Details





Titel:

20 NOVEMBER 2019. - Koninklijk besluit houdende maatregelen betreffende het toezicht op in de diamantsector



Inhoudstafel:


Art. 1-19



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2004011219 



Uitvoeringsbesluit(en):

2021032722 



Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
  1° Verordening nr. 2368/2002: de Verordening (EG) nr. 2368/2002 van de Raad van 20 december 2002 tot uitvoering van de Kimberleyprocescertificering voor de internationale handel in ruwe diamant;
  2° Verordening nr. 952/2013: Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie;
  3° programmawet: de programmawet van 2 augustus 2002;
  4° wet van 18 september 2017: de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten;
  5° koninklijk besluit van 7 oktober 2013: het koninklijk besluit van 7 oktober 2013 tot goedkeuring van het reglement genomen in uitvoering van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme voor de handelaren in diamant geregistreerd onder toepassing van artikel 169, § 3, van de programmawet van 2 augustus 2002;
  6° diamant: een mineraal dat in essentie bestaat uit koolstof dat is gekristalliseerd binnen het isometrische (kubische) kristalsysteem met een hardheid van 10 op de hardheidsschaal van Mohs, met een soortelijk gewicht van circa 3,52 en een lichtbrekings index van circa 2,42 dat is gevormd door de natuur. Dit omvat ongezette en geslepen diamant, ruwe diamant, industriediamant, boart, diamant poeder, voor zover deze niet uitsluitend voor eigen gebruik bestemd zijn;
  7° synthetische diamant: een kunstmatig product dat in essentie dezelfde chemische samenstelling, kristalstructuur en fysische (inclusief optische) eigenschappen heeft als een diamant;
  8° diamantsector: de sector die alle handelaars omvat in diamant en/of synthetische diamant, voor zover deze niet uitsluitend voor eigen gebruik bestemd is;
  9° handelaar in diamant en/of synthetische diamant: de verscheidene actoren gevestigd op het grondgebied van het Koninkrijk België die een commerciële activiteit uitoefenen met betrekking tot diamant en/of synthetische diamant, zowel in hoofd- als in bijberoep, met inbegrip van onder meer makelaars en producenten die gebruik maken van diamant en/of synthetische diamant bij het vervaardigen van toestellen, met uitzondering van de actoren die zich uitsluitend bezighouden met de verzekering en/of financiering van de diamanthandel;
  10° transacties van diamant en/of synthetische diamant: elke transactie van de handelaar in diamant en/of synthetische diamant in het kader van zijn handelsactiviteit;
  11° uiteindelijke begunstigde(n): de natuurlijke perso(o)n(en) die de uiteindelijke eigenaar is (zijn) van of zeggenschap heeft (hebben) over de handelaar in diamant en/of synthetische diamant, en/of de natuurlijke perso(o)n(en) voor wiens/wier rekening de handelaar in diamant en/of synthetische diamant optreedt, zoals verder omschreven in artikel 3, 27°, van de wet van 18 september 2017;
  12° Uniegoederen: goederen zoals gedefinieerd in artikel 5, 23°, van Verordening nr. 952/2013;
  13° Niet-Uniegoederen: goederen zoals gedefinieerd in artikel 5, 24°, van Verordening nr. 952/2013;
  14° toezicht op de diamantsector: alle instrumenten, maatregelen en procedures die witwassen, financiering van terrorisme, fraude en andere misbruiken binnen de diamantsector, zelfs preventief, kunnen helpen bestrijden in het kader van artikel 169, § 1, van de programmawet;
  15° erkende deskundigen: door de Dienst van de FOD Economie aangestelde en beëdigde deskundigen van de Private Stichting AWDC, overeenkomstig artikel 13;
  16° kwalificatie: indeling en omschrijving van diamant en synthetische diamant in de HS-codes 7102 1000, 7102 2100, 7102 2900, 7102 3100, 7102 3900, 7104 2000, 7104 9000 en 7105 1000;
  17° gewicht: massa uitgedrukt in karaat, of in het geval van de onderverdelingen 7104 en 7105, in gram;
  18° waarde: de transactiewaarde of, indien deze niet bepaald kan worden, de waarde van de goederen zoals bepaald in de overeenkomst inzake de toepassing van artikel VII van de Algemene overeenkomst betreffende tarieven en handel (General Agreement on Tariffs and Trade - GATT) 1994 en in artikel 70 tot en met artikel 74 van Verordening nr. 952/2013;
  19° Dienst van de FOD Economie : de dienst van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie die belast is met het toezicht op de diamantsector zoals bedoeld in artikel 169, § 1, van de programmawet;
  20° Douane: de Algemene administratie van de Douane en Accijnzen van de Federale Overheidsdienst Financiën;
  21° Private Stichting AWDC: de Private Stichting Antwerp World Diamond Centre, met maatschappelijke zetel in de Hoveniersstraat 22, 2018 Antwerpen;
  22° Diamond Office: samenwerkingsverband tussen de Private Stichting AWDC, de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en de FOD Financiën - Algemene Administratie der Douane en Accijnzen, in de lokalen van de Private Stichting AWDC;
  23° werkdagen: elke dag met uitzondering van zaterdagen, zondagen en wettelijke feestdagen;
  24° de douaneaangifte : de handeling waarbij een persoon in de voorgeschreven vorm en op de voorgeschreven wijze het voornemen kenbaar maakt om goederen onder een bepaalde douaneregeling te plaatsen, in voorkomend geval met opgave van eventuele specifieke procedures die moeten worden toegepast;
  25° de aangifte: aangifte bij de Dienst van de FOD Economie.

