Details





Titel:

24 DECEMBER 2020. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen betreffende de begunstigden van het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie



Inhoudstafel:


Art. 1-18
BIJLAGEN.
Art. N1-N9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1981001949 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 juni 2020, wordt aangevuld met de punten 12° en 13°, luidende:
  "12° het terugtrekkingsakkoord: het akkoord zoals gedefinieerd in artikel 1, § 1, 30°, van de wet;
  13° begunstigde van het terugtrekkingsakkoord: de persoon bedoeld in artikel 1, § 1, 31°, van de wet.".

Art.2. Artikel 31 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 juni 2020 wordt aangevuld met de punten 14° en 15°, luidende:
  "14° de verblijfskaart voor begunstigden van het terugtrekkingsakkoord die overeenkomstig het model in bijlage 53 is opgesteld, is vijf jaar geldig;
  15° de duurzame verblijfskaart voor begunstigden van het terugtrekkingsakkoord die opgesteld is overeenkomstig het model in bijlage 54, is tien jaar geldig.".

Art.3. In Titel II van het hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk Iquinquies ingevoegd dat de artikelen 69undecies tot 69terdercies bevat, luidende:
  "Hoofdstuk Iquinquies. - Begunstigden van het terugtrekkingsakkoord.

Art.4. 69undecies. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op:
  1° de onderdanen van het Verenigd Koninkrijk die voor het einde van de overgangsperiode, overeenkomstig het recht van de Unie in België hun recht op verblijf hebben uitgeoefend en daar ook nadien hun verblijf voortzetten, overeenkomstig artikel 10, paragraaf 1, onder b), van het terugtrekkingsakkoord;
  2° de onderdanen van het Verenigd Koninkrijk die voor het einde van de overgangsperiode als grensarbeider in de zin van artikel 9, onder b), van het terugtrekkingsakkoord in België actief waren en ook nadien hun activiteiten in België verderzetten, overeenkomstig artikel 10, paragraaf 1, onder d), van het terugtrekkingsakkoord;
  3° familieleden van de in 1° en 2° bedoelde personen die voor het einde van de overgangsperiode, overeenkomstig het recht van de Unie in België hun recht op verblijf hebben uitgeoefend en daar ook nadien hun verblijf voortzetten, overeenkomstig artikel 10, paragraaf 1, onder e), i) en f) en artikel 10, paragrafen 2 en 3, van het terugtrekkingsakkoord;
  4° rechtstreekse verwanten van Britse begunstigden van het terugtrekkingsakkoord die voor het einde van de overgangsperiode buiten België verbleven, mits zij op het moment waarop zij hun familielid willen vervoegen, voldoen aan de in artikel 2, punt 2, van Richtlijn 2004/38/EG vermelde voorwaarden, overeenkomstig artikel 10, paragraaf 1, onder e), ii), van het terugtrekkingsakkoord;
  5° toekomstige kinderen van een begunstigde van het terugtrekkingsakkoord, geboren of geadopteerd na het einde van de overgangsperiode, overeenkomstig artikel 10, paragraaf 1, onder e), iii), van het terugtrekkingsakkoord;
  6° de partner met wie de Britse begunstigde van het terugtrekkingsakkoord een deugdelijk bewezen duurzame relatie heeft, wanneer die partner voor het eind van de overgangsperiode buiten België woonachtig was, mits die relatie al voor het eind van de overgangsperiode duurzaam was en op het tijdstip waarop de partner vraagt de begunstigde te vervoegen, voortduurt, overeenkomstig artikel 10, paragraaf 4, van het terugtrekkingsakkoord.

