28 JUNI 2019. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikelen 14526/1en 14527, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en tot wijziging van het transmissiemiddel van bepaalde informatie naar de FOD Financiën
Art. 1-7
Artikel 1. Artikel 2bis, derde lid, van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 28 april 2017, wordt vervangen als volgt:
"Een afschrift van het in het eerste lid bedoelde document moet langs elektronische weg aan de administratie worden bezorgd binnen de in het eerste lid bedoelde termijn.".
Art.2. Artikel 635, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 1 september 1995, wordt vervangen als volgt:
"Binnen de twee maanden na het einde van ieder kalenderjaar waarin betalingen voor pensioensparen zijn verricht, moeten de instellingen en ondernemingen bedoeld in artikel 14515 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 aan de algemene administratie van de fiscaliteit een afschrift langs elektronische weg bezorgen van het attest dat zij aan iedere houder van een spaarrekening of ondertekenaar van een spaarverzekerings-contract hebben uitgereikt en waarvan het model door de Minister van Financiën of zijn gedelegeerde is vastgelegd ter uitvoering van artikel 1459, eerste lid, 3°, van hetzelfde Wetboek.".
Art.3. Artikel 6312/1, § 3, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 18 april 2017, wordt vervangen als volgt:
" § 3. Een afschrift van het in § 1 bedoelde document moet langs elektronische weg binnen de in § 1 bedoelde termijn aan de administratie worden bezorgd.".
Art.4. In hoofdstuk 1 van hetzelfde besluit wordt een afdeling XXVocties/2 ingevoegd die een artikel 6312/2 bevat, luidende:
"Afdeling XXVocties/2 - Vermindering voor minderwaarden geleden naar aanleiding van de gehele verdeling van het maatschappelijk vermogen van een private privak
(Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 14526/1, § 3)
Art. 6312/2. § 1. De vanaf 1 januari 2018 opgerichte private privaks als bedoeld in artikel 298 van de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders moeten naar aanleiding van de gehele verdeling van hun maatschappelijk vermogen een document opstellen dat:
1° het bedrag van het kapitaal of de inbreng vermeldt dat door de belastingplichtige op de aandelen van de private privak werd volgestort;
2° de door de belastingplichtige ontvangen bedragen vermeldt naar aanleiding van de gehele verdeling van het maatschappelijk vermogen van de private privak;
3° de door de belastingplichtige voorheen ontvangen dividenden vermeldt vanwege de private privak.
§ 2. Het in § 1 bedoelde document moet aan de inschrijver bezorgd worden uiterlijk op 31 maart van het jaar volgend op het jaar van de gehele verdeling van het maatschappelijk vermogen van de private privak.
Een afschrift van het in § 1 bedoelde document wordt langs elektronische weg binnen dezelfde termijn aan de administratie bezorgd.".
Art.5. In hoofdstuk 1 van hetzelfde besluit wordt een afdeling XXVocties/3 ingevoegd die een artikel 6312/3 bevat, luidende:
"Afdeling XXVocties/3 - Belastingvermindering voor de verwerving van nieuwe aandelen of delen van groeibedrijven - Terugname van de vermindering
(Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 14527, § 5)
Art. 6312/3. § 1. De in artikel 14527, § 2, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedoelde vennootschappen of de in artikel 14527, § 1, eerste lid, b, van hetzelfde Wetboek, bedoelde financieringsvehikels moeten jaarlijks vóór 31 maart van het jaar dat volgt op het jaar van de verwerving van de volledig volstorte aandelen of de in artikel 14527, § 1, eerste lid, b, van hetzelfde Wetboek, bedoelde nieuwe beleggingsinstrumenten, en van de vier daaropvolgende jaren een document opstellen dat:
1° voor het jaar van verwerving:
a) het bedrag vermeldt dat recht geeft op de vermindering;
b) bevestigt of de vennootschap waarin wordt geïnvesteerd, hetzij rechtstreeks, hetzij via een crowdfundingplatform, hetzij via een financieringsvehikel, voldoet aan de voorwaarden opgenomen in artikel 14527, § 2, eerste lid, van hetzelfde Wetboek;
c) de jaaromzet van de vennootschap en het aantal voltijdse equivalenten die de vennootschap krachtens arbeidsovereenkomsten tewerkstelt van de laatste twee aanslagjaren voorafgaand aan de volstorting van de aandelen vermeldt;
2° voor het volgende jaar bevestigt of de vennootschap waarin wordt geïnvesteerd, hetzij rechtstreeks, hetzij via een crowdfundingplatform, hetzij via een financieringsvehikel, ten minste tien voltijdse equivalenten te werk stelt, krachtens arbeidsovereenkomsten;
3° voor elk van de vier volgende jaren bevestigt dat deze aandelen of beleggingsinstrumenten nog steeds in het bezit zijn van de inschrijver op 31 december van het belastbaar tijdperk, en dat is voldaan aan de voorwaarde opgenomen in artikel 14527, § 2, vierde lid, van hetzelfde Wetboek;
4° voor het jaar van vervreemding van de aandelen of beleggingsinstrumenten: het aantal nog niet verlopen maanden vermeldt dat in aanmerking komt voor de berekening van de terugname van de vermindering.
§ 2. Het in § 1 bedoelde document moet binnen de in § 1 bedoelde termijn worden bezorgd aan de inschrijver.
De inschrijver moet zijn exemplaar van de bedoelde documenten ter beschikking houden van de administratie.
§ 3. Een afschrift van het in § 1 bedoelde document moet langs elektronische weg binnen de in § 1 bedoelde termijn aan de administratie worden bezorgd.".
Art.6. Dit besluit is van toepassing vanaf aanslagjaar 2020, met uitzondering van de artikelen 1, 2 en 3, die van toepassing worden vanaf 1 januari 2020.
Art. 7. De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.