Details





Titel:

27 NOVEMBER 2020. - Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het statuut van de militairen van het reservekader



Inhoudstafel:


Art. 1-20
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1970122201  1971012112  1980101003  1984007086  1998007247  1998007271  2002007276  2003007090  2003007127  2008007002  2018030701  2020015740  2020020350 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 7 van het koninklijk besluit van 22 december 1970 betreffende de toekenning van een toelage aan de officieren-geneesheren, -veeartsen, -apothekers en -tandartsen, in dienst in het buitenland, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° het eerste lid wordt vervangen als volgt:
  "Voor de militair van het actief kader en de militair van het reservekader die vrijwillige encadreringsprestaties zoals bedoeld in artikel 77, eerste lid, 3° van het koninklijk besluit van 3 mei 2003 betreffende het statuut van de militairen van het reservekader van de Krijgsmacht, verricht, wordt de toelage in dertigsten verdeeld wanneer zij slechts voor een gedeelte van een maand verschuldigd is.";
  2° wordt het artikel aangevuld met twee leden, luidende:
  "Voor de militair van het reservekader die wederoproepingen of bijkomende prestaties in het kader van de vervolmaking of als bevorderingsprestaties uitvoert, wordt de toelage in twintigsten verdeeld wanneer zij slechts voor een gedeelte van een maand verschuldigd is.
  Het aantal verschuldigde twintigsten is gelijk aan het aantal dagen dienst in het buitenland, met een maximum van twintig twintigsten per kalendermaand.".

Art.2. In de tabel 4 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 21 januari 1971 betreffende de toekenning van toelagen aan leden van de Krijgsmacht, evenals aan sommige leden van het burgerlijk personeel van het departement van Landsverdediging, voor sommige werken of prestaties van bijzonder gevaarlijke of ongezonde aard, vervangen bij het koninklijk besluit van 11 november 2002, wordt de zin " Indien de bedoelde prestaties of werken occasioneel worden uitgevoerd door personeel van wie dat niet de hoofdfunctie is, wordt een twintigste van de bedragen hernomen in deze tabel toegekend per dag waarop de bedoelde prestaties of werken worden uitgevoerd" aangevuld met de woorden ", met een maximum van twintig twintigsten per kalendermaand".

Art.3. In artikel 1, 1°, van het koninklijk besluit van 10 oktober 1980 houdende toekenning van een eindejaar toelage aan sommige personeelsleden van de Krijgsmacht, vervangen bij het koninklijk besluit van 22 november 1999 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 november 2018, worden de woorden ", met uitzondering van de militairen met onbepaald verlof die wederoproepingen of bijkomende prestaties in het kader van volmaking of als bevorderingsprestaties verrichten" opgeheven.

Art.4. In artikel 1, 1°, van het koninklijk besluit van 15 maart 1984 houdende toekenning van een vakantiegeld aan sommige personeelsleden van de Krijgsmacht, vervangen bij het koninklijk besluit van 22 november 1999 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 november 2018, worden de woorden ", met uitzondering van de militairen met onbepaald verlof die wederoproepingen of bijkomende prestaties in het kader van volmaking of als bevorderingsprestaties verrichten" opgeheven.

Art.5. In artikel 1, derde lid, van het koninklijk besluit van 16 november 1998 houdende toekenning van kledijvergoedingen aan de militairen, worden de woorden "in dezelfde mate als de wedde in dertigsten toegekend." vervangen door de woorden ", naar gelang het geval, in dertigsten of in twintigsten toegekend, overeenkomstig de bepalingen bedoeld in artikelen 19 en 19bis, van het koninklijk besluit van 18 maart 2003 houdende bezoldigingsregeling van de militairen van alle rangen en betreffende het stelsel van de dienstprestaties van de militairen van het actief kader beneden de rang van officier.".

Art.6. In artikel 3 van het koninklijk besluit van 23 december 1998 tot toekenning van een toelage voor tweetaligheid aan sommige militairen in werkelijke dienst, wordt het tweede lid aangevuld met de woorden "en, naar gelang het geval, in dertigsten of in twintigsten toegekend, overeenkomstig de bepalingen bedoeld in artikelen 19 en 19bis, van het koninklijk besluit van 18 maart 2003 houdende bezoldigingsregeling van de militairen van alle rangen en betreffende het stelsel van de dienstprestaties van de militairen van het actief kader beneden de rang van officier.".

