Details





Titel:

1 DECEMBER 2020. - Besluit van de Waalse Regering van bijzondere machten nr. 59 betreffende verschillende bepalingen die in het kader van het "plan rebond COVID-19" zijn genomen inzake beroepsopleiding, krachtens artikel 138 van de Grondwet (NOTA : bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij DWG2021-05-14/02, art. 2)



Inhoudstafel:

Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Art. 1-2
Afdeling 2. - Maatregelen betreffende de overeenkomst voor beroepsopleiding
Art. 3-5
Afdeling 3. - Maatregelen betreffende de individuele beroepsopleiding
Art. 6-8
Afdeling 4. - Maatregel betreffende de centra voor socioprofessionele inschakeling
Art. 9
Afdeling 5. - Maatregelen betreffende het sensibiliseringsplan inzake de informatie- en communicatietechnologieën
Art. 10-11
Afdeling 6. - Maatregelen betreffende de opleidingscheques
Art. 12-13
Afdeling 7. - Slotbepalingen
Art. 14



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een materie bedoeld in artikel 127 van de Grondwet.

Art.2. Voor de toepassing van dit besluit en voor elke van de bepalingen die met betrekking tot de subsidiëring zijn vastgesteld, mag het bedrag van de subsidie niet hoger zijn dan de kosten die daadwerkelijk door de begunstigde worden gedragen, voor wat gesubsidieerd wordt.

Afdeling 2. - Maatregelen betreffende de overeenkomst voor beroepsopleiding
Art.3. Wanneer de opleidingen die vallen onder een beroepsopleidingsovereenkomst in de zin van het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 12 mei 1987 betreffende de beroepsopleiding, wegens de gezondheidscrisis COVID-19 niet face-tot-face kunnen worden gegeven, moeten zij op afstand worden verstrekt wanneer de betrokken opleiding dit toelaat.
  Wanneer de opleiding wegens de gezondheidscrisis COVID-19 niet face-tot-face noch op afstand kan worden gegeven, wordt de uitvoering van de beroepsopleidingsovereenkomst voor de gehele duur van de opschorting van de opleiding tussen 19 oktober en 31 maart 2021 opgeschort.
  In afwijking van artikel 19, derde lid, van hetzelfde besluit kan de beroepsopleidingsovereenkomst, waarvan de uitvoering krachtens lid 2 is opgeschort, niet worden beëindigd.

Art.4. Wanneer een beroepsopleiding die onder een beroepsopleidingsovereenkomst valt, ten gevolge van de aanpassingen die voortvloeien uit de toepassing van de gezondheidsvoorschriften die in het kader van de COVID-19-crisis zijn vastgesteld, face-t-face kan worden gegeven zonder te kunnen worden verstrekt volgens de wekelijkse regeling die gewoonlijk op de betrokken beroepsopleiding van toepassing is, worden de niet-verstrekte opleidingsuren binnen de perken van de beschikbare middelen vervangen door uren opleiding op afstand die beantwoorden aan de behoeften van de stagiair op het gebied van de verwerving van vaardigheden.
  Wanneer de in het eerste lid bedoelde niet-verstrekte opleidingsuren niet door een opleiding op afstand kunnen worden vervangen, wordt de uitvoering van de beroepsopleidingsovereenkomst tijdens de betrokken uren opgeschort.
  De leden 1 en 2 zijn van toepassing op elke opleiding die valt onder een beroepsopleidingsovereenkomst in de zin van het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 12 mei 1987 betreffende de beroepsopleiding en die tussen 19 oktober 2020 en 31 maart 2021 verstrekt wordt.

Art.5. In afwijking van artikel 15 van het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 12 mei 1987 betreffende de beroepsopleiding kan de beroepsopleidingsovereenkomst tot en met 31 maart 2021 geheel of gedeeltelijk op afstand worden aangegaan aan de hand van een elektronische identiteitskaart.
  Indien de overeenkomst tot en met 31 maart 2021 niet op afstand kan worden gesloten volgens de in lid 1 vastgestelde modaliteiten, deelt elk van de partijen haar instemming per e-mail mee. Alle per e-mail meegedeelde instemmingen gelden als ondertekening.
  In afwijking van artikel 13 van het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 12 mei 1987 betreffende de beroepsopleiding kan de overeenkomst, voor de opleiding die tussen 19 oktober 2020 en 31 maart 2021 wordt gevolgd, met terugwerkende kracht worden gesloten indien de overeenkomst niet op afstand kan worden aangegaan vanwege de maatregelen die in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19 zijn genomen.
  Wanneer de overeenkomst met terugwerkende kracht wordt gesloten, worden de voordelen die krachtens het besluit van de Waalse regering van 8 februari 2002 betreffende het toekennen van bepaalde voordelen aan de stagiairs die een beroepsopleiding krijgen, voor de in lid 2 bedoelde opleidingsperiode worden toegekend, met het oog op de vereffening ervan, berekend vanaf de datum van het begin van de opleiding.

