Details





Titel:

29 MEI 2020. - Bijzonderemachtenbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering nr. 2020/028 ter invoering van een premie ter ondersteuning van de huurders met beperkte inkomsten die een inkomensverlies ondergaan door de COVID-19 gezondheidscrisis (NOTA : bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij ORD2020-12-04/04, art. 26)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Personen die genieten van de premie
Art. 2-6
HOOFDSTUK III. - Betaling van de premie
Art. 7
HOOFDSTUK IV. - Toekenning van de premie
Art. 8-9
HOOFDSTUK V. - Intrekking van de premie
Art. 10
HOOFDSTUK VI. - Administratieve boetes
Art. 11
HOOFDSTUK VII. - Beroepsprocedures
Art. 12
HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen
Art. 13-14



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2020015185  2021030495 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° Premie : de premie bedoeld in artikel 2 van dit besluit;
  2° Brussel Fiscaliteit : de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit;
  3° Openbaar vastgoedbeheerder : de beheerders zoals deze zijn omschreven in artikel 2, § 1, 4° van de Brusselse Huisvestingscode
  4° Gezin :
  - ofwel het geheel van de personen die, overeenkomstig artikel 3, 9° van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, deel uitmaken van eenzelfde gezin;
  - ofwel een persoon die als alleenstaande is ingeschreven in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister;
  5° Woning : onroerend goed of gedeelte van een onroerend goed gelegen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dat wordt gebruikt of bestemd voor bewoning en dat de voorwaarden bedoeld in artikel 2 van dit besluit vervult ;
  6° Brussel Huisvesting: Gewestelijke Overheidsdienst Brussel, Directoraat-Generaal Brussel Huisvesting ;
  7° Kind : persoon die aan de voorwaarden voldoet om het recht op kinderbijslag te openen;
  8° gehandicapte persoon : worden beschouwd als gehandicapte persoon
  1. iedere persoon aan wie :
  - een invaliditeit of een arbeidsongeschiktheid van ten minste 66 % werd toegekend;
  - bij wie een vermindering van de zelfredzaamheid van ten minste 9 punten werd vastgesteld;
  - bij wie een vermindering van het verdienvermogen tot één derde of minder werd vastgesteld;
  2. ieder kind dat één van de volgende voorwaarden vervult:
  - minstens 4 punten in pijler 1 op de medisch-sociale schaal toegekend gekregen hebben;
  - minstens 6 punten in totaal op de medisch-sociale schaal toegekend gekregen hebben;
  - een ongeschiktheid van minstens 66% toegekend gekregen hebben ;
  9° referentiepersoon van een gezin : het lid van een gezin dat, met toepassing van artikel 1, 9° van het koninklijk besluit van 8 januari 2006 tot bepaling van de informatietypes, verbonden met de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, als zodanig is opgenomen in het Rijksregister.
  10° de social-distancingmaatregelen: de maatregelen opgelegd bij het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.

HOOFDSTUK II. - Personen die genieten van de premie
Art.2. Er wordt een unieke premie van 214,68 euro toegekend aan elke persoon die gedomicilieerd is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die aan onderstaande cumulatieve voorwaarden voldoet:
  1° krachtens een huurovereenkomst die vóór 14 maart 2020 werd ondertekend, huurder zijn van een woning die gelegen is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die gebruikt wordt als hoofdverblijfplaats;
  2° tussen een vermindering of een totaal verlies van beroepsinkomsten hebben geleden als gevolg van de social-distancingmaatregelen. Voor werknemers moet dit inkomensverlies gelijk zijn aan ten minste 15 dagen tijdelijke werkloosheid. Voor zelfstandigen wordt de vermindering van het inkomen aangetoond door de toekenning van het overbruggingsrecht of door het voordeel van een andere gewestelijke premie die is voorbehouden aan zelfstandigen die van het overbruggingsrecht zijn uitgesloten.
  3° deel uitmaken van een gezin waarvan het netto belastbaar inkomen beantwoordt aan de voorwaarden bedoeld in artikel 6 van dit besluit;
  4° geen enkel lid van het gezin is houder van een eigendomsrecht of een vruchtgebruik op een woning gedurende de periode waarin er sprake is van een vermindering of een totaal verlies aan beroepsinkomsten waarvoor de premie wordt aangevraagd.

