16 APRIL 2020. - Besluit van de Waalse Regering van bijzondere machten nr. 16 tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van bijzondere machten nr. 11 van 31 maart 2020 betreffende verschillende bepalingen inzake werkgelegenheid, opleiding en socioprofessionele inschakeling, sociale economie inbegrepen (NOTA : bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij DWG2020-12-03/08, art. 13)
Art. 1-12
Artikel 1. In het besluit van de Waalse Regering nr. 11 van 31 maart 2020 betreffende verschillende bepalingen inzake werkgelegenheid, opleiding en socioprofessionele inschakeling, sociale economie inbegrepen wordt een afdeling 19bis ingevoegd, met volgend opschrift:
"Afdeling 19bis. Maatregelen betreffende het talenplan".
Art.2. In hetzelfde besluit wordt een artikel 35bis ingevoegd, luidend als volgt:
"Art. 35bis. Voor de toepassing van artikel 4 van het besluit van de Waalse Regering van 8 september 2016 tot uitvoering van de artikelen 40 en 41 van het decreet van 20 februari 2014 betreffende het talenplan en tot wijziging van verschillende decreten inzake beroepsvorming, wordt de onderbreking van het taalbad, dat werd onderbroken wegens de COVID-19-epidemie, niet in aanmerking genomen wanneer de onderbreking plaatsvond voordat de helft van de geplande duur van het betrokken taalbad is bereikt.
Art.3. In hetzelfde besluit wordt een artikel 35ter ingevoegd, luidend als volgt:
"Art. 35ter. De opschorting van de dwingende termijnen bedoeld in het decreet van 17 maart 2020 tot toekenning van bijzondere machten aan de Waalse Regering in het kader van de gezondheidscrisis Covid-19 is niet van toepassing op de termijnen bedoeld in artikel 10 van hetzelfde besluit.
In afwijking van artikel 10, tweede lid, 2°, van hetzelfde besluit eindigt de oproep tot de kandidaten voor het jaar 2020 en voor de bij afdeling 4 van hetzelfde besluit georganiseerde taalbaden op 24 april 2020."
Art.4. In hetzelfde besluit wordt een artikel 35quater ingevoegd, luidend als volgt:
"Art. 35quater. In afwijking van artikel 12, lid 5, van hetzelfde besluit moeten de ontbrekende stukken en documenten voor het jaar 2020 voor de bij afdeling 4 van hetzelfde besluit georganiseerde taalbaden uiterlijk op 20 mei 2020 worden meegedeeld. Indien dit niet het geval is, wordt de aanvraag zonder gevolg geklasseerd.".
Art.5. In hetzelfde besluit wordt een artikel 35quinquies ingevoegd, luidend als volgt:
"Art. 35quinquies. In afwijking van artikel 13, § 2, wordt de beurs voor het jaar 2020 uiterlijk op 1 juni 2020 geweigerd voor de bij afdeling 4 van hetzelfde besluit georganiseerde beurzen.
In afwijking van artikel 13, § 3, 2°, stelt de Dienst, voor het jaar 2020, uiterlijk op 15 juni 2020 voor de bij afdeling 4 georganiseerde taalbaden een met redenen omklede rangschikking op van de aanvragen voor beurzen die niet zijn geweigerd en die worden toegekend onder ontbindende voorwaarden die verband houden met de evolutie van de COVID-19-epidemie, met de maatregelen en aanbevelingen genomen door de Nationale Veiligheidsraad en de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken en door de autoriteiten van de landen waar het taalbad moet plaatsvinden".
Art.6. In hetzelfde besluit wordt een artikel 35sexies ingevoegd, luidend als volgt:
"Art. 35sexies. In afwijking van de artikelen 14 en 15, § 5, van hetzelfde besluit kan de "FOREM" afwijken van de voorwaarden voor de vereffening van de krachtens hetzelfde besluit toegekende beurs wanneer deze voorwaarden niet konden worden vervuld als gevolg van de COVID-19-epidemie.".
Art.7. In hetzelfde besluit wordt een artikel 35septies ingevoegd, luidend als volgt:
"Art. 35septies. In afwijking van de artikelen 14, § 5, 19, 23, 28 en 34 van hetzelfde besluit kan het maximumbedrag van de beurs, voor taalbaden die wegens de COVID-19-epidemie zijn onderbroken, met maximum 15% worden verhoogd wanneer deze onderbreking aanleiding heeft gegeven tot extra kosten voor de begunstigde en binnen de grenzen van de werkelijk gemaakte kosten.".
Art.8. In hetzelfde besluit wordt een artikel 35octies ingevoegd, luidend als volgt:
"Art. 35octies. De Minister van Vorming kan, afhankelijk van de evolutie van de gezondheidstoestand in verband met de COVID-19, beslissen om de toekenning van beurzen voor het schooljaar 2020-2021 of voor het tweede halfjaar van het jaar 2020 en/of voor het eerste kwartaal van het jaar 2021 en/of voor het tweede kwartaal van het jaar 2021 op te schorten, of kan beslissen om, voor de bij afdeling 4 van hetzelfde besluit georganiseerde taalbaden, de toekenning van beurzen met één of meerdere maanden tijdens het tweede halfjaar van het jaar 2020 uit te stellen.".
Art.9. In hetzelfde besluit wordt een artikel 35nonies ingevoegd, luidend als volgt:
"Art. 35nonies. De Minister van Vorming is bevoegd om, afhankelijk van de evolutie van de gezondheidstoestand in verband met de COVID-19, de in dit besluit vastgestelde termijnen uit te stellen.".
Art.10. Dit besluit heeft uitwerking op 1 maart 2020.
Art.11. Na afloop van de bijzondere machten, door het Waals Parlement toegekend, zullen de bevestigde bepalingen opnieuw, opgeheven, aangevuld, gewijzigd of vervangen kunnen worden door de Waalse Regering indien tenminste daartoe een materiële rechtsgrond voorhanden is.
Art. 12. De Minister van Werk, Vorming, belast met de Sociale Economie, is belast met de uitvoering van dit besluit.