Art.2. § 1. Elke handelaar in diamant en/of synthetische diamant gevestigd op het grondgebied van het Koninkrijk België die transacties van diamant en/of synthetische diamant stelt en/of die een voorraad diamant en/of synthetische diamant aanlegt in de zin van dit koninklijk besluit dient zich eerst te registreren bij de Dienst van de FOD Economie.
  Bij de registratie maakt de handelaar in diamant en/of synthetische diamant daarbij de volgende stukken over aan de Dienst van de FOD Economie:
  1° bij de registratie van een zelfstandige-natuurlijke persoon in de hoedanigheid van handelaar in diamant en/of synthetische diamant:
  a) een vermelding van het Rijksregisternummer;
  b) een vermelding van het ondernemingsnummer toegekend door de Kruispuntbank van Ondernemingen;
  c) een uittreksel uit het strafregister van de aanvrager of een gelijkwaardig document uitgereikt door een bevoegde buitenlandse autoriteit, dat uiterlijk drie maanden oud is op het moment van de aanvraag; dit kan ook op verzoek van de Dienst van de FOD Economie later worden opgevraagd;
  d) een overzicht van de eerder uitgeoefende beroepsactiviteiten en een bewijs dat de aanvrager over beroepservaring in de diamantsector beschikt, zoals omschreven en vastgelegd door de Dienst van de FOD Economie;
  e) een deelnamecertificaat op naam van aanvrager aan een door de Dienst van de FOD Economie goedgekeurde antiwitwasopleiding waarbij de verplichtingen van handelaren in diamant en/of synthetische diamant worden toegelicht overeenkomstig het koninklijk besluit van 7 oktober 2013;
  2° bij de registratie van een rechtspersoon in de hoedanigheid van handelaar in diamant en/of synthetische diamant, zowel naar Belgisch recht als deze naar buitenlands recht:
  a) een vermelding van het Rijksregisternummer van alle zaakvoerders en/of bestuurders;
  b) een weergave van de aandeelhoudersstructuur van de rechtspersoon alsook de namen van de uiteindelijke begunstigden van de rechtspersoon;
  c) een vermelding van het ondernemingsnummer toegekend door de Kruispuntbank van Ondernemingen;
  d) ofwel een uittreksel van de oprichtingsakte uit het Belgisch Staatsblad of een kopie van deze akte, ingeval het een Belgische vestiging betreft, ofwel een uittreksel van de beslissing tot oprichting en de statuten van de buitenlandse rechtspersoon uit het Belgisch Staatsblad of een kopie van deze akten, indien het een Belgisch bijkantoor betreft;
  e) een uittreksel uit het strafregister of gelijkwaardig document van iedere bestuurder, permanente vertegenwoordiger van de rechtspersoon-bestuurder, zaakvoerder en elke bijzondere gemachtigde van de rechtspersoon alsook een uittreksel uit het strafregister van de rechtspersoon, uiterlijk drie maanden oud op het moment van de aanvraag door de aanvrager; dit kan ook op verzoek van de Dienst van de FOD later worden opgevraagd;
  f) een overzicht van de eerder uitgeoefende beroepsactiviteiten van ten minste één natuurlijke persoon die de werkzaamheden van de onderneming permanent en daadwerkelijk leidt en een bewijs dat deze persoon over beroepservaring in de diamantsector beschikt, zoals omschreven en vastgelegd door de Dienst van de FOD Economie;
  g) een deelnamecertificaat aan een door de Dienst van de FOD Economie goedgekeurde antiwitwasopleiding waarbij de verplichtingen van een handelaar in diamant en/of synthetische diamant worden toegelicht overeenkomstig het koninklijk besluit van 7 oktober 2013, op naam van ten minste één natuurlijke persoon die de werkzaamheden van de onderneming permanent en daadwerkelijk leidt;
  h) in geval een rechtspersoon het mandaat van bestuurder, zaakvoerder of lid van het directiecomité uitoefent in een andere rechtspersoon, legt de vaste vertegenwoordiger zijn identiteitsbewijs voor of vermelding van het Rijksregisternummer en het bewijs van zijn benoeming tot vaste vertegenwoordiger;
