Details





Titel:

24 MAART 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van artikel 5 van het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, wat betreft de omgevingsvergunning(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-03-2020 en tekstbijwerking tot 27-04-2020)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Definities en toepassingsgebied
Art. 1-3
HOOFDSTUK 2. - Termijnverlengingen
Art. 4-9, 9/1
HOOFDSTUK 3. - Procedurele aanpassingen
Art. 10-13
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 14-15



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2020020931  2020030802 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Definities en toepassingsgebied
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
  1° administratief beroep: een beroep zoals bedoeld in artikel 52 van het Omgevingsvergunningsdecreet;
  2° civiele noodsituatie: de civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, zoals vastgesteld door de Vlaamse Regering in toepassing van artikel 4, § 1, eerste lid, 1°, van het Nooddecreet;
  3° Omgevingsvergunningsdecreet: het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;
  4° Omgevingsvergunningsbesluit: het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;
  5° MER-procedurebesluit: het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017 betreffende nadere regels voor de milieueffectrapportage over projecten en voor de omgevingsveiligheidsrapportage;
  6° Minister: Vlaamse minister van Omgeving;
  7° Nooddecreet: het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid;
  8° Vergunningsaanvraag: een aanvraag zoals bedoeld in artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet.

Art.2. De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op de proceduretermijnen of procedurele verplichtingen die zijn opgenomen in:
  1° het Omgevingsvergunningsdecreet;
  2° het Omgevingsvergunningsbesluit;
  3° het MER-procedurebesluit.

Art.3. Dit besluit is van toepassing op:
  1° alle vergunningsaanvragen en administratieve beroepen ingediend vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit, die op datum van de inwerkingtreding van dit besluit in behandeling zijn bij de bevoegde vergunningverlenende overheid, en waarin op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit besluit nog geen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing is genomen door de bevoegde vergunningverlenende overheid in laatste administratieve aanleg;
  2° op de vergunningsaanvragen en administratieve beroepen ingediend vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit tot en met 24 april 2020.
  De minister kan de einddatum vermeld in het eerste lid, 2° verlengen. Deze verlenging kan de einddatum van de civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, met inbegrip van een eventuele verlenging, zoals vastgesteld door de Vlaamse Regering in toepassing van artikel 4, § 1, eerste lid van het Nooddecreet, evenwel niet overschrijden.
  Het ministerieel besluit tot verlenging wordt bekendgemaakt door:
  1° een bericht in het Belgisch Staatsblad;
  2° een publicatie op de website van het departement Omgeving;
  3° een publicatie op de website van de Dienst van de Bestuursrechtscolleges.
  Dit besluit is niet van toepassing op vergunningsaanvragen en administratieve beroepen die na de vernietiging van een eerdere beslissing opnieuw in behandeling genomen worden door de bevoegde vergunningverlenende overheid na de einddatum bepaald in het eerste lid, 2°, in voorkomend geval verlengd overeenkomstig het tweede lid.
  De bepalingen die met toepassing van dit besluit gelden voor vergunningsaanvragen en administratieve beroepen zijn van overeenkomstige toepassing op het instellen van, behandelen van en beslissen over verzoeken en initiatieven tot ambtshalve bijstelling van de omgevingsvergunning zoals bedoeld in hoofdstuk 6, afdeling 1 en 2, en artikel 85 en 86, van het Omgevingsvergunningsdecreet.

HOOFDSTUK 2. - Termijnverlengingen
Art.4. De termijn om een beslissing te nemen over de vergunningsaanvraag, zoals bedoeld in artikel 32, § 1 van het Omgevingsvergunningsdecreet, wordt verlengd met zestig dagen voor de vergunningsaanvragen die onder het toepassingsgebied vallen van artikel 3.

Art.5. De termijn om een beslissing te nemen over de vergunningsaanvraag, zoals bedoeld in artikel 46, § 1, eerste lid van het Omgevingsvergunningsdecreet, wordt verlengd met dertig dagen voor de vergunningsaanvragen die onder het toepassingsgebied vallen van artikel 3.

Art.6. De termijn om een beslissing te nemen over een administratief beroep, zoals bedoeld in artikel 66, § 1 van het Omgevingsvergunningsdecreet, wordt verlengd met zestig dagen voor de administratieve beroepen die onder het toepassingsgebied vallen van artikel 3.

Art.7.De termijn om een administratief beroep in te stellen als vermeld in artikel 54 en 90 van het Omgevingsvergunningsdecreet, wordt verlengd met dertig dagen voor de administratieve beroepen die onder het toepassingsgebied vallen van artikel 3.
  [1 De voormelde verlenging van de beroepstermijn vindt slechts toepassing in zoverre de beslissing over de vergunningsaanvraag in eerste aanleg wordt genomen uiterlijk op 24 april 2020.
   De affiche, bedoeld in artikel 59 van het Omgevingsvergunningsbesluit, blijft, in afwijking van artikel 59, § 2, van het Omgevingsvergunningsbesluit aangeplakt tot het einde van de beroepstermijn.]1
  ----------
  (1)<BVR 2020-04-22/04, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 22-04-2020>

Art.8. De termijnen vermeld in artikel 35, eerste lid en artikel 49, eerste lid van het Omgevingsvergunningsdecreet die bepalen wanneer gebruik mag worden gemaakt van een omgevingsvergunning, verleend vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit tot en met de einddatum, vermeld in artikel 3, eerste lid, 2°, in voorkomend geval verlengd overeenkomstig artikel 3, tweede lid, worden verlengd met dertig dagen.

