29 JULI 2019. - Wet tot opening van voorlopige kredieten voor de maanden augustus, september en oktober 2019
HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Voorlopige kredieten
Art. 2-8
Sectie 01. - Dotaties en Activiteiten van de Koninklijke Familie
Art. 9
Sectie 06. - FOD Beleid en Ondersteuning
Art. 10-11
Sectie 12. - FOD Justitie
Art. 12
Sectie 13. - FOD Binnenlandse Zaken
Art. 13-16
Sectie 16. - Ministerie van Landsverdediging
Art. 17
Sectie 18. - FOD Financiën
Art. 18-19
Sectie 25. - FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
Art. 20
Sectie 32. - FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie
Art. 21
HOOFDSTUK III. - Slotbepaling
Art. 22
BIJLAGE.
Art. N
2019014116 2019015094 2019015299 2019031060 2019031092 2019031093 2019031094 2019031096 2019031097 2019031210 2019042565 2019042784 2019042908 2019042974 2019204462 2020040016 2020040124
HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
HOOFDSTUK II. - Voorlopige kredieten
Art.2. § 1. Voorlopige kredieten, welke in mindering komen van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2019, worden geopend voor de maanden augustus, september en oktober 2019 ter grootte van de bedragen vermeld in de bij deze wet gevoegde tabellen.
§ 2. De uitgaven ten laste van de variabele kredieten van de organieke fondsen worden voor de maanden augustus, september en oktober 2019 geraamd op de bedragen vermeld in de bij deze wet gevoegde tabel.
§ 3. De aanrekeningen van de secties 02 - Kanselarij van de Eerste Minister, 06 - FOD Beleid en Ondersteuning, 12 - FOD Justitie, 14 - FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel, en Ontwikkelingssamenwerking, 17 - Federale Politie en Geïntegreerde Werking, 24 - FOD Sociale Zekerheid en 25 - FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu mogen gebeuren volgens de aangepaste programmastructuur en de codering van de aangepaste basisallocaties vermeld in de bij deze wet gevoegde tabel.
Art.3. Facultatieve toelagen kunnen worden verleend op basis van de in de algemene uitgaven-begroting alsook in de aangepaste algemene uitgavenbegroting voor het jaar 2018 opgenomen specifieke bepalingen.
Art.4. § 1. In afwijking van het artikel 52, eerste lid, 1°, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, mogen de vastleggingskredieten van de basisallocaties met betrekking tot de bezoldigingen en allerhande toelagen "11.00.03 - Vast en stagedoend statutair personeel " en "11.00.04 - Ander dan statutair personeel " alsook de basisallocaties 12.21.48 en 12.11.99, binnen éénzelfde sectie van de begroting onder en uitsluitend onder elkaar herverdeeld worden.
Deze afwijking is niet van toepassing op de basisallocaties voor de uitgaven van de beleidsorganen van de ministers en de staatssecretarissen.
§ 2. In afwijking van het artikel 52, eerste lid, 1°, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, mogen de vastleggingskredieten van de basisallocaties 11.00.05, 11.40.05 en 4160.05 - Uitgaven voor sociaal dienstbetoon - en van de basisallocaties betreffende de werkings- en investeringsuitgaven met de economische codes 12, 72 en 74, al of niet specifiek en al dan niet behorend tot een bestaansmiddelenprogramma, binnen éénzelfde sectie van de begroting onder en uitsluitend onder elkaar herverdeeld worden.
Deze afwijking is niet van toepassing op de basisallocaties voor de uitgaven van de beleidsorganen van de ministers en de staatssecretarissen, noch op de basisallocaties 12.21.48 en 12.11.99.
§ 3. In afwijking van paragraaf 2 mogen de erin bedoelde basisallocaties binnen éénzelfde sectie van de begroting eveneens naar de basisallocaties 21.40.01, 21.40.02, 21.60.01 en 21.60.02 worden herverdeeld.
§ 4. 1°. In afwijking van artikel 52 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat en onverminderd de bepalingen van de §§ 1 tot 3 en 5 tot 7, mag de bevoegde voorzitter van het directiecomité, mits het akkoord van de Directeur-generaal van het Directoraat-generaal Begroting en Beleidsevaluatie van de FOD Beleid en Ondersteuning, de vastleggingskredieten enerzijds en de vereffeningskredieten anderzijds van de basisallocaties herverdelen.