  i) indien geen enkele zaakvoerder van een Belgische rechtspersoon een permanente verblijfplaats heeft in het Koninkrijk België, geeft hij een volmacht aan een daartoe gemachtigd persoon die in het Koninkrijk België woont en die de zaakvoerders vertegenwoordigt. In dit geval legt deze laatste zijn identiteitsbewijs voor of vermelding van het Rijksregisternummer en het bewijs van volmacht, ondertekend door beide partijen.
  § 2. Elke wijziging aan de stukken vermeld in paragraaf 1 wordt onverwijld en uiterlijk binnen een periode van drie maanden na de wijziging meegedeeld aan de Dienst van de FOD Economie.
  Om de drie jaar dient de handelaar in diamant en/of synthetische diamant nieuwe versies in van de stukken bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, 1° en 2° in bij de Dienst van de FOD Economie.
  § 3. Elke handelaar in diamant en/of synthetische diamant die gevestigd is op het grondgebied van de Europese Unie en die via het Koninkrijk België diamanten en/of synthetische diamanten in het vrije verkeer wil brengen of uitvoeren uit de Europese Unie, levert eveneens het bewijs dat hij alle formaliteiten heeft vervuld, vastgesteld door de EU-lidstaat waaronder hij ressorteert, om het beroep van handelaar in diamant en/of synthetische diamant uit te oefenen, zodat de Dienst van de FOD Economie de controles in het kader van Verordening nr. 2368/2002 kan uitvoeren.
  § 4. De handelaar in diamant en/of synthetische diamant kan vrijgesteld worden van het overmaken van een of meerdere stukken zoals omschreven in de paragrafen 1 en 2 indien de Dienst van de FOD Economie reeds over het desbetreffende stuk of de desbetreffende stukken beschikt.
  § 5. Indien de Dienst van de FOD Economie overgaat tot registratie, ontvangt de geregistreerde handelaar in diamant en/of synthetische diamant van de Dienst van de FOD Economie een schriftelijke bevestiging van zijn registratie en zijn registratienummer.
  § 6. De geregistreerde handelaar in diamant en/of synthetische diamant maakt bij de Dienst van de FOD Economie melding van de organisatie waar hij desgevallend lid van is en die instaat voor een systeem van garanties en zelfregulering van de bedrijfstak en als dusdanig erkend wordt overeenkomstig artikel 17 van Verordening nr. 2368/2002. Wijzigingen aan het lidmaatschap van een organisatie worden eveneens gemeld bij de Dienst van de FOD Economie.
  § 7. De Dienst van de FOD Economie legt na registratie doorlopende waakzaamheid aan de dag, in het bijzonder met het oog op toepassing van de artikelen 3 en 4.
  § 8. De registratie kan worden geweigerd in een van de volgende gevallen:
  1° (een) stuk(ken) vermeld in paragraaf 1 wordt (worden) niet overgemaakt;
  2° er is sprake van een strafrechtelijke veroordeling van de zelfstandige handelaar in diamant en/of synthetische diamant bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, 1°, de rechtspersoon-handelaar in diamant en/of synthetische diamant bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, 2° of de zaakvoerder(s), bestuurder(s), uiteindelijke begunstigde(n) van deze rechtspersoon, zowel in binnen- of buitenland, die verband houdt met de professionele activiteit van handelaar in diamant en/of synthetische diamant;
  3° een andere reden bestaat die de betrouwbaarheid van de handelaar in diamant en/of synthetische diamant ernstig in het gedrang brengt.
  Met het oog op het al dan niet weigeren van de registratie, kan de Dienst van de FOD Economie steeds om bijkomende verduidelijking vragen met betrekking tot de voorgelegde stukken.
  Ingeval de Dienst van de FOD Economie besluit de registratie te weigeren, dan neemt deze hiertoe een met redenen omklede beslissing met identificatie van de vastgestelde feiten en de grond(en) tot weigering.
  De betrokken handelaar in diamant en/of synthetische diamant wordt bij aangetekende zending met bericht van ontvangst in kennis gesteld van de beslissing tot weigering.
  Indien een registratie wordt geweigerd, kan de betrokken handelaar in diamant en/of synthetische diamant pas na verloop van zes maanden te rekenen vanaf de datum van de weigeringsbeslissing een nieuwe aanvraag tot registratie indienen.

