18 MAART 2020. - Besluit van de Waalse Regering van bijzondere machten nr. 3 betreffende de aangelegenheden, aan het Waalse Gewest overgedragen krachtens artikel 138 van de Grondwet en betreffende de tijdelijke opschorting van dwingende termijnen en termijnen voor het indienen van beroepen vastgesteld in de gezamenlijke Waalse wetgeving en reglementering of aangenomen krachtens deze, evenals die vastgesteld in de wetten en koninklijke besluiten vallend onder de bevoegdheden van het Waalse Gewest krachtens de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980 (NOTA : bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij DWG2020-12-03/08, art. 2) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 20-03-2020 en tekstbijwerking tot 22-04-2020)
Art. 1-5
Artikel 1. Dit besluit heeft betrekking op de aangelegenheden, aan het Waals Gewest overgedragen krachtens artikel 138 van de Grondwet.
Art.2.De dwingende termijnen en de beroepstermijnen, vastgesteld bij de decreten en reglementen van het Waals Gewest of krachtens deze genomen en die vastgesteld in de wetten en koninklijke besluiten vallend onder de bevoegdheden van het Waals Gewest krachtens de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980 worden opgeschort te rekenen van 18 maart 2020 [1 voor een eerste duur van 30 dagen, die tweemaal kan worden verlengd tot een bij een besluit van de Regering vastgestelde datum, waarbij elke periode telkens niet langer mag zijn dan 30 dagen en de noodzaak daartoe verantwoordt ten opzichte van de evolutie van de volksgezondheidsvoorwaarden.]1
----------
(1)<BWG 2020-04-18/01, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 18-04-2020>
Art.3. Artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State van 12 januari 1973 wordt aangevuld met een paragraaf 4 luidend als volgt:
" § 4. De termijnen, van toepassing op nietigverklaringsrechtspraak voor de afdeling bestuursrechtspraak voor akten genomen door de administratieve overheden of de reglementering van het Waals Gewest worden opgeschort te rekenen van 18 maart 2020 en voor een verlengbare duur van twee maal 30 dagen voor één zelfde duur bij een besluit waarbij de Regering de noodzaak daartoe verantwoordt ten opzichte van de evolutie van de volksgezondheidsvoorwaarden.
De Regering kan beslissen deze opschorting op te heffen voor het vervallen van de termijn bedoeld in het eerste lid".
Art.4. De Regering stelt bij besluit het einde van de opschortingsperiode bedoeld in de artikelen 2 en 3 vast.
Art. 5. Dit besluit treedt in werking daags na de dag waarop het ondertekend wordt.