Art.5. 69duodecies. § 1. De in artikel 69undecies bedoelde personen dienen een aanvraag in voor een status als begunstigde van het terugtrekkingsakkoord bij het gemeentebestuur van de plaats van verblijf door middel van een document overeenkomstig het model van de bijlage 58.
  De burgemeester of zijn gemachtigde levert onmiddellijk een bewijs van het indienen van de aanvraag af overeenkomstig het model van de bijlage 56 of 57, overeenkomstig artikel 18, paragraaf 1, tweede lid, onder b), van het terugtrekkingsakkoord. Dit document is drie maanden geldig vanaf de datum van afgifte en wordt daarna voor drie maanden verlengd tot over de aanvraag is beslist.
  In afwijking van het eerste lid, dienen de in artikel 69undecies, 2°, bedoelde personen hun aanvraag in bij het gemeentebestuur van de plaats waar zij werkzaam zijn.
  § 2. Bij de aanvraag of ten laatste binnen de drie maanden na de aanvraag, dienen de in artikel 69undecies, 1° tot 3°, bedoelde personen, die reeds in het bezit zijn van een geldige verklaring van inschrijving, een geldige verblijfskaart van een familielid van een burger van de Unie, een geldig document ter staving van duurzaam verblijf, een geldige duurzame verblijfskaart van een familielid van een burger van de Unie of een geldig document voor grensarbeiders, de volgende documenten voor te leggen:
  1° een kopie van het geldig paspoort, of, voor de onderdanen van het Verenigd Koninkrijk, een kopie van de geldige identiteitskaart van de betrokkene;
  2° naargelang hetgeen op hem van toepassing is, een kopie van zijn geldige verklaring van inschrijving, van zijn geldige verblijfskaart van een familielid van een burger van de Unie, een geldig document ter staving van duurzaam verblijf, een geldige duurzame verblijfskaart van een familielid van een burger van de Unie of van zijn geldige bijlage 15 als grensarbeider;
  3° een uittreksel uit het strafregister of een gelijkwaardig document, zoals bedoeld in artikel 47/5, § 4, tweede lid, van de wet, indien hij ouder is dan achttien jaar.
  § 3. Bij de aanvraag of ten laatste binnen de drie maanden na de aanvraag dienen de in artikel 69undecies, 1° en 2°, bedoelde personen die niet in het bezit zijn van een geldige verklaring van inschrijving, een geldig document ter staving van duurzaam verblijf of een geldig document voor grensarbeiders voor het einde van de overgangsperiode, de volgende documenten voor te leggen:
  1° een kopie van het geldig paspoort, of, voor de onderdanen van het Verenigd Koninkrijk, een kopie van de geldige identiteitskaart van de betrokkene;
  2° een uittreksel uit het strafregister of een gelijkwaardig document, zoals bedoeld in artikel 47/5, § 4, tweede lid, van de wet, indien hij ouder is dan achttien jaar;
  3° naargelang hetgeen op hem van toepassing is, het bewijs van de hoedanigheid in dewelke hij voor het einde van de overgangsperiode gebruik heeft gemaakt van zijn recht op verblijf of zijn recht om als grensarbeider actief te zijn overeenkomstig het recht van de Unie, zoals bedoeld in artikel 50, § 2, 1° tot 5°, of indien het niet mogelijk is het in artikel 50, § 2, 1° -3° bedoelde bewijs voor te leggen, enig ander bewijs dat aantoont dat hij van één van deze rechten gebruik heeft gemaakt;
  4° voor grensarbeiders, het bewijs dat zij de Britse nationaliteit hadden voor het einde van de overgangsperiode.
  § 4. Bij de aanvraag of ten laatste binnen de drie maanden na de aanvraag dienen de in artikel 69undecies, 3° tot 6°, bedoelde personen die niet in het bezit zijn van een geldige verblijfskaart van een familielid van een burger van de Unie of van een geldige duurzame verblijfskaart van een familielid van een burger van de Unie, de volgende documenten voor te leggen:
  1° een kopie van het geldig paspoort, of een kopie van de geldige identiteitskaart van de betrokkene;
  2° een uittreksel uit het strafregister of een gelijkwaardig document, zoals bedoeld in artikel 47/5, § 4, tweede lid, van de wet, indien hij ouder is dan achttien jaar;
  3° de officiële documenten of elk ander bewijs waarmee op geldige wijze de band van bloed- of aanverwantschap of van partnerschap, overeenkomstig artikel 44 kan worden vastgesteld;
  4° elk ander document waarmee op geldige wijze kan worden vastgesteld dat hij de voorwaarden die op hem van toepassing zijn, overeenkomstig artikel 40bis, § 2 en § 4, of 47/3, van de wet, vervult;
  5° een kopie van de geldige verklaring van inschrijving, van het geldig document ter staving van duurzaam verblijf, van de geldige verblijfskaart voor begunstigden van het terugtrekkingsakkoord of van de geldige duurzame verblijfskaart voor begunstigden van het terugtrekkingsakkoord van het familielid dat zij willen vervoegen.
  De in artikel 69undecies, 4° en 5°, bedoelde personen, voegen bovendien het bewijs toe dat de verwantschapsband reeds bestond voor het einde van de overgangsperiode.
  De in artikel 69undecies, 6°, bedoelde personen, voegen daarenboven het bewijs toe dat zij voor het eind van de overgangsperiode een duurzame relatie hadden met een onderdaan van het Verenigd Koninkrijk die de status van begunstigde van het terugtrekkingsakkoord heeft, die ook daarna voortduurt.
  § 5. De burgemeester of zijn gemachtigde stuurt de aanvraag van zodra zij volledig is onmiddellijk door aan de gemachtigde van de Minister, behalve indien het recht op verblijf of het recht op klein grensverkeer onmiddellijk aan de begunstigde van het terugtrekkingsakkoord wordt toegekend conform § 6.
  In afwijking van het eerste lid wordt de aanvraag steeds doorgestuurd naar de Minister of zijn gemachtigde wanneer de aanvraag buiten de in artikel 47/5, § 3, eerste lid, van de wet voorziene termijn werd ingediend of wanneer de aanvraag ingediend wordt door een persoon die zijn recht op verblijf of zijn recht als grensarbeider uitoefende als bevoorrechte persoon, onder de bevoegdheid van Directie Protocol van de FOD Buitenlandse Zaken.
  § 6. De burgemeester of zijn gemachtigde kent het verblijfsrecht of het recht op klein grensverkeer onmiddellijk toe aan de in § 2 bedoelde personen die binnen de in artikel 47/5, § 3, van de wet bedoelde termijn alle vereiste bewijsstukken overleggen en waarbij het voorgelegde uittreksel uit het strafregister geen veroordelingen bevat.
  In dit geval ontvangt de betrokkene, naar gelang het geval, een verblijfskaart voor begunstigden van het terugtrekkingsakkoord, een duurzame verblijfskaart voor begunstigden van het terugtrekkingsakkoord of een kaart voor klein grensverkeer voor begunstigden van het terugtrekkingsakkoord, overeenkomstig het model van de respectieve bijlagen 53, 54 of 55 en wordt de begunstigde ingeschreven in respectievelijk het vreemdelingenregister, het bevolkingsregister of het wachtregister.
  § 7. Indien de Minister of zijn gemachtigde het verblijfsrecht of het recht op klein grensverkeer toekent, ontvangt de betrokkene, naar gelang het geval, een verblijfskaart voor begunstigden van het terugtrekkingsakkoord, een duurzame verblijfskaart voor begunstigden van het terugtrekkingsakkoord of een kaart voor klein grensverkeer voor begunstigden van het terugtrekkingsakkoord, overeenkomstig het model van de respectieve bijlagen 53, 54 of 55 en wordt de begunstigde ingeschreven in respectievelijk het vreemdelingenregister, het bevolkingsregister of het wachtregister.
  Indien de Minister of zijn gemachtigde aan de betrokkene niet het verblijfsrecht of het recht op klein grensverkeer toekent, weigert hij de aanvraag en geeft hij hem, zo nodig, het bevel om het grondgebied te verlaten. De burgemeester of zijn gemachtigde betekent beide beslissingen door middel van een document overeenkomstig het model van de bijlage 59.
  § 8. De in paragraaf 2 bedoelde persoon geeft op het moment dat hij zijn verblijfskaart voor begunstigden van het terugtrekkingsakkoord, zijn duurzame verblijfskaart voor begunstigden van het terugtrekkingsakkoord of zijn kaart voor klein grensverkeer ontvangt, naar gelang hetgeen op hem van toepassing is, zijn verklaring van inschrijving, verblijfskaart van een familielid van een burger van de Unie, document ter staving van duurzaam verblijf, duurzame verblijfskaart van een familielid van een burger van de Unie of zijn bijlage 15 voor grensarbeiders terug aan het gemeentebestuur.
  § 9. Indien niet alle vereiste bewijsstukken werden voorgelegd binnen de in artikel 47/5, § 3, van de wet bedoelde termijn of, indien dat later is, binnen de drie maanden na de indiening van de aanvraag voor de status van begunstigde van het terugtrekkingsakkoord, weigert de Minister of zijn gemachtigde de aanvraag voor een status als begunstigde van het terugtrekkingsakkoord en geeft hij hem, zo nodig, het bevel om het grondgebied te verlaten door middel van een document overeenkomstig het model van de bijlage 59.
  In dit geval wordt er een einde gesteld aan het verblijf van de in paragraaf 2 bedoelde personen.
  Indien betrokkene de vereiste documenten voorlegt binnen de in het eerste lid bedoelde termijn of de vereiste documenten niet heeft voorgelegd binnen de drie maanden na het indienen van zijn aanvraag, stuurt de burgemeester of zijn gemachtigde de aanvraag onmiddellijk door aan de gemachtigde van de Minister, behalve indien het recht op verblijf onmiddellijk wordt toegekend conform § 6.
  § 10. De kosten van de elektronische kaart mogen niet hoger zijn dan het bedrag dat wordt geïnd voor de overhandiging van een identiteitskaart aan Belgische onderdanen.