Art.3. § 1. De registratie kan door de minister bevoegd voor Economie worden geschorst in een van de volgende gevallen:
  1° er wordt niet (meer) voldaan aan een van de in artikel 2, § 1 gestelde voorwaarden;
  2° er een strafrechtelijke veroordeling is van de zelfstandige handelaar in diamant en/of synthetische diamant bedoeld in artikel 2, § 1, tweede lid;
  3° er gegronde redenen zijn om te vermoeden dat in hoofde van de zelfstandige handelaar in diamant en/of synthetische diamant bedoeld in artikel 2, § 1, tweede lid, strafbare feiten worden of werden gepleegd, dan wel dat gepoogd wordt of werd om strafbare feiten te plegen, in hun hoedanigheid als, of gerelateerd aan hun activiteit van zelfstandige handelaar in diamant en/of synthetische diamant bedoeld in artikel 2, § 1, tweede lid.
  § 2. Met het oog op het al dan niet schorsen van de registratie, kan de Dienst van de FOD Economie steeds om bijkomende informatie verzoeken met betrekking tot de in paragraaf 1 bedoelde bepalingen.
  § 3. In geval de Dienst van de FOD Economie van oordeel is dat de registratie van de handelaar in diamanten/of synthetische diamant geschorst dient te worden, stelt deze bij aangetekende zending met bericht van ontvangst, de betrokken handelaar in diamant en/of synthetische diamant in kennis van het feit dat de schorsing van de registratie overwogen wordt. Deze aangetekende zending vermeldt volgende elementen:
  1° de vastgestelde feiten;
  2° de mogelijkheid om inzage te vragen in zijn dossier;
  3° het recht om zich te laten bijstaan door een raadsman naar keuze;
  4° het recht om binnen een termijn van dertig werkdagen, te rekenen vanaf de ontvangst van de in dit lid bedoelde aangetekende zending, bij een aangetekende zending gericht aan de Dienst van de FOD Economie zijn verweermiddelen mee te delen;
  5° binnen dezelfde termijn en op dezelfde wijze, het recht om te vragen om gehoord te worden door de Dienst van de FOD Economie, eventueel bijgestaan door een raadsman naar keuze.
  § 4. De Dienst van de FOD Economie stelt, desgevallend na kennisname van de verweermiddelen en het horen van de betrokkene en/of zijn raadsman, voor de minister bevoegd voor Economie een gemotiveerd advies op.
  § 5. De beslissing tot schorsing omvat inzonderheid de volgende elementen:
  1° de rechtsgrond van de beslissing;
  2° de opgave van de feiten;
  3° de overwegingen die feitelijk en rechtens aan de basis liggen van de beslissing, enerzijds als antwoord op de ingediende verweermiddelen en anderzijds als motivering voor het schorsen van de registratie;
  4° de begindatum en de duur van de schorsing en de omstandigheden die in acht werden genomen bij het bepalen van de omvang van deze termijn.
  Deze beslissing wordt genomen binnen zestig werkdagen, na de datum van ontvangst door de betrokken handelaar in diamant en/of synthetische diamant van de aangetekende zending uitgaande van de Dienst van de FOD Economie waarbij de mogelijkheid tot schorsing werd meegedeeld.
  § 6. De betrokken handelaar in diamant en/of synthetische diamant wordt bij een aangetekende zending met bericht van ontvangst in kennis gesteld van de beslissing tot schorsing.
  Tijdens de duur van de schorsing van de registratie mag de betrokken handelaar in diamant en/of synthetische diamant geen enkele transactie van diamant en/of synthetische diamant meer stellen in de zin van dit koninklijk besluit.
  § 7. Een schorsing heeft een maximale duur van zes maanden, waarbij deze termijn eenmalig verlengbaar is voor maximaal zes maanden. Ingeval van verlenging neemt de minister bevoegd voor Economie een nieuwe beslissing overeenkomstig paragraaf 5, op gemotiveerd advies van de Dienst van de FOD Economie waarbij deze de betrokkene eerst in kennis stelt en de mogelijkheid biedt zijn verweermiddelen mee te delen en gehoord te worden overeenkomstig paragraaf 3.
  Deze beslissing wordt genomen voor het verstrijken van de eerste schorsingsperiode.
  De betrokken handelaar in diamant en/of synthetische diamant wordt bij een aangetekende zending met bericht van ontvangst in kennis gesteld van de beslissing tot verlenging van de schorsing.
  § 8. Een beslissing tot schorsing kan desgevallend gevolgd worden door een beslissing tot intrekking van de registratie overeenkomstig artikel 4.

