Details





Titel:

7 MEI 2020. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende bijzondere machten nr. 8 betreffende de steun aan universitaire ziekenhuizen in het kader van de COVID-19-gezondheidscrisis (NOTA : bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij DFG2020-11-26/12, art. 1)



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Dit besluit heeft tot doel de voorwaarden vast te stellen voor de toekenning van uitzonderlijke subsidies aan de in artikel 2 bedoelde universitaire ziekenhuizen in het kader van de COVID-19-crisis.

Art.2. Dit besluit is van toepassing op de volgende universitaire ziekenhuizen :
  1° het Centre Hospitalier Universitaire de Liège ;
  2° de Cliniques Universitaires Saint-Luc in Sint-Lambrechts-Woluwe ;
  3° de Cliniques Universitaires de Mont-Godinne;
  4° het Erasmusziekenhuis in Anderlecht.

Art.3. Met toepassing van de artikelen 2, 3 en 6 van het besluit van bijzondere machten nr. 2 van de Regering van de Franse Gemeenschap van 7 april 2020, genomen ter uitvoering van het decreet van 17 maart 2020 tot toekenning van bijzondere machten aan de Regering in het kader van de gezondheidscrisis van COVID-19 met betrekking tot de oprichting van een nood- en steunfonds, geeft de Regering de minister bevoegd voor de universitaire ziekenhuizen de opdracht een uitzonderlijke subsidie ten belope van 7.831.250 euro toe te kennen, verdeeld over de in artikel 2 bedoelde universitaire ziekenhuizen overeenkomstig de door haar vastgestelde voorwaarden en met inachtneming van de in artikel 4 gestelde voorwaarden.

Art.4. De in artikel 3 bedoelde uitzonderlijke subsidie wordt toegekend op voorwaarde dat de uitgevoerde uitgaven de volgende kosten dekken in verband met het beheer van de COVID-19-coronaviruscrisis:
  1° de kosten voor de inrichting van extra ruimtes of de aanpassing van bestaande ruimtes voor de opvang, het doorverwijzen of de ziekenhuisopname van patiënten die aan COVID-19 lijden;
  2° de kosten voor de aankoop of huur van medische en niet-medische apparatuur voor de uitrusting en de conditionering van bijkomende of omgebouwde ruimtes voor de opvang en de ziekenhuisopname van patiënten die aan het COVID-19 lijden of voor de versterking van de apparatuur van de analyselaboratoria of de apotheek;
  3° wanneer een universitair ziekenhuis subsidies ontvangt van andere overheidsniveaus in België, worden deze bedragen in aanmerking genomen bij de toekenning van de subsidie, die niet hetzelfde doel kan dekken.

Art.5. § 1. De subsidie als bedoeld in artikel 3 wordt verdeeld over de in artikel 1 genoemde universitaire ziekenhuizen naar rata van de overnachtingen van patiënten die aan COVID-19 lijden sinds 1 januari 2020 tot de datum van ondertekening van dit besluit. Deze verhouding wordt verkregen door het gecumuleerde aantal overnachtingen van patiënten die aan COVID-19 lijden in elk universitair ziekenhuis gedurende bovengenoemde periode te delen door het totale aantal overnachtingen van patiënten die aan COVID-19 lijden in alle in artikel 2 bedoelde universitaire ziekenhuizen gedurende dezelfde periode.
  § 2 De universitaire ziekenhuizen geven aan de Administratie alle bewijsstukken terug die aantonen dat het gebruik van de uit hoofde van de in artikel 3 bedoelde subsidie ontvangen bedragen aan de in artikel 4 gestelde voorwaarden voldoet. Indien aan de hand van de bewijsstukken niet kan worden aangetoond dat aan deze voorwaarden is voldaan, worden de ongerechtvaardigde bedragen terugbetaald overeenkomstig de nadere regels vastgesteld in het besluit tot toekenning van subsidies.

Art.6. De minister van Universitaire Ziekenhuizen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 7. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt ondertekend.