Afdeling 3. - Maatregelen betreffende de individuele beroepsopleiding
Art.6. Voor de toepassing van artikel 5 van het besluit van de Waalse Regering van 25 april 2019 houdende uitvoering van het decreet van 4 april 2019 betreffende de individuele beroepsopleiding kan de opleidingsovereenkomst tussen 1 november 2020 en 31 maart 2021 geheel of gedeeltelijk op afstand worden gesloten door middel van een elektronische identiteitskaart.
  Indien de overeenkomst tussen 1 november 2020 en 31 maart 2021 niet op afstand kan worden gesloten volgens de in lid 1 vastgestelde modaliteiten, deelt elk van de partijen haar instemming per e-mail mee. Alle per e-mail meegedeelde instemmingen gelden als ondertekening.

Art.7. In afwijking van artikel 6, § 2, lid 1, van hetzelfde besluit leidt elke opschorting, als gevolg van de COVID-19-crisis, van de uitvoering van de overeenkomst opleiding-inschakeling die tussen 19 oktober 2020 en 31 maart 2021 lopend is, tot een automatische verlenging van de oorspronkelijke duur van de opleiding-inschakeling met een duur die gelijk is aan de opschortingsperiodes.
  In geval van opschorting van de uitvoering van de in lid 1 bedoelde overeenkomst opleiding-inschakeling stelt de werkgever de FOREM zo spoedig mogelijk in kennis van de datum van begin en einde van de opschorting.
  De opschorting van de uitvoering van de in lid 1 bedoelde overeenkomst opleiding-inschakeling eindigt uiterlijk op 31 maart 2021.
  De in lid 1 bedoelde verlenging is automatisch en houdt het sluiten van een aanhangsel bij de overeenkomst opleiding-inschakeling, waarvan de uitvoering is opgeschort, niet in.

Art.8. § 1. In afwijking van artikel 6 van het decreet van 4 april 2019 betreffende de individuele beroepsopleiding ontvangt een stagiair wiens uitvoering van de overeenkomst opleiding-inschakeling overeenkomstig artikel 7 is opgeschort, een maandelijkse premie.
  § 2. De in § 1 bedoelde premie wordt toegekend voor de periode tussen 1 november 2020 en 31 december 2020, en binnen de grenzen van de duur van de opschorting van de overeenkomst opleiding-inschakeling.
  § 3. Het bedrag van de in § 1 bedoelde maandelijkse premie wordt berekend als volgt :
  a x (b/c) x 70% ;
  waar:
  - "a" is gelijk aan het maandelijkse bedrag van de in artikel 13, § 1, eerste en tweede lid, van hetzelfde besluit bedoelde premie, berekend op de dag vóór de opschorting of de beëindiging van de overeenkomst opleiding-inschakeling;
  - b" is gelijk aan het aantal dagen van de betrokken maand, waarin de overeenkomst opleiding-inschakeling niet is uitgevoerd als gevolg van de opschorting ervan;
  - c" is gelijk aan het aantal maandelijks gepresteerde dagen, zoals bepaald in de overeenkomst opleiding-inschakeling die van kracht is op de dag voorafgaand aan de opschorting ervan.
  Voor de berekening van "a" houdt de "FOREm" rekening met het dagelijkse bedrag van de toelagen, inkomsten of vergoedingen bedoeld in artikel 6, tweede lid, 1°, van hetzelfde decreet en in artikel 13, § 1, eerste tot en met derde lid, van hetzelfde besluit, bekend op de dag vóór de in § 1 bedoelde gebeurtenis.
  § 4. De "FOREm" betaalt de in § 1 bedoelde maandelijkse premie zonder enige financiële tussenkomst van de werkgever.

Afdeling 4. - Maatregel betreffende de centra voor socioprofessionele inschakeling
Art.9. In afwijking van artikel 17, § 5, van het decreet van 10 juli 2013 betreffende de centra voor socio-professionele integratie en van artikel 33 van het besluit van de Waalse Regering van 15 december 2016 tot uitvoering van het decreet van 10 juli 2013 betreffende de centra voor socio-professionele integratie wordt het centrum voor socio-professionele inschakeling voor het jaar 2020 onweerlegbaar geacht 100% van de erkende opleidingsuren te hebben verstrekt.

Afdeling 5. - Maatregelen betreffende het sensibiliseringsplan inzake de informatie- en communicatietechnologieën
Art.10. Voor de toepassing van artikel 10, § 1, van het decreet van 3 februari 2005 betreffende het sensibiliseringsplan inzake de informatie- en communicatietechnologieën wordt de opleidingsoperator voor het jaar 2020 onweerlegbaar geacht een aantal opleidingsuren te hebben verstrekt dat gelijk is aan het aantal opleidingsuren dat voor het jaar 2020 is toegekend, inclusief de toegekende overuren.

Art.11. Voor de toepassing van artikel 10 is het bedrag van de subsidie voor het toegekende, maar niet gepresteerde opleidingsuur gelijk aan 7,50 EUR.

Afdeling 6. - Maatregelen betreffende de opleidingscheques
Art.12. In afwijking van artikel 6 van het besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 10 april 2003 betreffende de opleiding van werknemers die bij een onderneming in dienst zijn, kunnen de eerder door de Regering erkende opleidingen tot en met 30 juni 2021 op afstand worden gegeven.

Art.13. De geldigheidsduur van de opleidingscheques waarvan de geldigheidsdatum de periode tussen 1 oktober 2020 en 31 maart 2021 bestrijkt, wordt automatisch verlengd met een periode van drie maanden.

Afdeling 7. - Slotbepalingen
Art. 14. De Minister bevoegd voor beroepsopleiding is belast met de uitvoering van dit besluit