Art.4. § 1. De registratie kan door de minister bevoegd voor Economie worden ingetrokken in een van de volgende gevallen:
  1° er wordt niet (meer) voldaan aan een van de in artikel 2, § 1 gestelde voorwaarden;
  2° er is sprake van een strafrechtelijke veroordeling van de zelfstandige handelaar in diamant en/of synthetische diamant bedoeld in artikel 2, § 1, tweede lid, 1°, de rechtspersoon-handelaar in diamant en/of synthetische diamant bedoeld in artikel 2, § 1, tweede lid, 2° of de zaakvoerder(s), bestuurder(s), uiteindelijke begunstigde(n) van deze rechtspersoon, zowel in binnen- of buitenland die verband houdt met de professionele activiteit van handelaar in diamant en/of synthetische diamant;
  3° een andere reden bestaat die de betrouwbaarheid van de handelaar in diamant en/of synthetische diamant ernstig in het gedrang brengt.
  § 2. Met het oog op het al dan niet intrekken van de registratie, kan de Dienst van de FOD Economie steeds om bijkomende informatie verzoeken met betrekking tot de in paragraaf 1 vermelde bepalingen.
  § 3. Ingeval de Dienst van de FOD Economie van oordeel is dat de registratie van de handelaar in diamant/of synthetische diamant dient ingetrokken te worden, stelt deze bij aangetekende zending met bericht van ontvangst, de betrokken handelaar in diamant en/of synthetische diamant in kennis van het feit dat de intrekking van de registratie overwogen wordt. Deze aangetekende zending vermeldt volgende elementen:
  1° de vastgestelde feiten;
  2° de mogelijkheid om inzage te vragen in zijn dossier;
  3° het recht om zich te laten bijstaan door een raadsman naar keuze;
  4° het recht om binnen een termijn van dertig werkdagen, te rekenen vanaf de ontvangst van de in dit lid omschreven aangetekende zending, bij aangetekende zending gericht aan de Dienst van de FOD Economie zijn verweermiddelen mee te delen;
  5° binnen dezelfde termijn en op dezelfde wijze, het recht om te vragen om gehoord te worden door de Dienst van de FOD Economie, eventueel bijgestaan door een raadsman naar keuze.
  § 4. De Dienst van de FOD Economie stelt, desgevallend na kennisname van de verweermiddelen en het horen van de betrokkene en/of zijn raadsman, voor de minister bevoegd voor Economie een gemotiveerd advies op.
  § 5. De beslissing tot intrekking omvat inzonderheid de volgende elementen:
  1° de rechtsgrond van de beslissing;
  2° de opgave van de feiten;
  3° de overwegingen die feitelijk en rechtens aan de basis liggen van de beslissing, enerzijds als antwoord op de ingediende verweermiddelen en anderzijds als motivering voor het intrekken van de registratie;
  4° de datum waarop de intrekking uitwerking heeft.
  Deze beslissing wordt genomen binnen zestig werkdagen, na de datum van ontvangst door de betrokken handelaar in diamant en/of synthetische diamant van de aangetekende zending uitgaande van de Dienst van de FOD Economie waarbij de mogelijkheid tot intrekking werd meegedeeld.
  § 6. De betrokken handelaar in diamant en/of synthetische diamant wordt bij aangetekende zending met bericht van ontvangst in kennis gesteld van de beslissing tot intrekking.
  Vanaf de datum van intrekking van de registratie mag de betrokken handelaar in diamant en/of synthetische diamant geen enkele transactie van diamant en/of synthetische diamant meer stellen in de zin van dit koninklijk besluit.
  § 7. Indien een registratie wordt ingetrokken, kan de betrokken handelaar in diamant en/of synthetische diamant pas na verloop van zes maanden te rekenen vanaf de datum van intrekking een nieuwe aanvraag tot registratie indienen overeenkomstig artikel 2.