Art.9. De minister kan de termijnen, zoals vermeld in artikel 4 tot en met 8 verlengen.
  Deze verlenging kan de maximale duurtijd van de civiele noodsituatie, met inbegrip van een eventuele verlenging, zoals vastgesteld door de Vlaamse Regering in toepassing van artikel 4, § 1, eerste lid van het Nooddecreet, evenwel niet overschrijden.
  Het ministerieel besluit tot verlenging van de termijnen vermeld in het eerste lid wordt bekendgemaakt door:
  1° een bericht in het Belgisch Staatsblad;
  2° een publicatie op de website van het departement Omgeving;
  3° een publicatie op de website van de Dienst van de Bestuursrechtscolleges.

Art.9/1. [1 De vervaltermijn van omgevingsvergunningen en meldingen van onbepaalde duur, die in toepassing van artikel 99, § 1, van het Omgevingsvergunningsdecreet zou verstrijken op een datum van 20 maart 2020 tot en met 31 december 2020, wordt van rechtswege met zes maanden verlengd.
   De geldigheidsduur van omgevingsvergunningen en meldingen van bepaalde duur of van omgevingsvergunningen op proef, uiterlijk verleend op 24 april 2020 in toepassing van artikel 68, tweede lid, respectievelijk artikel 69 van het Omgevingsvergunningsdecreet, die zou verstrijken op een datum van 20 maart 2020 tot en met 31 augustus 2020, wordt van rechtswege met drie maanden verlengd.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BVR 2020-04-22/04, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 22-04-2020>


HOOFDSTUK 3. - Procedurele aanpassingen
Art.10.De openbare onderzoeken die lopen op de datum van inwerkingtreding van dit besluit worden geschorst en verdergezet na 24 april 2020.
  Bezwaren die ingediend worden tijdens de periode van schorsing worden als ontvankelijk beschouwd.
  De organisatie van nieuwe openbare onderzoeken kan slechts plaatsvinden na 24 april 2020.
  [1 De volgende regels worden in acht genomen bij de verderzetting van het openbaar onderzoek op een datum na 24 april 2020 :
   1° de einddatum van het verdergezette openbaar onderzoek wordt door toedoen van de gemeente aangepast op de affiche, bedoeld in artikel 20 van het Omgevingsvergunningsbesluit. Deze affiche blijft minstens aangeplakt tot de laatste dag van het verdergezette openbaar onderzoek;
   2° de verderzetting dient niet te worden gepubliceerd in een dag- of weekblad, bedoeld in artikel 22 van het Omgevingsvergunningsbesluit;
   3° de individuele kennisgeving, bedoeld in artikel 23 van het Omgevingsvergunningsbesluit, dient niet te worden overgedaan.]1
  Op de website van de gemeente wordt de informatie in verband met start- en einddata van de openbare onderzoeken actueel gehouden. Als de gemeente met toepassing van artikel 67 van het Omgevingsvergunningsdecreet opdracht heeft gekregen een openbaar onderzoek in te stellen, houdt zij het bevoegd bestuur op de hoogte van deze informatie in verband met start- en einddata van de openbare onderzoeken;
  De minister kan de termijnen, zoals vermeld in het eerste en tweede lid verlengen.
  Deze verlenging kan de maximale duurtijd van de civiele noodsituatie, met inbegrip van een eventuele verlenging, zoals vastgesteld door de Vlaamse Regering in toepassing van artikel 4, § 1, eerste lid van het Nooddecreet, evenwel niet overschrijden.
  Het ministerieel besluit tot verlenging van de termijnen vermeld in het derde lid wordt bekendgemaakt door:
  1° een bericht in het Belgisch Staatsblad;
  2° een publicatie op de website van het departement Omgeving.
  ----------
  (1)<BVR 2020-04-22/04, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 22-04-2020>

Art.11.Bij de behandeling van de vergunningsaanvragen of de administratieve beroepen die onder het toepassingsgebied vallen van artikel 3, kan de bevoegde overheid, de provinciale of gewestelijke omgevingsambtenaar of de voorzitter van de omgevingsvergunningscommissie beslissen om de hoorzittingen in voorkomend geval alleen schriftelijk, via teleconferentie of via videoconferentie te houden.
  De voorzitter van de omgevingsvergunningscommissie kan bij de behandeling van de vergunningsaanvragen of de administratieve beroepen die onder het toepassingsgebied vallen van artikel 3, in voorkomend geval beslissen om via teleconferentie of via videoconferentie te vergaderen.
  [1 De bevoegde overheid kan bij de behandeling van de vergunningsaanvragen of de administratieve beroepen in voorkomend geval beslissen om de informatievergadering, vermeld in artikel 25 van het Omgevingsvergunningsbesluit, via elektronische middelen te houden. Alle bepalingen van artikel 25 van het Omgevingsbesluit blijven onverminderd van toepassing.]1
  ----------
  (1)<BVR 2020-04-22/04, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 22-04-2020>

Art.12. Voor aanvragen of administratieve beroepen die vallen onder de toepassing van artikel 3 worden laattijdig of niet uitgebrachte adviezen niet als stilzwijgend gunstig beschouwd, maar kan aan de adviesverplichting worden voorbijgegaan. De beroepsmogelijkheid, vermeld in artikel 53, 3° van het Omgevingsvergunningsdecreet, wordt evenwel behouden, ook als een advies laattijdig is of niet is uitgebracht.

Art.13. In afwijking op artikel 12 van het MER-procedurebesluit worden laattijdig of niet uitgebrachte adviezen niet als stilzwijgend gunstig beschouwd voor aanvragen die vallen onder de toepassing van artikel 3. Er kan evenwel aan de adviesverplichting worden voorbijgegaan.

HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art.14. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 24 maart 2020.

Art. 15. De Vlaamse minister, bevoegd voor Omgeving, is belast met de uitvoering van dit besluit.