9 DECEMBER 2019. - Wet tot wijziging van de algemene wet inzake douane en accijnzen van 18 juli 1977 en het wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde ter omzetting van richtlijn (EU) 2017/1371
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1-2
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de algemene wet inzake douane en accijnzen van 18 juli 1977
Art. 3-10
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde
Art. 11-13
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Art.2. Deze wet voorziet in de gedeeltelijke omzetting van richtlijn (EU) 2017/1371 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2017 betreffende de strafrechtelijke bestrijding van fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt.
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de algemene wet inzake douane en accijnzen van 18 juli 1977
Art.3. In artikel 115 van de algemene wet van 18 juli 1977 inzake douane en accijnzen, gewijzigd bij de wet van 12 mei 2014, wordt paragraaf 1 vervangen als volgt:
" § 1. Elke verkeerde aangifte inzake douanevervoer vastgesteld op het kantoor van vertrek wordt, indien er sprake is van bedrieglijk opzet, gestraft zoals, volgens het geval, in de artikelen 220 tot 225, 227, 229 en 230 of in artikel 231, is vermeld.".
Art.4. Artikel 202 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 22 december 1989, en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 december 2009, wordt aangevuld met de paragraaf 3, luidende:
" § 3. Indien de in § 1 bedoelde personen de overtreding met bedrieglijk opzet gepleegd hebben, worden zij bovendien gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot een maand.
Indien de in § 1 bedoelde personen de overtreding met bedrieglijk opzet gepleegd hebben, en de financiële belangen van de Europese Unie ernstig hebben geschaad, worden zij gestraft met een gevangenisstraf van 4 maand tot 5 jaar.
De financiële belangen van de Europese Unie moeten in elk geval geacht worden ernstig te zijn geschaad wanneer er een schade is van meer dan 100.000 euro.".
Art.5. In artikel 220 van dezelfde wet, wordt de paragraaf 2, vervangen bij de wet van 17 juni 2013, aangevuld met een lid, luidende:
"De financiële belangen van de Europese Unie moeten in elk geval geacht worden ernstig te zijn geschaad wanneer er een schade is van meer dan 100.000 euro.".
Art.6. In artikel 228 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 12 mei 2014, worden de woorden "indien de inbeslagname tussen vijf uur `s morgens en negen uur `s avonds is geschied, op de in artikel 57, eerste lid, vermelde routes of wegen, of, op het eerste kantoor bij invoer te lande, noch ook" opgeheven.
Art.7. In artikel 229 van dezelfde wet, worden de woorden "In afwijking van artikel 228, wordt de gevangenisstraf" vervangen door de woorden "De gevangenisstraf wordt".
Art.8. Artikel 256 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 12 mei 2014, wordt vervangen als volgt:
"Art. 256. § 1. Worden gestraft met een boete van vijf- tot tienmaal de ontdoken rechten zonder beneden 250 euro te mogen blijven:
1° elk aanwenden van buitenlandse koopwaar in andere voorwaarden dan het bijzonder gebruik waartoe zij moest dienen, volgens de aangifte aan de administratie bij de definitieve invoer en dat het toekennen heeft gerechtvaardigd van een gunstiger belastingstelsel dan zou toegepast geweest zijn, indien de douane het feitelijk gebruik dat er zou van gemaakt worden moest gekend hebben;
2° elke bewerking die tot doel heeft aan genoemde koopwaar de kenmerken of de eigenschappen te ontnemen of te verlenen, waarvan, bij de definitieve invoer, de aanwezigheid of de afwezigheid aanleiding heeft gegeven tot toestaan van een gunstiger belastingstelsel dan zou toegestaan zijn, in geval van afwezigheid of van aanwezigheid van gezegde kenmerken of eigenschappen.
De ontdoken rechten zijn daarenboven verschuldigd.
§ 2. Indien de overtreders de overtredingen met bedrieglijk opzet gepleegd hebben of getracht hebben te plegen, worden zij bovendien gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot een maand. Indien de overtreders de in § 1 bedoelde overtredingen met bedrieglijk opzet gepleegd hebben, en de financiële belangen van de Europese Unie ernstig hebben geschaad, worden zij gestraft met een gevangenisstraf van 4 maand tot 5 jaar.
De financiële belangen van de Europese Unie moeten in elk geval geacht worden ernstig te zijn geschaad wanneer er een schade is van meer dan 100.000 euro.".
Art.9. In artikel 257, § 3, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 25 april 2014, worden de woorden "of tracht te geven" ingevoegd tussen de woorden "een andere bestemming geeft" en de woorden "dan daarin uitdrukkelijk is aangeduid".
Art.10. In artikel 259 van dezelfde wet, wordt het laatste lid vervangen als volgt:
"De overtreder wordt bovendien gestraft met gevangenisstraf van acht tot dertig dagen. Indien de overtreder de financiële belangen van de Europese Unie ernstig heeft geschaad, wordt hij gestraft met een gevangenisstraf van 4 maand tot 5 jaar.
De financiële belangen van de Europese Unie moeten in elk geval geacht worden ernstig te zijn geschaad wanneer er een schade is van meer dan 100.000 euro.".
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde
Art.11. Artikel 73 van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, laatst gewijzigd door de wet van 17 juni 2013, wordt aangevuld met een lid, luidende:
"Fiscale fraude wordt in ieder geval als ernstig beschouwd wanneer de in het eerste lid bedoelde inbreuken, verbonden zijn met het grondgebied van ten minste twee lidstaten en een schade veroorzaken van ten minste 10.000.000 euro.".
Art.12. In hetzelfde Wetboek, wordt een artikel 73nonies ingevoegd, luidende:
"Art. 73nonies. De poging om een in artikel 73, derde lid, bedoelde inbreuk te plegen, wordt gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot drie jaar en met een geldboete van 26 euro tot 50.000 euro of met een van die straffen alleen.".
Art. 13. In hetzelfde Wetboek, wordt een artikel 73decies ingevoegd, luidende:
"Art. 73decies. Wanneer de in artikel 73, derde lid, bedoelde inbreuk gepleegd wordt door een criminele organisatie in de zin van artikel 324bis van het Strafwetboek, wordt de schuldige gestraft met een gevangenisstraf van 1 jaar tot 5 jaar en met een geldboete van 5.000 euro tot 500.000 euro of met een van die straffen alleen.".