Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

22 FEBRUARI 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 februari 1970 tot oprichting van Provinciale Comités voor de bevordering van de arbeid



Inhoudstafel:


Art. 1-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1970021616 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 16 februari 1970 tot oprichting van Provinciale Comités voor de bevordering van de arbeid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 oktober 2006, wordt aangevuld met een lid, luidende :
  "De Algemene Directie Humanisering van de Arbeid van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg die de opdrachten van het Commissariaat generaal voor de bevordering van de arbeid heeft overgenomen, heeft inzonderheid als opdracht de bevordering van het beleid inzake het welzijn op het werk en de sensibilisering van de sociale en economische actoren inzake de humanisering van de arbeid. Hiertoe organiseert zij, met de ondersteuning van de provinciale comités, studiedagen voor het hele Belgische grondgebied, met inbegrip van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest."

Art.2. In artikel 14 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 oktober 2006, worden de woorden "1 mei" vervangen door de woorden "15 november".

Art.3. In artikel 15 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 oktober 2006, worden de woorden "15 maart" vervangen door de woorden "15 april".

Art.4. In artikel 18 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 maart 1991, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid worden de woorden "4.500 km" vervangen door de woorden "2.500 km";
  2° het tweede lid wordt vervangen als volgt :
  "In dit geval hebben de secretaris en de adjunct-secretaris recht op een kilometervergoeding overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 13 juli 2017 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt."

Art.5. Artikel 19, tweede lid van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art.6. In hetzelfde besluit wordt in de plaats van artikel 20, opgeheven bij het koninklijk besluit van 23 juni 1995 tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 februari 1970 tot oprichting van een Nationale Adviserende Raad en van Provinciale Comités voor de bevordering van de arbeid, het als volgt luidende artikel 20 ingevoegd :
  "Art. 20. Aan de personen die tussenkomen tijdens de studiedagen wordt een vergoeding toegekend met inachtneming van de volgende tarieven :
  1° een voorzitter van een studiedag, een moderator van een panel of een lid van een panel : 75,00 euro;
  2° een spreker of animator van een workshop: 125,00 euro;
  3° een spreker of animator van een workshop bij een herhaling van eenzelfde conferentie : 62,50 euro.
  De tarieven zijn vastgesteld met inbegrip van de BTW.
  Zij omvatten de voorbereiding van de uiteenzetting en de presentatie evenals de bijdrage op de studiedag zelf.
  Bovendien kunnen deze personen aanspraak maken op een terugbetaling van hun verplaatsingskosten overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 13 juli 2017 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt.
  Deze tarieven zijn van toepassing op de studiedagen georganiseerd door de Algemene Directie Humanisering van de Arbeid van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, met inbegrip van deze georganiseerd door de provinciale comités en het Actiecomité voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest."

Art.7. Artikel 21 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 oktober 2006, wordt vervangen als volgt :
  "Art. 21.- De leden van de provinciale comités en de deskundigen die een vergadering bijwonen of een opdracht vervullen buiten hun verblijfplaats ontvangen de terugbetaling van de reiskosten en een vergoeding voor verblijfskosten overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 13 juli 2017 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt."

Art.8. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2018.

Art. 9. De minister bevoegd voor werk is belast met de uitvoering van dit besluit.