Details





Titel:

30 NOVEMBER 2020. - Koninklijk besluit betreffende de bij te houden statistieken bedoeld in artikel 71 van de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en richtlijn 2006/70/EG van de Commissie, en van Richtlijn (EU) 2018/843 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van richtlijn (EU) 2015/849 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, en tot wijziging van de richtlijnen 2009/138/EG en 2013/36/EU.

Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
  1° "wet van 18 september 2017": de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten;
  2° "WG/FT": WG/FT bedoeld in artikel 4, 1°, van de wet van 18 september 2017;
  3° "FAG": de Financiële Actiegroep bedoeld in artikel 4, 10°, van de wet van 18 september 2017;
  4° "criminele activiteit": een criminele activiteit bedoeld in artikel 4, 23°, van de wet van 18 september 2017;
  5° "onderworpen entiteit": een onderworpen entiteit bedoeld in artikel 5, §§ 1 en 4, van de wet van 18 september 2017;
  6° "CFI": de Cel voor Financiële Informatieverwerking bedoeld in artikel 76 van de wet van 18 september 2017;
  7° "Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring": het Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring bedoeld in artikel 4 van de wet van 4 februari 2018 houdende de opdrachten en de samenstelling van het Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring (genoemd "COIV-wet");
  8° "toezichtautoriteiten": de autoriteiten bedoeld in artikel 85 van de wet van 18 september 2017;

Art.3. De hierna opgesomde bevoegde autoriteiten houden, elk voor wat hen aanbelangt, de statistieken bedoeld in artikel 71 van de wet van 18 september 2017 bij:
  1° de CFI;
  2° de Federale Politie;
  3° het College van Procureurs-generaal;
  4° het College van de hoven en rechtbanken;
  5° de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid van de Federale Overheidsdienst Justitie;
  6° het Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring;
  7° de Algemene Administratie van Douane en Accijnzen van de Federale Overheidsdienst Financiën;
  8° de toezichtautoriteiten.

Art.4. De statistieken bedoeld in artikel 71 van de wet van 18 september 2017 hebben betrekking op gegevens van het voorafgaande jaar. Zij omvatten:
  1° gegevens betreffende metingen van de omvang en het belang van de verschillende sectoren die onder het toepassingsgebied van de wet van 18 september 2017 vallen, daaronder begrepen het aantal natuurlijke personen en entiteiten en het economisch belang van elke sector;
  2° gegevens betreffende metingen van de meldings-, de onderzoeks- en de gerechtelijke aspecten van de WG/FT-regelgeving, daaronder begrepen het aantal meldingen van verdachte transacties aan de CFI, het gevolg dat aan deze meldingen is gegeven en, op jaarbasis, het aantal onderzochte gevallen, het aantal vervolgden, het aantal veroordeelden voor witwassen of terrorismefinanciering, de soorten onderliggende criminele activiteiten, indien die informatie voorhanden is, en de waarde in euro van de bevroren, in beslag genomen of verbeurd verklaarde vermogensbestanddelen;
  3° indien beschikbaar, gegevens tot identificatie van het aantal meldingen en het percentage van de meldingen die geleid hebben tot verder onderzoek, samen met het jaarlijks rapport aan de onderworpen entiteiten waarin nader wordt ingegaan op het nut en de opvolging van de door hen verrichte meldingen;
  4° gegevens betreffende het aantal door de CFI krachtens de bepalingen van boek IV, titel 5, hoofdstuk 3, afdeling 1, van de wet van 18 september 2017 geformuleerde, ontvangen, afgewezen en gedeeltelijk of volledig beantwoorde grensoverschrijdende informatieverzoeken, uitgesplitst naar verzoekend land;
  5° de personele middelen die zijn toegewezen aan de bevoegde autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor toezicht op WG/FT en de personele middelen die aan de CFI zijn toegewezen om de in de artikelen 79 tot 82 van de wet van 18 september 2017 genoemde taken te vervullen;
  6° het aantal toezichtactiviteiten ter plaatse en op afstand, het aantal op basis van toezichtactiviteiten geconstateerde inbreuken en de door de toezichtautoriteiten krachtens de wet van 18 september 2017 opgelegde sancties/administratieve maatregelen.

Art. 5. De minister bevoegd voor Justitie en de minister bevoegd voor Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.