25 NOVEMBER 2020. - Ministerieel besluit betreffende de veiligheidsvoorschriften in de dienstencheque-sector om de verspreiding van het coronavirus te beperken
Art. 1-14
Artikel 1. Indien de werknemer ziek is of indien de werknemer het voorwerp uitmaakt van een opgelegde quarantaine- of isolatiemaatregel ter bestrijding van de verspreiding van het SARS-Cov-2 virus kan deze geen prestaties uitvoeren.
Art.2. De prestaties in de woonplaats van de gebruiker gaan niet door als de gebruiker of een andere persoon die aanwezig is in de woonplaats besmet is met het virus SARS-CoV-2 of voorwerp uitmaakt van een opgelegde quarantaine- of isolatiemaatregel ter bestrijding van de verspreiding van dit virus.
Art.3. De prestaties in kader van het mindermobielenvervoer gaan niet door als de werknemer-chauffeur of een van de passagiers besmet is met het virus SARS-CoV-2 of voorwerp uitmaakt van een opgelegde quarantaine- of isolatiemaatregel ter bestrijding van de verspreiding van dit virus.
Art.4. De bewoners van de woning ontvangen geen bezoek tijdens de activiteiten van de werknemer, uitgezonderd in het kader van zorg of dringende herstellingen.
Art.5. Als een werknemer zich in dezelfde ruimte bevindt als één of meerdere andere personen, dragen zowel de werknemer als de andere personen een mondmasker.
Art.6. Alleen die activiteiten waarbij het mogelijk is om voortdurend minstens anderhalve meter afstand te bewaren tussen de werknemer en de andere aanwezige personen mogen uitgevoerd worden. Er moet steeds minstens anderhalve meter afstand gehouden worden tussen de dienstencheque-werknemer en andere personen. Indien dit onmogelijk is mag de activiteit niet doorgaan. Indien deze reeds gestart is moet deze onmiddellijk gestaakt worden. De dienstencheque-werknemer brengt de werkgever hiervan onmiddellijk op de hoogte.
Art.7. Bij het uitvoeren van de dienstencheque-prestatie doet de dienstencheque-werknemer minstens het volgende:
- het verzorgen van de eigen handhygiëne;
- het grondig reinigen van de aanraakpunten zoals schakelaars, klinken, kranen, tafels en aanrechten;
- het grondig verluchten van de ruimtes waar hij werkt.
Art.8. De gebruiker neemt volgende maatregelen:
- het voorzien van de nodige materialen en faciliteiten voor de handhygiëne van de werknemer;
- het grondig verluchten van de woning voor en na de prestaties;
- bij voorkeur gebruik maken van elektronische dienstencheques;
- bij gebruik van papieren dienstencheques deze op voorhand klaar leggen.
Art.9. De werkgever voorziet de werknemer minstens van volgende materialen:
- voldoende mondmaskers zodat de werknemer kan beschikken over een nieuw of gereinigd mondmasker per aangevatte werkdag, per vier gewerkte uren en per werkplaats;
- voldoende desinfecterende gel of gelijkaardige producten om de handen te kunnen ontsmetten voor, tijdens en na de verschillende prestaties;
- voldoende handschoenen zodat de werknemer kan beschikken over een nieuw of gereinigd paar handschoenen per aangevatte werkdag en per werkplaats.
Art.10. De erkende onderneming neemt de passende preventiemaatregelen zoals bepaald in de "Generieke gids om de verspreiding van COVID-19 op het werk tegen te gaan", die ter beschikking wordt gesteld op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, aangevuld met de eventuele richtlijnen van het paritair comité waaronder de erkende onderneming valt.
Art.11. Om ervoor te zorgen dat de veiligheidsinstructies worden opgevolgd door de werknemers, zal de werkgever:
- de nodige informatie over deze veiligheidsinstructies op een voor de werknemer begrijpelijke en toegankelijke manier voorzien;
- de nodige vorming voorzien zodat de werknemers de veiligheidsinstructies correct kunnen toepassen;
- de instructies regelmatig herhalen en daarbij aandachtig zijn voor werknemers die extra opleiding en instructies nodig kunnen hebben, zoals onervaren werknemers of anderstaligen;
- de uitgevoerde prestaties opvolgen;
- een contactpunt voorzien waar de werknemers met hun vragen omtrent de veiligheid terecht kunnen.
Art.12. De werkgever biedt psychosociale ondersteuning aan de werknemer en betrekt daarbij indien nodig de preventieadviseur psychosociale aspecten of vertrouwenspersoon.
Art.13. Om ervoor te zorgen dat de veiligheidsinstructies worden opgevolgd door de gebruikers, voorzien de werkgevers:
- de nodige informatie over deze veiligheidsinstructies op een voor de gebruikers begrijpelijke en toegankelijke manier
- een contactpunt waar gebruikers met hun vragen omtrent de veiligheid terecht kunnen.
Art. 14. Dit besluit treedt in werking op 25 november 2020.