § 1, vierde lid, wordt opgeheven.

HOOFDSTUK IV. - Wijziging van het Gerechtelijk Wetboek
Art.45. In artikel 1410, § 4, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 7 mei 2019, worden de woorden "en voor de betaling van de tegemoetkomingen voor hulp aan bejaarden" ingevoegd tussen de woorden "vanaf 1 januari 2015" en de woorden "ambtshalve teruggevorderd worden".

HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 46. Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2021.