De voorgestelde verhogingen mogen echter een maximumbedrag van 100 000 euro per basisallocatie niet overschrijden. Wanneer eenzelfde basisallocatie het voorwerp is van opeenvolgende verhogingen worden de bedragen samengeteld voor de toepassing van deze bepaling.
Deze afwijkingen zijn ook van toepassing op de Ministerie van Landsverdediging, voor dewelke de bevoegdheid toegewezen aan de voorzitter van het directiecomité deze voor de chef defensie is, en aan de Federale Politie, voor dewelke de bevoegdheid toegewezen is aan de commissaris-generaal.
2°. De voorzitter van het bevoegde directiecomité kan de bevoegdheid die punt 1° hem verleent delegeren aan de stafdirecteur Budget en Beheerscontrole of aan de ambtenaar die deze functie uitoefent, voor het maximumbedrag dat hij vaststelt in de delegatieakte, maar dat niet meer mag bedragen dan 100 000 euro.
Deze delegatieakte wordt meegedeeld aan de bij zijn departement geaccrediteerde Inspectie van Financiën en aan de directeur-generaal van het directoraat-generaal Begroting en Beleidsevaluatie van de FOD Beleid en Ondersteuning.
3°. Als de directeur-generaal van het directoraat-generaal Begroting en Beleidsevaluatie van de FOD Beleid en Ondersteuning afwezig of verhinderd is, wordt de bevoegdheid die deze paragraaf hem verleent uitgeoefend door een adviseur-generaal van het directoraat-generaal Begroting en Beleidsevaluatie van de FOD Beleid en Ondersteuning.
4°. Deze afwijkingen zijn niet van toepassing op de basisallocaties voor de uitgaven van de beleidsorganen van de ministers en de staatssecretarissen.
§ 5. 1°. In afwijking van artikel 52, eerste lid, 1° en 2°, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, en van paragraaf 1 van dit artikel, mogen de vastleggingskredieten van allerhande basisallocaties " 11.00.03 - Vast en stagedoend statutair personeel " en " 11.00.04 - Ander dan statutair personeel " evenals de basisallocaties 12.21.48 en 12.11.99 van de secties 16 en 17 van de begroting herverdeeld worden met de overeenkomstige vastleggingskredieten van sectie 01 op volgende wijze:
- Bovenvermelde kredieten van sectie 16 met de overeenkomstige kredieten van activiteit 3 van het programma 30/6 van sectie 01;
- Bovenvermelde kredieten van sectie 17 met de overeenkomstige kredieten van de activiteiten 6, 7 en 8 van het programma 30/6 van sectie 01.
2°. In afwijking van artikel 52, eerste lid, 1° en 2°, van dezelfde wet van 22 mei 2003, en van paragraaf 2 van dit artikel, mogen de vastleggingskredieten van de basisallocaties 1100.05, 1140.05 en 4160.05 - Uitgaven voor sociaal dienstbetoon - en van de basisallocaties betreffende de werkings- en investeringsuitgaven met de economische codes 12 en 74 van de secties 02, 05, 14, 16 en 17, al of niet specifiek en al dan niet behorend tot een bestaansmiddelenprogramma, herverdeeld worden met de overeenkomstige vastleggingskredieten van sectie 01, op volgende wijze:
- Bovenvermelde kredieten van sectie 02 met de overeenkomstige kredieten van activiteit 1 van het programma 30/6 van sectie 01;
- Bovenvermelde kredieten van sectie 06 met de overeenkomstige kredieten van activiteit 9 van het programma 30/6 van sectie 01;
- Bovenvermelde kredieten van sectie 14 met de overeenkomstige kredieten van activiteit 2 van het programma 30/6 van sectie 01;
- Bovenvermelde kredieten van sectie 16 met de overeenkomstige kredieten van activiteit 3 van het programma 30/6 van sectie 01;
- Bovenvermelde kredieten van sectie 17 met de overeenkomstige kredieten van de activiteiten 6, 7 en 8 van het programma 30/6 van sectie 01.
Deze afwijking is niet van toepassing op de basisallocaties 12.21.48 en 12.11.99.