Art.7. In het koninklijk besluit van 16 oktober 2002 houdende toekenning van een toelage aan de militaire luchtverkeersleiders en aan de militaire luchtgevechtsleiders, wordt een artikel 5/1 ingevoegd, luidende:
  " Art. 5/1. Evenwel wordt voor de militair van het reservekader die wederoproepingen of bijkomende prestaties in het kader van de vervolmaking of als bevorderingsprestaties uitvoert, de toelage betaald samen met de wedde van de maand waarop die betrekking heeft en verminderd overeenkomstig dezelfde bepalingen en in dezelfde mate als deze wedde wanneer de betrokken militair van het reservekader in werkelijke dienst was en een in het organiek kader opgenomen ambt van militaire luchtverkeersleider of van militaire luchtgevechtsleider heeft uitgeoefend.".

Art.8. In artikel 30 van het koninklijk besluit van 18 maart 2003 houdende bezoldigingsregeling van de militairen van alle rangen en betreffende het stelsel van de dienstprestaties van de militairen van het actief kader beneden de rang van officier, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 16 februari 2016, 16 september 2016 en 30 september 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "van het actief kader" opgeheven;
  2° in paragraaf 4 worden de woorden "overeenkomstig de regels, vastgelegd in artikel 19" vervangen door de woorden ", naar gelang het geval, overeenkomstig de bepalingen bedoeld in artikelen 19 en 19bis.".

Art.9. In artikel 31 van hetzelfde koninklijk besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 16 februari 2006, 14 december 2006 en 24 april 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "tot het actief kader behoren en" opgeheven;
  2° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "tot het actief kader behoren en" opgeheven;
  3° in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "van het actief kader" opgeheven;
  4° in paragraaf 5, worden de woorden "overeenkomstig de regels, bepaald in artikel 19." vervangen door de woorden ", naar gelang het geval, overeenkomstig de bepalingen bedoeld in artikelen 19 en 19bis. ".

Art.10. In artikel 33 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 16 februari 2006 en 14 november 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1, worden de woorden "van het actief kader" opgeheven;
  2° paragraaf 6 wordt aangevuld met een lid, luidende:
  "Evenwel wordt de functietoelage voor de onderofficier van het reservekader die wederoproepingen of bijkomende prestaties in het kader van de vervolmaking of als bevorderingsprestaties uitvoert, betaald ten belope van een twaalfde van het jaarbedrag, samen met de wedde van de maand waarin de betrokken onderofficier gedurende ten minste één werkdag aan de in dit artikel bedoelde toekenningsvoorwaarden beantwoordt.".

Art.11. In artikel 33/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 november 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1, worden de woorden "van het actief kader" opgeheven;
  2° paragraaf 6 wordt aangevuld met een lid, luidende:
  "Evenwel wordt de functietoelage voor de vrijwilliger van het reservekader die wederoproepingen of bijkomende prestaties in het kader van de vervolmaking of als bevorderingsprestaties uitvoert, betaald ten belope van een twaalfde van het jaarbedrag, samen met de wedde van de maand waarin de betrokken vrijwilliger gedurende ten minste één werkdag aan de in dit artikel bedoelde toekenningsvoorwaarden beantwoordt.".

Art.12. In artikel 34 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid worden de woorden "van het actief kader" opgeheven;
  2° in het tweede lid, worden de woorden "Deze toelage wordt" vervangen door de woorden "Voor de eerste korporaal-chef van het actief kader en de eerste korporaal-chef van het reservekader die vrijwillige encadreringsprestaties, bedoeld in artikel 77, eerste lid, 3° van het koninklijk besluit van 3 mei 2003 betreffende het statuut van de militairen van het reservekader van de Krijgsmacht, verricht, wordt deze toelage";
  3° een lid wordt tussen het tweede en het derde lid wordt ingevoegd, luidende:
  "Voor de eerste korporaal-chef van het reservekader die wederoproepingen of bijkomende prestaties in het kader van de vervolmaking of als bevorderingsprestaties uitvoert, wordt deze toelage betaald, samen met de wedde van de maand waarop ze betrekking heeft.";
  4° in het vroegere derde lid, dat het vierde lid wordt, van de Franse tekst, wordt het woord "formation" vervangen door het woord "maîtrise".

Art.13. In artikel 10 van het koninklijk besluit van 3 april 2003 houdende het stelsel der toelagen verschuldigd aan het varend personeel van de Krijgsmacht, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 juli 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid worden de woorden "hij tenminste één bevolen luchtvaartprestatie verricht heeft" vervangen door de woorden "hij effectief prestaties verricht heeft ";
  2° in het tweede lid worden de woorden "aan achtmaal" vervangen door de woorden "aan twintig maal".

Art.14. De tabel B. Dagelijkse luchtvaarttoelagen van de bijlage van het hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 18 september 2019, wordt vervangen door de tabel in bijlage gevoegd bij dit besluit.

