10 JULI 2020. - Koninklijk besluit houdende maatregelen met betrekking tot het luchtvervoer naar aanleiding van de crisis als gevolg van de verspreiding van het coronavirus
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 25 mei 1999 tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van ultralichte motorluchtvaartuigen
Art. 1-5
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 12 juli 2013 tot regeling van de organisatie van de controle van de voorwaarden inzake lichamelijke en geestelijke geschiktheid van de leden van het stuurpersoneel van burgerlijke luchtvaartuigen, van cabinebemanning en van luchtverkeersleiders
Art. 6-7
HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 25 oktober 2013 tot uitvoering van Verordening (EU) nr. 1178/2011 van de Commissie van 3 november 2011 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures met betrekking tot de bemanning van burgerluchtvaartuigen, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad
Art. 8
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 10 juni 2014 tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van paramotoren
Art. 9-11
HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 10 april 2016 met betrekking tot het gebruik van op afstand bestuurde luchtvaartuigen in het Belgisch luchtruim
Art. 12-16
HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
Art. 17-18
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 25 mei 1999 tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van ultralichte motorluchtvaartuigen
Artikel 1. In het koninklijk besluit van 25 mei 1999 tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van ultralichte motorluchtvaartuigen wordt een artikel 31/1 ingevoegd, luidende :
"Art. 31/1. In afwijking van artikel 31, § 2, 2°, wordt de termijn van één maand verlengd tot drie maanden voor elke aanvraag om een toelating tot het oefenen ingediend in de periode van 18 maart 2020 tot en met 30 juni 2020.".
Art.2. In hetzelfde besluit wordt een artikel 33/1 ingevoegd, luidende :
"Art. 33/1. § 1. In afwijking van artikel 33, eerste lid, zal elke toelating die haar geldigheid verliest in de periode van 18 maart 2020 tot en met 31 juli 2020 geldig blijven tot en met 30 september 2020 op voorwaarde dat de houder ervan binnen dezelfde periode een theoretische briefing heeft gevolgd met een krachtens artikel 40 van hetzelfde besluit bevoegdverklaarde moniteur teneinde de theoretische kennis vereist voor de veilige exploitatie van het ultralichte motorluchtvaartuig op te frissen.".
§ 2. In afwijking van artikel 33, derde lid, wordt de termijn van drie maanden verlengd tot zes maanden voor elke aanvraag tot hernieuwing die in de periode van 18 maart 2020 tot en met 31 juli 2020 wordt ingediend.".
Art.3. In hetzelfde besluit wordt een artikel 38/1 ingevoegd, luidende :
"Art. 38/1. In afwijking van artikel 38, tweede lid, wordt de termijn van twaalf maanden verlengd tot zestien maanden indien de termijn van twaalf maanden afloopt in de periode van 18 maart 2020 tot en met 31 juli 2020.".
Art.4. In hetzelfde besluit wordt een artikel 39/1 ingevoegd, luidende :
"Art. 39/1. In afwijking van artikel 39, tweede lid wordt de termijn van zes maanden verlengd tot twaalf maanden voor elke aanvraag tot hernieuwing ingediend in de periode van 18 maart 2020 tot en met 31 juli 2020." .
Art.5. In hetzelfde besluit wordt een artikel 42/1 ingevoegd, luidende :
"Art. 42/1. In afwijking van artikel 42 zullen alle voorrechten verbonden aan de bevoegdverklaringen als moniteur die tijdens de periode van 18 maart 2020 tot en met 31 juli 2020 vervallen, worden geacht geldig te zijn tot en met 30 september 2020.".
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 12 juli 2013 tot regeling van de organisatie van de controle van de voorwaarden inzake lichamelijke en geestelijke geschiktheid van de leden van het stuurpersoneel van burgerlijke luchtvaartuigen, van cabinebemanning en van luchtverkeersleiders
Art.6. In artikel 52 van het koninklijk besluit van 12 juli 2013 tot regeling van de organisatie van de controle van de voorwaarden inzake lichamelijke en geestelijke geschiktheid van de leden van het stuurpersoneel van burgerlijke luchtvaartuigen, van cabinebemanning en van luchtverkeersleiders worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1 wordt de bepaling onder 4° /1 ingevoegd, luidende :
"4° /1 VCL: de aanvrager of de houder van een toelating mag enkel overdag een luchtvaartuig bedienen;"
2° In paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "tot 4° " vervangen door de woorden "tot en met 4° /1".
Art.7. In hetzelfde besluit wordt een artikel 54/1 ingevoegd, luidende :
"Art. 54/1. In afwijking van artikel 54, § 1, zal een medisch certificaat klasse 4 zonder beperkingen of een medisch certificaat klasse 4 met louter een visuele beperking (VDL, VML, VNL, CCL, VCL), dat in de periode van 18 maart 2020 tot en met 31 juli 2020 verstrijkt, geldig blijven tot en met 30 november 2020.".
HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 25 oktober 2013 tot uitvoering van Verordening (EU) nr. 1178/2011 van de Commissie van 3 november 2011 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures met betrekking tot de bemanning van burgerluchtvaartuigen, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad
Art.8. In artikel 40, 3°, van het koninklijk besluit van 25 oktober 2013 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 1178/2011 van de Commissie van 3 november 2011 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures met betrekking tot de bemanning van burgerluchtvaartuigen, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 februari 2019, wordt het cijfer "2020" vervangen door het cijfer "2021".
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 10 juni 2014 tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van paramotoren
Art.9. In het koninklijk besluit van 10 juni 2014 tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van paramotoren wordt een artikel 26/1 ingevoegd, luidende :
"Art. 26/1. In afwijking van artikel 26, § 1, 2°, c), wordt de termijn van negentig dagen verlengd tot honderdtachtig dagen voor elke toelating tot het besturen van een paramotor met een passagier aan boord in de periode van 18 maart 2020 tot en met 31 juli 2020.".
Art.10. In hetzelfde besluit wordt een artikel 27/1 ingevoegd, luidende :
"Art. 27/1. In afwijking van artikel 27, § 1, zal elke praktische check-up die in de periode van 18 maart 2020 tot en met 31 juli 2020 vervalt, worden verlengd tot en met 30 september 2020.".
Art.11. In hetzelfde besluit wordt een artikel 30/1 ingevoegd, luidende :
"Art. 30/1. In afwijking van artikel 30 zullen alle voorrechten verbonden aan de bevoegdverklaring als monitor die in de periode van 18 maart 2020 tot en met 31 juli 2020 verstrijken, geldig blijven tot en met 30 september 2020.".
HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 10 april 2016 met betrekking tot het gebruik van op afstand bestuurde luchtvaartuigen in het Belgisch luchtruim
Art.12. In het koninklijk besluit van 10 april 2016 met betrekking tot het gebruik van op afstand bestuurde luchtvaartuigen in het Belgisch luchtruim wordt een artikel 22/1 ingevoegd, luidende :
"Art. 22/1. § 1. In afwijking van artikel 22, § 2, 1°, zal de geldigheidsduur van een medisch certificaat voor LAPL zonder beperkingen of van een medisch certificaat LAPL met louter een visuele beperking (VDL, VML, VNL, CCL, VCL), dat in de periode van 18 maart 2020 tot en met 31 juli 2020 verstrijkt, automatisch worden verlengd tot en met 30 november 2020.
§ 2. In afwijking van artikel 22, § 2, 2°, mag de houder van een bewijs van bevoegdheid als bestuurder van een RPA de voorrechten van een bewijs van bevoegdheid als bestuurder van een RPA blijven uitoefenen tot en met 31 augustus 2020, zelfs indien tussen 18 maart 2018 en 18 mei 2020 de houder van dit bewijs van bevoegdheid niet het vereiste aantal vluchten en/of uren heeft kunnen uitvoeren.
Uiterlijk op 31 augustus 2020 bewijst de bestuurder van een RPA aan het DGLV dat hij voldoet aan de vereisten vastgesteld in artikel 22, § 2, 2°.
Art.13. In hetzelfde besluit wordt een artikel 30/1 ingevoegd, luidende :
"Art. 30/1. § 1. In afwijking van artikel 30 kan een kandidaat zijn praktische opleiding geheel of gedeeltelijk uitvoeren zonder houder te zijn van minstens een geldig medisch certificaat voor LAPL, indien deze plaatsvindt in de periode vanaf de intrekking van het tijdelijk verbod op opleidingsvluchten tot en met 31 augustus 2020.
§ 2. Uiterlijk op de indieningsdatum van zijn aanvraag voor de afgifte van zijn bewijs van bevoegdheid of van een bevoegdverklaring bewijst de kandidaat aan het DGLV dat hij houder is van een geldig medisch certificaat.".
Art.14. In hetzelfde besluit wordt een artikel 31/1 ingevoegd, luidende :
"Art. 31/1. In afwijking van artikel 31, 1°, kan een kandidaat die in de periode van 18 maart 2019 tot en met 30 juni 2019 voor het theorie-examen RPAS is geslaagd, de vaardigheidstest bedoeld in hetzelfde artikel afleggen tot en met 31 augustus 2020.".
Art.15. In hetzelfde besluit wordt een artikel 35/1 ingevoegd, luidende :
"Art. 35/1. In afwijking van artikel 35, § 3, wordt de geldigheidsduur van bevoegdverklaringen voor RPAS-vlieginstructeurs automatisch verlengd tot en met 31 december 2020.".
Art.16. In hetzelfde besluit wordt een artikel 37/1 ingevoegd, luidende :
"Art. 37/1. In afwijking van artikel 37, § 3, wordt de geldigheidsduur van de certificaten voor RPAS-examinatoren automatisch verlengd tot en met 31 december 2020.".
HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
Art.17. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 18 maart 2020.
Art. 18. De minister bevoegd voor het luchtvervoer en de luchtvaartnavigatie is belast met de uitvoering van dit besluit.