Art.6. 69terdecies. § 1. De kaart voor klein grensverkeer voor begunstigden van het terugtrekkingsakkoord die overeenkomstig het model in bijlage 55 is opgesteld, is vijf jaar geldig.
  § 2. De in artikel 69undecies, 2°, bedoelde personen moeten zich tussen de veertigste en de dertigste dag voor de vervaldatum van hun document voor klein grensverkeer aanbieden bij het gemeentebestuur van de plaats waar zij werkzaam zijn om de vernieuwing aan te vragen van de kaart voor klein grensverkeer.
  § 3. Tot staving van de vernieuwing van de kaart voor klein grensverkeer, legt betrokkene de documenten over waaruit blijkt dat hij nog steeds de voorwaarden vervult die aan het klein grensverkeer zijn gesteld:
  1° een kopie van het geldig paspoort of een kopie van de geldige identiteitskaart van de betrokkene;
  2° een kopie van zijn geldige kaart voor klein grensverkeer;
  3° het bewijs dat hij als grensarbeider in België actief is, overeenkomstig artikel 50, § 2, 1° tot 3°, of indien het niet mogelijk is het in artikel 50, § 2, 1° tot 3° bedoelde bewijs voor te leggen, enig ander bewijs dat aantoont dat hij gebruik heeft gemaakt van zijn recht om als grensarbeider actief te zijn.
  § 4. De burgemeester of zijn gemachtigde kent de vernieuwing onmiddellijk toe indien alle vereiste bewijsstukken worden overgelegd en de grensarbeider actief is als werknemer of zelfstandige.
  In dit geval ontvangt betrokkene onmiddellijk een nieuwe kaart voor klein grensverkeer voor begunstigden van het terugtrekkingsakkoord, overeenkomstig het model van de bijlage 55.
  § 5. De burgemeester of zijn gemachtigde stuurt de aanvraag van zodra zij volledig is onmiddellijk door aan de gemachtigde van de Minister, behalve indien de vernieuwing onmiddellijk aan de begunstigde van het terugtrekkingsakkoord wordt toegekend conform § 4.
  Indien de Minister of zijn gemachtigde de vernieuwing toekent, ontvangt betrokkene onmiddellijk een nieuwe kaart voor klein grensverkeer voor begunstigden van het terugtrekkingsakkoord, overeenkomstig het model van de bijlage 55.
  § 6. Indien de vereiste documenten binnen de drie maanden na het indienen van de aanvraag niet werden voorgelegd, weigert de burgemeester of zijn gemachtigde de aanvraag om vernieuwing en geeft hij hem, zo nodig, het bevel om het grondgebied te verlaten door middel van een document overeenkomstig het model van bijlage 59.
  Indien de Minister of zijn gemachtigde aan de begunstigde van het terugtrekkingsakkoord niet de vernieuwing van zijn kaart voor klein grensverkeer toekent, weigert hij de aanvraag en geeft hij hem, zo nodig, het bevel om het grondgebied te verlaten. De burgemeester of zijn gemachtigde betekent beide beslissingen door middel van een document overeenkomstig het model van bijlage 59.".