Art.15. In artikel 2, § 2, van het koninklijk besluit van 20 december 2007 houdende toekenning van toelagen aan de militairen die houder zijn van bepaalde kwalificaties, worden de woorden ", naar gelang het geval, per twintigste of" ingevoegd tussen de woorden "In voorkomend geval worden zij" en de woorden "per dertigste".

Art.16. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 maart 2018 houdende een uitzonderlijke herstructureringsvergoeding voor de personeelsleden van het ministerie van Landsverdediging die rechtstreeks betrokken zijn bij de "Strategische Visie 2030" van de Krijgsmacht, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid, 1°, worden de woorden "van het actief kader" ingevoegd tussen de woorden "de militair" en de woorden "in werkelijke dienst";
  2° het eerste lid wordt aangevuld met de bepaling onder 3°, luidende:
  "3° de militair van het reservekader die één van de vrijwillige encadreringsprestaties, bedoeld in artikel 77, eerste lid, 3°, van het koninklijk besluit van 3 mei 2003 betreffende het statuut van de militairen van het reservekader van de Krijgsmacht, verricht.";
  3° in het derde lid, 1°, worden de woorden "of de chef van de sectie nationale directie van de reserve" ingevoegd tussen de woorden "sectie loopbaanbeheer" en de woorden "van de algemene directie human resources".

Art.17. In artikel 1, 2°, van het koninklijk besluit van 23 februari 2020 houdende toekenning van een vergoeding voor digitale communicatie aan de militairen van de Krijgsmacht, worden de woorden "die vrijwillige encadreringsprestaties zoals bedoeld in artikel 77, eerste lid, 3° van het koninklijk besluit van 3 mei 2003 betreffende het statuut van de militairen van het reservekader van de Krijgsmacht, verricht" opgeheven.

Art.18. In artikel 3 van het koninklijk besluit van 30 september 2020 betreffende de toekenning van een toelage voor de kennis van de Engelse taal aan sommige militairen in werkelijke dienst, wordt het tweede lid aangevuld met de woorden "en, naar gelang het geval, overeenkomstig de bepalingen bedoeld in artikelen 19 en 19bis, van het koninklijk besluit van 18 maart 2003 houdende bezoldigingsregeling van de militairen van alle rangen en betreffende het stelsel van de dienstprestaties van de militairen van het actief kader beneden de rang van officier" .

Art.19. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2021.

Art.20. De minister bevoegd voor Defensie is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGE.
Art. N. Bijlage bij het koninklijk besluit van 3 april 2003 houdende het stelsel der toelagen verschuldigd aan het varend personeel van de krijgsmacht
  TABEL
  B. Dagelijkse luchtvaarttoelagen


Reeks Categorie Kwalificatie Dagbedragen
1 a. Gebrevetteerd varend reservepersoneel van de Krijgsmacht houder van het hoger brevet van piloot;
  b. Gebrevetteerd varend reservepersoneel van de vakrichting inwerkingstelling van luchtwapensystemen houder van het hoger brevet van piloot of het hoger brevet van navigator verworven vóór 19 augustus 2003;
  c. Gebrevetteerd varend reservepersoneel bedoeld in artikel 7bis, tweede lid, van het voornoemd koninklijk besluit van 13 mei 2004, dat houder is van het hoger brevet van piloot verworven vóór 19 augustus 2003 en dat het aanvullende gedeelte van professionele vorming bedoeld in hetzelfde artikel met succes heeft gevolgd of dat ervan vrijgesteld is.
Brevet van piloot 18 EUR
  Hoger brevet van piloot of van navigator 31 EUR
  
  Hoger brevet van pilootJunior 35 EUR
  
  Hoger brevet van piloot Senior 38,5 EUR
  
  Hoger brevet van piloot Master 46 EUR
  
2 Gebrevetteerd varend reservepersoneel bedoeld in artikel 7bis, tweede lid, van het voornoemd koninklijk besluit van 13 mei 2004, dat houder is van het hoger brevet van piloot verworven vóór 19 augustus 2003 en dat het aanvullend gedeelte van professionele vorming bedoeld in reeks 1.c. niet met succes heeft gevolgd.  27 EUR
3 a. Gebrevetteerd varend reservepersoneel van de Krijgsmacht houder van het brevet van piloot voorzien in artikel 6, 1°, van het koninklijk besluit van 13 mei 2004 betreffende het varend personeel van de Krijgsmacht;
  b. Gebrevetteerd varend reservepersoneel van de vakrichting inwerkingstelling van luchtwapensystemen houder van het brevet van navigator voorzien in artikel 6, 3°, van het koninklijk besluit van 13 mei 2004 betreffende het varend personeel van de Krijgsmacht.
 18 EUR
4 Ander gebrevetteerd varend reservepersoneel  11 EUR
5 Personeel gemachtigd om gelegenheidsluchtvaartprestaties te volbrengen  21 EUR