Art.3. Is uitgesloten van het genot van de premie, de huurder van een woning die hem wordt ter beschikking gesteld door een publiek organisme zoals :
  - een openbaar vastgoedbeheerder;
  - een sociaal verhuurkantoor (SVK).

Art.4. § 1. De vermindering of het totale verlies van beroepsinkomsten als gevolg van de COVID-19-crisis moet aangetoond worden met behulp van een van volgende bewijsstukken:
  - een attest waaruit blijkt dat de huurder gedurende de periode dat de social-distancingmaatregelen van kracht zijn, het voordeel van de technische werkloosheid genoot voor zover deze huurder een loontrekkende was gedurende deze periode;
  - een attest waaruit blijkt dat de huurder genoot van het overbruggingsrecht voor zelfstandigen of van iedere andere gewestelijke premie die voorbehouden is aan zelfstandigen die uitgesloten zijn van het overbruggingsrecht indien de rechtbebbende huurder zelfstandige was gedurende de periode dat de social-distancingmaatregelen van kracht zijn
  § 2. Het recht op de premie wordt geopend van zodra één van de leden van het gezin de voorwaarden bedoeld in paragraaf 1 vervult.
  § 3. Iedere persoon die deel uitmaakt van het gezin kan de premie aanvragen.
  § 4. Medehuurders worden beschouwd als een gezin voor de toepassing van dit besluit. In afwijking van § 2, moet de aanvraag van de premie moet door alle medehuurders gezamenlijk worden gedaan.

Art.5. Het voordeel van de premie bedoeld in artikel 2 is beperkt tot één premie per gezin en per woning.

Art.6. § 1. Het netto belastbaar inkomen van het gezin moet lager zijn dan of gelijk zijn aan de hierna vermelde plafonds:
  1. voor de huurder die alleen woont, mogen deze inkomsten het bedrag van 34.924,76 euro niet overschrijden;
  2. voor een gezin dat bestaat uit meer dan één persoon, dat slechts over één inkomen beschikt, wordt dit bedrag tot 38.805,30 euro gebracht;
  3. voor gezinnen die over minstens twee inkomens beschikken, is het bedrag 44.348,97 euro.
  Deze bedragen worden verhoogd met 3.326,16 euro per niet-gehandicapt kind dat deel uitmaakt van het gezin en met 6.652,32 euro per gehandicapte persoon die deel uitmaakt van het gezin.
  § 2. Het bewijs van de inkomsten wordt geleverd door het meeste recente aanslagbiljet-kohieruittreksel, in het kader van de personenbelasting voor aanslajaar 2018 of 2019.

HOOFDSTUK III. - Betaling van de premie
Art.7. § 1. De premie wordt gestort aan de referentiepersoon van het gezin.
  Voor de situaties bedoeld in artikel 4, § 4 zal de premie worden gestort op de rekening van een referentiepersoon die door de medehuurders gezamenlijk wordt bepaald.
  § 2. De directeur van de Directie Financieel Beheer van Brussel Fiscaliteit is bevoegd voor de uitbetaling van de premie, in naam van Brussel Huisvesting.
  In geval van afwezigheid van de Directeur van de Directie Financieel Beheer, wordt deze bevoegdheid uitgeoefend door de eerste attaché die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen deze directie of door de attaché die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen deze directie.
  § 3. De betaling bedoeld in paragraaf 1 wordt geordonnanceerd door de Directeur-Generaal van Brussel Huisvesting.
  § 4. De betaling van de premie moet gebeuren via een bankoverschrijving die verplicht op naam moet staan van de referentiepersoon van het gezin of van de referentiepersoon die door de medehuurders gezamenlijk wordt bepaald overeenkomstig artikel 7 § 1 tweede lid.