Art.5. § 1. Iedere handelaar in diamant en/of synthetische diamant omschrijft het betrokken goed op duidelijke en ondubbelzinnige wijze.
  Enige misleidende of bedrieglijke verklaring, weergave of illustratie met betrekking tot oorsprong, samenstelling, productie of staat van de diamant dan wel synthetische diamant is verboden.
  § 2. Ingeval van een synthetische diamant omschrijft de handelaar in diamant en/of synthetische diamant deze door de uitdrukking "synthetisch", "in laboratorium gecreëerde" of "in laboratorium vervaardigde" diamant te gebruiken. Andere omschrijvingen of afkortingen zijn verboden.
  De aanduiding "diamant" zonder verdere specificatie betekent altijd diamant van natuurlijke oorsprong.

Art.6. § 1. Met het oog op het waarborgen en versterken van het toezicht op de diamantsector doet iedere handelaar in diamant en/of synthetische diamant bij het in het vrije verkeer brengen van niet-Uniegoederen en bij de uitvoer van Uniegoederen bij de Dienst van de FOD Economie aangifte van gewicht, waarde, kwalificatie en gedocumenteerde oorsprong of herkomst van de in het vrije verkeer gebrachte of uit te voeren diamant(en) en/of synthetische diamant(en).
  Deze aangifte bevat de gegevens die toelaten om het nazicht bedoeld in artikel 7 uit te voeren. Tevens wordt door de handelaar in diamant en/of synthetische diamant de aard van de transactie aangegeven.
  § 2. Deze aangifte geschiedt in de lokalen van Diamond Office.
  § 3. Ingeval van transacties van diamant en/of synthetische diamant met landen buiten de Europese Unie geschiedt de douaneaangifte voor zover deze laatste in het Koninkrijk België gebeurt, in het douanekantoor in Diamond Office.
  Bij het in het vrije verkeer brengen van niet-Uniegoederen in het geval van ruwe diamant, staat de Dienst van de FOD Economie in voor de controle bedoeld in artikel 4 van de Verordening nr. 2368/2002 met het oog op de douaneaangifte.
  Bij het in het vrije verkeer brengen van niet-Uniegoederen gebeurt de douaneaangifte voorafgaand aan de aangifte bij de Dienst van de FOD Economie. Bij de uitvoer van Uniegoederen gebeurt de douaneaangifte na de aangifte bij de Dienst van de FOD Economie.
  § 4. In geval van transacties van diamant en/of synthetische diamant met lidstaten van de Europese Unie kan iedere handelaar in diamant en/of synthetische diamant een aangifte doen bij de Dienst van de FOD Economie overeenkomstig de paragrafen 1 en 2.

