10 APRIL 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende toekenning van een éénmalige subsidie aan de lokale diensteneconomieondernemingen ingevolge COVID-19
Art. 1-6
Artikel 1. Een lokale diensteneconomieonderneming, als vermeld in artikel 3, 5°, van het decreet van 22 november 2013 betreffende de lokale diensteneconomie, ontvangt per doelgroepwerknemer aan het werk, als vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet, een éénmalige beschermingsvergoeding in de periode van 1 april 2020 tot en met 30 juni 2020.
De vergoeding, vermeld in het eerste lid, is ten laste van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2020 op begrotingsartikel JB0-1JEB2HB-WT.
In het kader van deze vergoeding wordt op het niveau van de onderneming sociaal overleg gepleegd over de invoering van extra beschermende maatregelen ingevolge het coronavirus.
Art.2. Deze regelgeving valt onder de toepassing van de verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (Publicatieblad van 24 december 2013, L 352, blz. 1-8), en de latere wijzigingen ervan.
Art.3. De vergoeding, vermeld in artikel 1, bedraagt :
1° 50 euro voor iedere doelgroepwerknemer, ongeacht zijn contractuele prestatiebreuk, die in de subsidieperiode minder dan 46 dagen aan het werk was;
2° 100 euro voor iedere doelgroepwerknemer, ongeacht zijn contractuele prestatiebreuk, die in de subsidieperiode meer dan 46 dagen aan het werk was.
Art.4. Het Departement Werk en Sociale Economie van het Vlaams Ministerie van Werk en Sociale Economie raadpleegt voor de toepassing van dit besluit midden oktober 2020 de noodzakelijke gegevensbronnen bij de authentieke gegevensbronnen, vermeld in artikel 5 van het besluit van de Vlaamse regering van 15 mei 2009 houdende de uitvoering van artikel III.66, III.67 en III.68 van het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Een wijziging in de aangifte bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid zal niet ressorteren in een herberekening van de vergoeding.
Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2020.
Art. 6. De Vlaamse minister, bevoegd voor de Sociale Economie, is belast met de uitvoering van dit besluit.