2 MEI 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 237quinquies van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
Art. 1-3
Artikel 1. Artikel 237quinquies van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 2 juni 2010 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 mei 2011, 21 mei 2013, 28 april 2015, 18 oktober 2017 en 3 juli 2018 wordt vervangen als volgt :
"Art. 237quinquies. § 1. Een jaarlijkse inhaalpremie wordt toegekend aan de invalide gerechtigden, die, op 31 december van het jaar dat voorafgaat aan het jaar van de toekenning, minstens één jaar arbeidsongeschikt zijn erkend en in de maand mei van het jaar van de toekenning nog minstens één kalenderdag invalide zijn erkend. Deze inhaalpremie wordt betaald samen met de uitkeringen van de maand mei.
Voor het jaar 2019 is het bedrag van de inhaalpremie die wordt verleend aan de invalide gerechtigden, bedoeld in het eerste lid, gelijk aan :
1° 269,1993 euro aan het spilindexcijfer 103,14 (basis 1996 = 100) als zij op de voormelde 31 december werden beschouwd als werknemer met persoon ten laste;
2° 247,7738 euro aan het spilindexcijfer 103,14 (basis 1996 = 100) als zij op de voormelde 31 december niet werden beschouwd als werknemer met persoon ten laste.
Vanaf het jaar 2020 is het bedrag van de inhaalpremie die wordt verleend aan de invalide gerechtigden, bedoeld in het eerste lid, gelijk aan :
1° 304,9085 euro aan het spilindexcijfer 103,14 (basis 1996 = 100) als zij op de voormelde 31 december werden beschouwd als werknemer met persoon ten laste;
2° 262,0575 euro aan het spilindexcijfer 103,14 (basis 1996 = 100) als zij op de voormelde 31 december niet werden beschouwd als werknemer met persoon ten laste.
Deze bedragen worden aangepast aan de schommelingen van het indexcijfer overeenkomstig de bepalingen van artikel 237.
§ 2. In afwijking van paragraaf 1, wordt een jaarlijkse inhaalpremie toegekend aan de invalide gerechtigden, die, op 31 december van het jaar dat voorafgaat aan het jaar van de toekenning, minstens twee jaar arbeidsongeschikt zijn erkend en in de maand mei van het jaar van de toekenning nog minstens één kalenderdag invalide zijn erkend. Deze inhaalpremie wordt betaald samen met de uitkeringen van de maand mei.
Voor het jaar 2019 is het bedrag van de inhaalpremie die wordt verleend aan de invalide gerechtigden, bedoeld in het eerste lid, gelijk aan :
1° 472,1870 euro aan het spilindexcijfer 103,14 (basis 1996 = 100) als zij op de voormelde 31 december werden beschouwd als werknemer met persoon ten laste;
2° 421,9513 euro aan het spilindexcijfer 103,14 (basis 1996 = 100) als zij op de voormelde 31 december niet werden beschouwd als werknemer met persoon ten laste.
Vanaf het jaar 2020 is het bedrag van de inhaalpremie die wordt verleend aan de invalide gerechtigden, bedoeld in het eerste lid, gelijk aan :
1° 511,4671 euro aan het spilindexcijfer 103,14 (basis 1996 = 100) als zij op de voormelde 31 december werden beschouwd als werknemer met persoon ten laste;
2° 450,5186 euro aan het spilindexcijfer 103,14 (basis 1996 = 100) als zij op de voormelde 31 december niet werden beschouwd als werknemer met persoon ten laste.
Deze bedragen worden aangepast aan de schommelingen van het indexcijfer overeenkomstig de bepalingen van artikel 237.".
Art.2. Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2019.
Art. 3. De minister bevoegd voor sociale zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.