22 APRIL 2020. - Besluit van de Waalse Regering van bijzondere machten nr. 22 tot het nemen van verschillende maatregelen inzake woninghuurovereenkomst (NOTA : bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij DWG2020-12-03/07, art. 35)
Art. 1-3
Artikel 1. Om redenen die voortvloeien uit de lockdownperiode en tijdens de lockdownperiode die voortvloeit uit het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken en de mogelijke verlengingen ervan:
1° in afwijking van artikel 56 van het decreet van 15 maart 2018 betreffende de woninghuurovereenkomst kan de verlenging van een huurovereenkomst voor hoofdverblijfplaats wegens uitzonderlijke omstandigheden die het gevolg zijn van de onmogelijkheid om te verhuizen, tijdens de duur van de lockdownperiode per post of per e-mail gebeuren ten laatste 5 dagen voor het verstrijken van de huurovereenkomst. De verlenging wordt uiterlijk in de eerste maand na de verlenging schriftelijk meegedeeld. Dit geschrift kan bestaan in een aanhangsel of een contractueel beding van de oorspronkelijke huur, waarbij de huur wordt verlengd;
2° bij gebrek aan enig ander akkoord tussen de partijen met het oog op de vroegtijdige beëindiging van de studentenhuurovereenkomst of de vermindering van de huurprijs, kan (kunnen) de huurder(s) van wie de persoon (personen) die regelmatig de last van de betaling van de huur draagt (dragen), ten gevolge van de lockdownmaatregelen gezamenlijk een verlies van ten minste 15% van zijn (hun) inkomsten heeft (hebben) geleden, in afwijking van artikel 81 van het decreet van 15 maart 2018 te allen tijde de huurovereenkomst opzeggen met inachtneming van een opzegtermijn van 1 maand en de betaling van een vergoeding van 1 maand huurprijs aan de verhuurder.
Het bewijs van inkomensverlies kan bij elk middel worden geleverd.
De opzegtermijn begint te lopen op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de opzegging wordt gegeven.
Art.2. Dit besluit treedt in werking op de dag volgend op de dag van zijn ondertekening.
Art. 3. De Minister van Huisvesting is belast met de uitvoering van dit besluit.