Art.7. § 1. Bij de aangifte gaat de Dienst van de FOD Economie over tot een nazicht van de aangegeven diamanten en/of synthetische diamanten en de documenten ter staving van de aangifte.
  De Dienst van de FOD Economie wordt hierbij bijgestaan door erkende deskundigen zoals bedoeld in artikel 13, die hun taak verrichten onder instructie en de controle van de Dienst van de FOD Economie. In het bijzonder nemen de erkende deskundigen de mondelinge en schriftelijke werkinstructies uitgevaardigd door de Dienst van de FOD Economie in acht.
  De erkende deskundigen kunnen door de Dienst van de FOD Economie ook ter beschikking gesteld worden aan de ambtenaren van de Douane voor de uitvoering van werkzaamheden die onder hun bevoegdheid vallen.
  § 2. Iedere zending wordt gecontroleerd op aanwezigheid van diamant(en) en/of synthetische diamant(en).
  De aangegeven diamanten en/of synthetische diamanten worden per zending gericht gecontroleerd. Indien de aangegeven diamanten en/of synthetische diamanten verpakt zijn in verscheidene pakken, wordt per pak gericht gecontroleerd. Indien een zending of een pak bestaat uit verscheidene loten, wordt nagegaan of alle loten aanwezig zijn in de zending of het pak. De Dienst van de FOD Economie hanteert hierbij een risico gebaseerde benadering.
  De Dienst van de FOD Economie staat in voor de toewijzing van de zendingen aan de erkende deskundigen. De toewijzing gebeurt aselect.
  § 3. De erkende deskundigen verrichten een fysieke inspectie van de diamanten en/of synthetische diamanten en controleren daarbij waarde, gewicht en kwalificatie, aan de hand van handelsdocumenten die worden voorgelegd ter staving van de aangifte, en desgevallend de gedocumenteerde oorsprong of herkomst van de in- of uitgevoerde diamanten overeenkomstig artikel 3 van Verordening nr. 2368/2002. Zij hanteren hierbij een risico gebaseerde benadering op aangeven van Dienst van de FOD Economie.
  Tevens inspecteren de erkende deskundigen de verzegeling bij het in het vrije verkeer brengen van niet-Uniegoederen. Bij uitvoer staan de deskundigen in voor de verzegeling na de fysieke inspectie.
  § 4. Na de fysieke inspectie worden de door de erkende deskundigen gevalideerde aangiftes voorgelegd aan de Dienst van de FOD Economie.
  De Dienst van de FOD Economie kan steeds de opdracht geven een of meerdere nieuwe fysieke inspectie(s) te verrichten of rechtzettingen uitvoeren of laten uitvoeren.
  § 5. De fysieke inspectie vindt plaats in de lokalen van Diamond Office. De door de Private Stichting AWDC ter beschikking gestelde lokalen en materialen laten aan de Dienst van de FOD Economie en de erkende deskundigen toe hun taken te vervullen in optimale omstandigheden inzake efficiëntie, deskundigheid, discretie, veiligheid, onpartijdigheid en onafhankelijkheid.
  § 6. Enkel de personen die betrokken zijn bij de fysieke inspectie worden toegelaten tot de lokalen van Diamond Office waar deze inspectie verricht wordt. Indien de erkende deskundigen bijstand verlenen in het kader van een fysieke verificatie van een douaneaangifte, zijn de ambtenaren van de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen betrokken personen.
  Eenieder aanwezig in de lokalen van Diamond Office leeft het daar uitgevaardigde en geldende reglement van inwendige orde na.
  § 7. Bij het uitvoeren van hun taken zijn de erkende deskundigen en de douanevertegenwoordiger van de importeur of exporteur tot geheimhouding verplicht van de individuele gegevens uit de aangiften zoals bedoeld in artikel 6, §§ 1 en 4, die zij uit hoofde van hun beroepsactiviteit vernemen. Uitsluitend de Dienst van de FOD Economie heeft toegang tot de gegevens die de erkende deskundigen en de douanevertegenwoordiger van de importeur of exporteur uit hoofde van hun beroepsactiviteit vernemen. Marco-economische gegevens kunnen uitsluitend ter beschikking gesteld worden aan de Private Stichting AWDC, aan andere overheidsdiensten en aan de Nationale Bank van België.