3°. In afwijking van artikel 52, eerste lid, 1° en 2°, van dezelfde wet van 22 mei 2003 mogen de vastleggingskredieten van de basisallocaties 19.55 21 61.41.03 en 19.55 22 41.40.02 herverdeeld worden met de overeenkomstige vastleggingskredieten van activiteit 5 van programma 30/6 van sectie 01 en mogen de vastleggingskredieten van de basisallocaties 46.60 11 33.00.01 en 46.61 12.11.23 herverdeeld worden met de overeenkomstige vastleggingskredieten van activiteit 4 van het programma 30/6 van sectie 01.
4°. De vereffeningskredieten van de basisallocaties van deze paragraaf mogen mutatis mutandis eveneens herverdeeld worden onder dezelfde voorwaarden.
§ 6. In afwijking van artikel 52 van dezelfde wet van 22 mei 2003 en van de paragrafen 1 en 2 van dit artikel, worden herverdelingen enkel toegestaan in sectie 01 van de begroting binnen de grenzen van de vastleggingskredieten enerzijds en de vereffeningskredieten anderzijds van elke activiteit van het programma 30/6. Deze afwijking geldt niet voor de activiteiten 6,7 en 8 van het voormelde programma 30/6, die onderling herverdeeld mogen worden.
§ 7. 1°. De paragrafen 1 en 2 zijn niet van toepassing op de basisallocaties van de volgende programma's:
12.62.9, 13.54.5, 13.54.9, 25.54.6, 25.54.7, 25.54.8, 32.21.6, 32.46.7, 32.49.4 en 44.55.2.
2°. In afwijking van artikel 52, eerste lid, 2°, van dezelfde wet van 22 mei 2003, kunnen de vereffeningskredieten van de basisallocaties van de programma's opgenomen onder punt 1° hierboven slechts worden herverdeeld binnen elk van deze programma's.
Art.5. Machtiging wordt verleend provisies toe te staan aan advocaten, experten en gerechts-deurwaarders die voor rekening van de Staat optreden.
Art.6. In afwijking van artikel 48, derde lid, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat, kunnen toelagen worden toegekend in toepassing van artikel 43 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen en ten laste van het Fonds ter financiering van de internationale rol en de hoofdstedelijke functie van Brussel.
Art.7. § 1. De bijzondere departementale bepalingen van de wet van 22 december 2017 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2018, van de wet van 11 juli 2018 houdende de eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2018 en van de wet van 21 december 2018 houdende de tweede aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2018 mogen mutatis mutandis worden toegepast voor de uitvoering van deze wet.
§ 2. Voor de maanden augustus, september en oktober van het begrotingsjaar 2019 worden vastleggingsmachtigingen verleend tot beloop van 25% van de overeenkomstige vastleggingsmachtigingen van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2018, van de wet van 11 juli 2018 houdende de eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2018 en van de wet van 21 december 2018 houdende de tweede aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2018.
§ 3. In afwijking van artikel 62 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat mogen de organieke fondsen die tijdens het begrotingsjaar 2018 een debetpositie in vastleggingen en vereffeningen mogen vertonen een debetpositie vertonen ten belope van dezelfde bedragen.
Art.8. In uitvoering van artikel 2, eerste lid, 3° , b), van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, de hieronder lijst omvat de entiteiten gelijkgesteld met de administratieve openbare instellingen met beheersautonomie:
Secteur | Libellé | SPF/FOD | Omschrijving | Sector |
EN_61046 | Autorité belge de la concurrence | 32 | Belgische Mededingingsautoriteit | EN_61046 |
EN_62002 | Institut belge des services postaux et des télécommunications | 32 | Belg Inst.Postdienst &Telecom | EN_62002 |
EN_62018 | Centre d'études de l'énergie nucléaire | 32 | Studiecentrum voor Kernenergie | EN_62018 |