HOOFDSTUK IV. - Toekenning van de premie
Art.8. § 1. Brussel Fiscaliteit informeert bij gewone post, in naam van Brussels Huisvesting, de potentiële begunstigden.
  § 2. De persoon die de brief bedoeld in voorgaande paragraaf ontvangt, bevestigt, via het platform Mytax dat wordt ter beschikking gesteld door Brussel Fiscaliteit, dat hij aan de voorwaarden voldoet om de premie te bekomen.
  Om dit te doen dient hij een verklaring op eer te doen in Mytax waarin hij attesteert dat hij aan alle voorwaarden voldoet om te kunnen genieten van de premie.
  Hij geeft een rekeningnummer op naam van de referentiepersoon van zijn gezin door of van of van de referentiepersoon die door de medehuurders gezamenlijk wordt bepaald overeenkomstig artikel 7 § 1 tweede lid, en voegt een kopie van het huurcontract toe.
  § 3. In afwijking van paragraaf 2, kan de persoon de verklaring op eer bedoeld in de voorgaande paragraaf afleggen via een brief :
  - als de huurder niet beschikt over een identificatiemiddel dat hem toelaat om toegang te hebben tot Mytax ;
  - als Brussel Fiscaliteit vaststelt dat Mytax niet werkt.
  § 4. De bevestiging bedoeld in de paragrafen 2 en 3 moet, op straffe van verval, worden gegeven aan Brussel Fiscaliteit binnen een termijn van drieënnegentig kalenderdagen te rekenen vanaf de zevende dag die volgt op de verzendingsdatum van de brief bedoeld in paragraaf 1 zoals vermeld in deze brief.
  § 5. De Directeur van de Directie Inkohiering kent de premie toe aan de personen die, overeenkomstig de paragrafen 2, 3 en 4 op eer hebben verklaard dat ze voldoen aan de voorwaarden om de premie te genieten.
  Deze beslissing wordt aan deze persoon gemeld via Mytax of indien dit niet mogelijk is via brief.
  In geval van afwezigheid van de Directeur van de Directie Inkohiering, wordt deze bevoegdheid uitgeoefend door de eerste attaché die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen deze directie of door de attaché die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen deze directie.

Art.9. § 1. Een persoon die op 1 juli 2020 de brief bedoeld in de eerste paragraaf van artikel 8 van dit besluit niet heeft ontvangen kan de toekenning van de premie aanvragen. Dit geldt ook voor de personen die niet binnen de termijn voorzien in artikel 8, § 4 bevestigden dat zij voldoen aan de voorwaarden om de premie te bekomen.
  Deze aanvraag dient, op straffe van verval, voor 31 december 2020 te worden gedaan via een formulier dat door Brussel Fiscaliteit wordt ter beschikking gesteld. Dit formulier moet via het platform Mytax worden ingediend.
  De aanvrager bezorgt ter ondersteuning van zijn aanvraag de volgende documenten en/of informatie:
  1° de verklaring op erewoord dat hij voldoet aan de voorwaarden zoals bedoeld in artikel 2;
  2° de documenten waaruit blijkt dat is voldaan aan de voorwaarden van artikel 2, namelijk de huurovereenkomst, het attest bedoeld in artikel 4, § 2 en de aanslagbiljetten-kohieruittreksel bedoeld in artikel 6, § 3 voor de meerderjarige gezinsleden ;
  3° een rekeningnummer op naam van de referentiepersoon van zijn gezin of van de referentiepersoon die door de medehuurders gezamenlijk wordt bepaald overeenkomstig artikel 7 § 1 tweede lid.
  De aanvrager mag zijn aanvraag indienen door middel van een brief :
  - als hij geen identificatiemiddel heeft dat hem toelaat om toegang te hebben tot Mytax;
  - als Brussel Fiscaliteit vaststelt dat Mytax niet werkt.
  § 2. De beslissing om de premie al dan niet toe te kennen, wordt in naam van Brussel Huisvesting genomen door de Directeur van de Directie Inkohiering van Brussel Fiscaliteit. Deze beslissing wordt meegedeeld aan de aanvrager via MyTax of indien dit niet mogelijk is per post.
  In geval van afwezigheid van de Directeur van de Directie Inkohiering, wordt deze bevoegdheid uitgeoefend door de eerste attaché die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen deze directie of door de attaché die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen deze directie.

