Details





Titel:

3 SEPTEMBER 2020. - Decreet tot vaststelling van de modaliteiten van het recht voor de indiener van een verzoekschrift om te worden gehoord voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 11-09-2020 en tekstbijwerking tot 09-07-2021)



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Dit decreet wordt genomen ter uitvoering van artikel 41 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, vervangen bij artikel 2 van het decreet van 3 september 2020 tot wijziging van artikel 41 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen teneinde het recht van de indiener van een verzoekschrift om te worden gehoord te verankeren voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet.
  Het regelt aangelegenheden bedoeld in artikel 127 en artikel 128 van de Grondwet geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet.

Art.2. Om het recht te openen om door het Parlement te worden gehoord, moet een verzoekschrift ondertekend zijn door minstens duizend ondertekenaars die de volle leeftijd van zestien jaar hebben bereikt [1 en hun volledige naam, geboortedatum en woonplaats hebben aangegeven]1.
  ----------
  (1)<DWG 2021-06-24/26, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 24-12-2021>


Art. 3.[1 De griffier van het Waals Parlement is de beheerder van de persoonsgegevens die door de bezwaarindieners aan het Parlement worden meegedeeld.
   Deze gegevens worden in voorkomend geval toegezonden aan de overheid die met het beheer van het Rijksregister van de natuurlijke personen is belast, zodat kan worden nagegaan of aan de in artikel 2 gestelde voorwaarden is voldaan.
   Persoonsgegevens die worden verwerkt om na te gaan of aan de voorwaarden van artikel 2 is voldaan, mogen niet langer dan twee jaar na de verwerking van het verzoekschrift worden bewaard, onverminderd :
   - de verplichtingen uit hoofde van de wetgeving tot instelling van een Rijksregister van natuurlijke personen;
   - het bijhouden van de persoonlijke rekening van de gebruiker op de website van het Parlement;
   - het vermelden van de naam van de hoofddeposant in de officiële documenten die door het Parlement worden opgesteld.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DWG 2021-06-24/26, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 24-12-2021>