EN_62019 | Institut des comptes nationaux | 32 | Instituut Nationale Rekeningen | EN_62019 |
EN_62020 | Cinémathèque royale de Belgique | 46 | Koninklijk Filmarchief België | EN_62020 |
EN_62022 | Institution royale Messines | 16 | Koninklijk Gesticht van Mesen | EN_62022 |
EN_62023 | Agence pour le Commerce extérieur | 14 | Agentsch. Buitenlandse Handel | EN_62023 |
EN_62025 | Institut de formation judiciaire | 12 | Instit.gerechtelijke opleiding | EN_62025 |
EN_62026 | Conseil national du travail | 23 | Nationale Arbeidsraad | EN_62026 |
EN_62027 | Conseil central de l'économie | 32 | Centrale Raad Bedrijfsleven | EN_62027 |
EN_62028 | Conseil supérieur des indépendants et des petites et moyennes entreprises | 32 | Hoge Raad Zelfstandig. &KMO's | EN_62028 |
EN_62036 | Fonds d'aide médicale urgente | 25 | Fonds Dring. Geneesk.Hulpverl. | EN_62036 |
EN_62037 | SA Palais des beaux-arts | 02 | NV Paleis voor Schone Kunsten | EN_62037 |
EN_62040 | Commission de régulation de l'électricité et du gaz | 32 | Commis.Regul.Elektriciteit&Gas | EN_62040 |
EN_62041 | SA Fonds Infrastr. ferroviaire | 33 | NV Fonds Spoorweginfrastruct. | EN_62041 |
EN_62048 | UNIA - Centre interfédéral pour l'égalité des chances et la lutte contre le racisme et les discriminations | 07 | UNIA - Interfederal Centrum voor Gelijke Kansen | EN_62048 |
EN_62049 | MYRIA - Centre fédéral Migration | 07 | MYRIA - Federaal Migratiecentrum | EN_62049 |
EN_65001 | ASBL Egov | 07 | VZW Egov | EN_65001 |
EN_65003 | ASBL Fonds social chauffage | 32 | VZW Sociaal Verwarmingsfonds | EN_65003 |
EN_65009 | Commission des normes comptables | 32 | Commissie Boekhoudkund.Normen | EN_65009 |
EN_65017 | EIG EURIDICE | 32 | EIG EURIDICE | EN_65017 |
EN_65026 | ONDRAF - Organisme national des déchets radioactifs et des matières fissiles enrichies | 32 | NIRAS - Nationale instelling voor radioactief afvalen verrijkte splijtstoffen | EN_65026 |
EN_65027 | Patrimoine de l'Ecole royale militaire | 16 | Vermog. Koninkl. Milit.School | EN_65027 |
EN_65030 | SA APETRA | 32 | NV APETRA | EN_65030 |
EN_65031 | SA ASTRID | 13 | NV ASTRID | EN_65031 |
EN_65032 | SA Belgoprocess | 32 | NV Belgoprocess | EN_65032 |
EN_65034 | SA Certi-fed | 18 | NV Certi-fed | EN_65034 |
EN_65035 | SA Enabel, Agence belge de Développement | 14 | Enabel, Belg. Ontw. Agentsch. | EN_65035 |
EN_65040 | SA Palais des Congrès | 46 | NV Congrespaleis | EN_65040 |
EN_65041 | SBI - BMI SA Soc.belge invest.internat. | 18 | NV Belg.Maats.Internation.Inv. | EN_65041 |
EN_65042 | BIO INVEST - SA Société belge d'investissement pour les pays en développement | 14 | BIO INVEST - NV Invest.maats.Ontwik.landen | EN_65042 |
EN_65043 | SFPI - SA Société fédérale de participations et d'investissement | 18 | NV Fed.Participatiemaats. FPIM | EN_65043 |
EN_65045 | SA Zephyr-Fin | 18 | NV Zephyr-Fin | EN_65045 |
EN_65050 | Service de médiation pour le consommateur | 32 | Consumentenombudsdienst | EN_65050 |
EN_65052 | Service de médiation pour l'énergie | 32 | Ombudsdienst voor energie | EN_65052 |
EN_65065 | Cellule de traitement des Information Financières | 12-18 | Cel.fin informatieverwerking | EN_65065 |
EN_65067 | SA Dexia | 18 | NV Dexia | EN_65067 |
EN_65068 | Imprimerie du musée | 46 | Drukkerijmuseum | EN_65068 |
EN_65070 | Sciensano (ex Centre Etude &Recherche Vétérinaire v ISP) | 25 | Sciensano (ex Centrum Diergeneeskunde v WIV) | EN_65070 |
EN_65071 | CNP - Commission des provisions nucléaires | 32 | Commissie voor nucleaire voorzieningen | EN_65071 |
EN_65074 | ACADEMIA BELGICA | 46 | ACADEMIA BELGICA | EN_65074 |
EN_65080 | Infrabel | 33 | Infrabel | EN_65080 |
EN_65081 | TUC RAIL | 33 | TUC RAIL | EN_65081 |
EN_65085 | WOOD PROTECT SA | 33 | WOOD PROTECT NV | EN_65084 |