16 JULI 2020. - Besluit van de Waalse Regering houdende verscheidene tijdelijke maatregelen ter bestrijding van de woekering van schorskever van de fijnspar
Art. 1-7
Artikel 1. In bossen in de zin van artikel 2 van het Boswetboek zijn particuliere en openbare eigenaren van gewone sparren (Picea abies (L.) Karst) of Sitka (Picea sitchensis (Bong.) Carr.) (staand, omgehakt of aan de bosrand gestapeld) verplicht om te zorgen voor toezicht om zo snel mogelijk de aantastingen door schorskevers op te sporen. De in dit besluit genoemde schorskevers zijn van het type letterzetter (Ips typographus L.).
Wanneer bewijzen voor de aanwezigheid van schorskevers worden gevonden, moet de eigenaar van het aangetaste hout het insect binnen 15 dagen na de bevinding bestrijden volgens de modaliteiten bepaald in de artikelen 2 en 3 van dit besluit.
De ambtenaren in de zin van artikel 3 van het Boswetboek kunnen de aantastingen door schorskevers vaststellen en de eigenaar in kennis daarvan stellen, die dan over vijftien dagen na de datum van kennisgeving beschikt om over te gaan tot de bestrijding van dit insect volgens de in de artikelen 2 en 3 van dit besluit bepaalde modaliteiten.
Art.2. De bestrijding van de aantastingen door schorskevers bestaat in het omhakken en het afvoeren van door schorskever aangetast hout. Omgehakt aangetast hout wordt binnen 5 dagen na het hakken afgevoerd en wordt opgeslagen op een afstand van ten minste een kilometer van een andere sparrenstand of op het terrein van een houtverwerkingsbedrijf.
Als het niet binnen 5 dagen na het kappen uit het bos worden afgevoerd, wordt het omgehakte aangetaste hout volledig ontschorst.
Art.3. In de maanden maart tot en met oktober mag bij het kappen van gezond hout geen enkele spar meer dan 30 dagen op de kapping blijven liggen of aan de bosrand gestapeld worden en niet meer dan een kilometer verwijderd zijn van levende sparren met een omtrek van meer dan 60 cm op een hoogte van 1,5 m, behalve dat deze over de gehele lengte als volgt moeten worden ontboord of ontschorst:
1° voor hout met een omtrek van minder dan 39 cm op een hoogte van 1,5 m: ten minste aan twee zijden;
2° voor hout met een omtrek van minder dan 40 tot 70 cm op een hoogte van 1,5 m: ten minste aan vier zijden;
3° hout van grotere afmetingen moet volledig ontschorst zijn.
Art.4. Indien de eigenaar van het bos niet binnen de in artikel 1 bedoelde termijn van 15 dagen de in de artikelen 2 en 3 van dit besluit bedoelde verrichtingen voor de bestrijding van de schorskever uitvoert, stelt de ambtenaar in de zin van artikel 3 van het Boswetboek de burgemeester van de gemeente in kennis van de plaats waar het aangetaste hout zich bevindt, van de risico's die dit met zich meebrengt voor de openbare veiligheid en de gezondheid van het milieu, en geeft hij hem advies.
Indien de eigenaar geen vrijwillige maatregelen neemt om de schorskevers binnen de voorgeschreven termijn te bestrijden, kan de burgemeester de exploitatie van de door de schorskever aangetaste sparren opleggen op kosten van de in gebreke blijvende eigenaar
Art.5. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.
Art.6. Dit besluit houdt op uitwerking te hebben op 31 oktober 2021.
Art. 7. De Minister bevoegd voor Bossen is belast met de uitvoering van dit besluit.