Details





Titel:

11 JUNI 2020. - Wet tot aanpassing van verscheidene belastingwetboeken aan de wet van 5 mei 2019 houdende diverse bepalingen in strafzaken en inzake erediensten, en tot wijziging van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie en van het Sociaal Strafwetboek



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
Art. 2-5
HOOFDSTUK III. - Wijzigingen van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde
Art. 6-8
HOOFDSTUK IV. - Wijzigingen van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van de fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen
Art. 9-13



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1969070305  2019A41000 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
Art.2. In artikel 461, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, vervangen bij de wetten van 28 december 1992 en 20 september 2012 en gewijzigd bij de wet van 27 april 2016, worden de woorden "artikel 29, derde lid," vervangen door de woorden "artikel 29, § 3, tweede lid,".

Art.3. In artikel 462 van hetzelfde Wetboek, hersteld bij de wet van 20 september 2012 en gewijzigd bij de wet van 27 april 2016, worden de woorden "artikel 29, tweede en derde lid," vervangen door de woorden "artikel 29, § 2 en § 3, eerste en tweede lid,".

Art.4. In artikel 463, vierde lid, van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 april 2014, worden de woorden "artikel 29, derde lid," vervangen door de woorden "artikel 29, § 3, tweede lid,".

Art.5. De artikelen 2 tot 4 hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2020.

HOOFDSTUK III. - Wijzigingen van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde
Art.6. In artikel 74bis, vierde lid, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1986 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 juni 2016, worden de woorden "artikel 29, derde lid," vervangen door de woorden "artikel 29, § 3, tweede lid,".

Art.7. In artikel 74ter van hetzelfde Wetboek ingevoegd bij de wet van 20 september 2012 en gewijzigd bij de wet van 27 april 2016, worden de woorden "artikel 29, tweede en derde lid," vervangen door de woorden "artikel 29, § 2 en § 3, eerste en tweede lid,".

Art.8. De artikelen 6 en 7 hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2020.

HOOFDSTUK IV. - Wijzigingen van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van de fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen
Art.9. In titel 5, hoofdstuk 2, van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van de fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen Wetboek, wordt een artikel 86/1 ingevoegd, luidende:
  "Art. 86/1. Ten einde te vermijden dat een veroordeelde aan een onredelijk zware straf zou worden onderworpen, houdt de rechter bij de straftoemeting rekening met de verschuldigde administratieve geldboeten.
  Artikel 42, 3°, van het Strafwetboek vindt geen toepassing op de vermogensvoordelen die rechtstreeks uit de misdrijven bedoeld in de artikelen 85 tot 89 en 91 zijn verkregen, op de goederen en waarden die in de plaats ervan zijn gesteld en op de inkomsten uit de belegde voordelen in geval de vordering van de fiscale administratie gegrond wordt verklaard en tot een effectieve betaling van deze volledige vordering heeft geleid.".

Art.10. In artikel 94 van hetzelfde Wetboek, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "artikel 29, tweede lid" vervangen door de woorden "artikel 29, § 2";
  b) paragraaf 2, tweede lid, wordt vervangen als volgt:
  "Het openbaar ministerie beslist om al dan niet de strafvordering in te stellen van de feiten waarvan het kennis heeft genomen gedurende het overleg bedoeld in artikel 29, § 3, tweede lid van het Wetboek van strafvordering binnen de drie maanden na de initiële aangifte bedoeld in artikel 29, § 3, eerste lid, van hetzelfde Wetboek.";
  c) in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "artikel 29, derde lid" vervangen door de woorden "artikel 29, § 3, tweede lid".

Art.11. In artikel 95 van hetzelfde Wetboek worden de woorden "artikel 29, tweede en derde lid" vervangen door de woorden "artikel 29, § 2 en § 3, tweede lid".

Art.12. In artikel 96, vierde lid, van hetzelfde Wetboek worden de woorden "artikel 29, derde lid" vervangen door de woorden "artikel 29, § 3, tweede lid".

Art. 13. De artikelen 9 tot 12 hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2020.