HOOFDSTUK V. - Intrekking van de premie
Art.10. § 1. Indien de premie werd toegekend op basis van verkeerde gegevens, kan de Directeur van de Directie Inkohiering van Brussel Fiscaliteit, in naam van Brussel Huisvesting, overgaan tot de intrekking van deze premie.
  Hij brengt voorafgaandelijk de rechthebbende van de premie per post op de hoogte.
  De begunstigde van de premie beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen vanaf de zevende dag die volgt op de verzendingsdatum die wordt vermeld op de in het vorige lid bedoelde brief om zijn eventuele opmerkingen schriftelijk over te maken.
  Nadat deze periode van dertig dagen verstreken is mag de voornoemde ambtenaar de beslissing tot intrekking van de premie nemen.
  Deze beslissing wordt per post meegedeeld aan de begunstigde van de premie.
  § 2 Een ambtenaar van Brussel Fiscaliteit kan de begunstigde van de premie verzoeken de in artikel 8 § 2 bedoelde documenten te bezorgen.
  Indien de begunstigde van de premie de documenten niet binnen 20 werkdagen na de datum van verzending van het verzoek toezendt, wordt de premie ingetrokken overeenkomstig de in de in voorgaande paragraaf beschreven procedure en kan de artikel 11 bedoelde boete worden opgelegd.
  § 3. In geval van afwezigheid van de Directeur van de Directie Inkohiering, worden de bevoegdheden bedoeld in paragraaf 1 uitgeoefend door de eerste attaché die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen deze directie of door de attaché die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen deze directie.
  § 4. De beslissing tot intrekking van de premie bevat desgevallend ook een verzoek om de ontvangen premie terug te storten binnen 62 kalenderdagen, te rekenen vanaf de zevende dag volgend op de datum van verzending van de beslissing tot intrekking aan de persoon aan wie de premie werd uitbetaald, zoals deze vermeld is op het verzonden stuk.
  § 5. Indien de terugbetaling van het volledige bedrag van de premie niet binnen voornoemde termijn gebeurt, vaardigt de rekenplichtige van de ontvangsten belast met fiscale zaken een dwangbevel uit. Het uitgevaardigde dwangbevel wordt door dezelfde ambtenaar geviseerd en uitvoerbaar verklaard.
  Bij afwezigheid van de rekenplichtige van de ontvangsten belast met fiscale zaken, wordt de bevoegdheid bedoeld in het vorige lid uitgeoefend door de plaatsvervangende rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken.
  Het dwangbevel wordt betekend bij gerechtsdeurwaarderexploot of genotificeerd bij aangetekende zending of elektronisch aangetekende zending zoals bedoeld bij artikel 4, eerste lid, 4° van de ordonnantie van 6 maart 2019 betreffende de Brusselse Codex Fiscale Procedure.