Art.7. In artikel 111 van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden "of een beslissing waarop artikel 18, paragraaf 3, en artikel 20, paragraaf 1, van het terugtrekkingsakkoord van toepassing zijn" ingevoegd, tussen de woorden "vermeld in artikel 39/79, § 1, tweede lid, van de wet" en de woorden ", geeft het gemeentebestuur".

Art.8. In hetzelfde koninklijk besluit wordt een bijlage 53, die als bijlage 1 bij dit besluit is gevoegd, ingevoegd.

Art.9. In hetzelfde koninklijk besluit wordt een bijlage 54, die als bijlage 2 bij dit besluit is gevoegd, ingevoegd.

Art.10. In hetzelfde koninklijk besluit wordt een bijlage 55, die als bijlage 3 bij dit besluit is gevoegd, ingevoegd.

Art.11. In hetzelfde koninklijk besluit wordt een bijlage 56, die als bijlage 4 bij dit besluit is gevoegd, ingevoegd.

Art.12. In hetzelfde koninklijk besluit wordt een bijlage 57, die als bijlage 5 bij dit besluit is gevoegd, ingevoegd.

Art.13. In hetzelfde koninklijk besluit wordt de bijlage 22 vervangen door de bijlage 6 die bij dit besluit is gevoegd.

Art.14. In hetzelfde koninklijk besluit wordt een bijlage 58, die als bijlage 7 bij dit besluit is gevoegd, ingevoegd.

Art.15. In hetzelfde koninklijk besluit wordt een bijlage 59, die als bijlage 8 bij dit besluit is gevoegd, ingevoegd.

Art.16. In hetzelfde koninklijk besluit wordt de bijlage 35 vervangen door de bijlage 8 die bij dit besluit is gevoegd.

Art.17. Dit besluit treedt in werking de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art.18. De minister bevoegd voor de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGEN.
Art. N1.
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 31-12-2020, p. 98097)

Art. N2.
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 31-12-2020, p. 98098)

Art. N3.
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 31-12-2020, p. 98099)

Art. N4.
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 31-12-2020, p. 98100)

Art. N5.
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 31-12-2020, p. 98102)

Art. N6.
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 31-12-2020, p. 98104)

Art. N7.
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 31-12-2020, p. 98105)

Art. N8.
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 31-12-2020, p. 98106)

Art. N9.
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 31-12-2020, p. 98108)