HOOFDSTUK VI. - Administratieve boetes
Art.11. § 1. De Directeur van de Directie Inkohiering van Brussel Fiscaliteit kan een administratieve geldboete van 1.000 euro opleggen aan elke persoon aan wie de premie ten onrechte werd uitbetaald indien kan worden aangetoond dat deze persoon op bedrieglijke wijze handelde of dat hij gelogen heeft, in het kader van het bekomen van de toekenning van deze premie.
  § 2. Indien de Directeur van de Directie Inkohiering beoogt om een administratieve boete op te leggen op basis van voorgaande paragraaf, dan moet hij de persoon aan wie de premie werd uitbetaald hiervan informeren per aangetekende brief.
  De persoon aan wie de premie werd betaald, beschikt dan over dertig kalenderdagen te rekenen vanaf de zevende dag die volgt op de verzending van deze brief om schriftelijk zijn eventuele opmerkingen over te maken.
  Nadat deze termijn van dertig dagen verstreken is kan de voornoemde ambtenaar de beslissing nemen om, namens Brussel Huisvesting, een administratieve boete op te leggen.
  § 3. In geval van afwezigheid van de Directeur van de Directie Inkohiering, wordt deze bevoegdheid uitgeoefend door de eerste attaché die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen deze directie of door de attaché die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen deze directie.
  § 4. Van de beslissing en de vraag om betaling van de administratieve boete wordt aan de persoon die de premie ontving kennisgegeven.
  De administratieve boete moet worden betaald binnen de 62 kalenderdagen te rekenen vanaf de zevende dag die volgt op de verzending van de vraag om betaling.
  § 5. Indien het bedrag van de boete niet geheel betaald is binnen de voornoemde termijn, vaardigt de rekenplichtige van de ontvangsten belast met fiscale zaken een dwangbevel uit. Het uitgevaardigde dwangbevel wordt door dezelfde ambtenaar geviseerd en uitvoerbaar verklaard.
  Bij afwezigheid van de rekenplichtige van de ontvangsten belast met fiscale zaken, wordt de bevoegdheid bedoeld in het vorige lid uitgeoefend door de plaatsvervangende rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken.
  Het dwangbevel wordt betekend bij gerechtsdeurwaarderexploot of genotificeerd bij aangetekende zending of elektronisch aangetekende zending zoals bedoeld bij artikel 4, eerste lid, 4° van de ordonnantie van 6 maart 2019 betreffende de Brusselse Codex Fiscale Procedure.

HOOFDSTUK VII. - Beroepsprocedures
Art.12. § 1. De Directeur-Generaal van Brussel Fiscaliteit is bevoegd de beroepen te ontvangen en over deze beroepen uitspraak te doen in naam van Brussel Huisvesting.
  Bij afwezigheid van de Directeur-Generaal, wordt deze bevoegdheid uitgeoefend door de Directeur Diensthoofd van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen dit bestuur.
  § 2. Elke belanghebbende kan schriftelijk beroep indienen bij de in paragraaf 1 bedoelde ambtenaar tegen de beslissingen tot weigering van toekenning van de premie bedoeld in de artikelen 8 en 9, en tegen de intrekking van de premie bedoeld in artikel 10.
  De beroepen moeten worden gemotiveerd en, op straffe van onontvankelijkheid, worden ingediend binnen een termijn van drieënnegentig kalenderdagen, te rekenen vanaf de zevende dag volgend op de datum van verzending van de beslissing bedoeld in paragraaf 1.
  Zolang geen beslissing is gevallen, mag de indiener zijn beroep aanvullen met nieuwe, schriftelijk geformuleerde bezwaren, zelfs als deze buiten de in voorgaand lid vernoemde termijn worden ingediend.
  De in paragraaf 1 bedoelde ambtenaar doet, als administratieve overheid, uitspraak nopens de bezwaren aangevoerd door de indiener. De kennisgeving van de beslissing geschiedt per gewone post.
  § 3. Elke belanghebbende kan tegen de beslissing houdende de oplegging van een administratieve geldboete op basis van artikel 11 van dit besluit, schriftelijk beroep indienen bij de in paragraaf 1 bedoelde ambtenaar.
  De beroepen moeten worden gemotiveerd en, op straffe van onontvankelijkheid, worden ingediend binnen een termijn van drieënnegentig kalenderdagen, te rekenen vanaf de zevende dag volgend op de datum van verzending van de in het eerste lid bedoelde beslissing.
  Wanneer de indiener zulks in zijn beroep heeft gevraagd, wordt hij gehoord. Hij wordt daartoe binnen een termijn van dertig kalenderdagen uitgenodigd om zich aan te melden.
  Zolang geen beslissing is gevallen, mag de indiener zijn beroep aanvullen met nieuwe, schriftelijk geformuleerde bezwaren, zelfs als deze buiten de in het tweede lid vernoemde termijn worden ingediend.
  De in het eerste lid bedoelde ambtenaar doet, als administratieve overheid, uitspraak nopens de bezwaren aangevoerd door de indiener.
  De kennisgeving van de beslissing geschiedt per aangetekende post of via het elektronisch loket.

HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen
Art.13. Dit besluit treedt opwerking op de dag van de publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Art. 14. De minister of de staatssecretaris bevoegd voor Huisvesting is belast met de uitvoering van dit besluit.