Art.8. § 1. Indien de erkende deskundigen bij het verrichten van hun taak zoals bepaald in artikel 7, § 3 onregelmatigheden en/of afwijkingen vaststellen, dan stellen zij hiervan een schriftelijk verslag op en melden ze dit onmiddellijk aan de Dienst van de FOD Economie.
  In het schriftelijk verslag wordt de vastgestelde onregelmatigheid/afwijking gedetailleerd omschreven en aangegeven op welk(e) aspect(en) deze betrekking heeft: waarde, gewicht, kwalificatie, en desgevallend de gedocumenteerde oorsprong of herkomst overeenkomstig artikel 3 van Verordening nr. 2368/2002.
  Een vastgestelde onregelmatigheid en/of afwijking kan, leiden tot een weigering van de aangifte of een rechtzetting van de aangifte bij de Dienst van de FOD Economie.
  § 2. Indien de vastgestelde onregelmatigheden en/of afwijkingen gevolgen hebben voor de douaneaangifte, wordt dit meegedeeld aan de ambtenaren van de Douane, die daar het gepaste gevolg aan geven overeenkomstig de geldende regelgeving inzake douane en accijnzen.
  § 3. Indien de erkende deskundigen, buiten de gevallen bedoeld in paragraaf 1, een voorbehoud maken op de aangeven waarde van de diamanten en/of synthetische diamanten, melden deze dit aan de Dienst van de FOD Economie. De erkende deskundigen geven daarbij schriftelijk aan wat de specifieke reden is voor hun voorbehoud.
  De Dienst van de FOD Economie gaat daarbij over tot een onderzoek, waarbij de handelaar in diamant en/of synthetische diamant de mogelijkheid krijgt zijn aangifte te staven. Op basis van deze stavingselementen en de uitkomst van het onderzoek kan de Dienst van de FOD Economie het gestelde voorbehoud opheffen.
  De Dienst van de FOD Economie informeert de ambtenaren van Douane alsook de douane-vertegenwoordiger van de importeur en de exporteur over het gemaakte voorbehoud, het onderzoek dat gevoerd werd en de uiteindelijke beslissing. De Dienst van de FOD Economie hanteert een risico gebaseerde benadering om deze dossiers te melden aan de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI).
  § 4. De Dienst van de FOD Economie kan in de gevallen bedoeld in de paragrafen 1 en 3 steeds de opdracht geven aan dezelfde of (een) andere erkende deskundige(n) om een of meerdere nieuwe en/of bijkomende inspectie(s) te verrichten.
  § 5. Indien buiten de gevallen bedoeld in de paragrafen 1, 2 en 3, andere onregelmatigheden worden vastgesteld of vernomen door de Dienst van de FOD Economie, de ambtenaren van de Douane of de douanevertegenwoordiger van de importeur of exporteur, worden deze steeds door de vaststellende of vernemende persoon en/of dienst gemeld aan de Dienst van de FOD Economie en/of de ambtenaren van de Douane wanneer de vastgestelde onregelmatigheid betrekking heeft op (een) aspect(en) die onder de bevoegdheid vallen van hun respectievelijke diensten.

Art.9. § 1. Iedere handelaar in diamant en/of synthetische diamant en al wie gewoonlijk, in welke hoedanigheid ook, over een voorraad diamant en/of synthetische diamant beschikt, doet jaarlijks bij de Dienst van de FOD Economie aangifte van de waarde, het gewicht en de kwalificatie van de hoeveelheden diamant en/of synthetische diamant die hij op 31 december in zijn bezit en/of toevertrouwd heeft aan makelaars of werknemers op maakloon.
  Tevens wordt aangifte gedaan van de beginvoorraad, de aankopen in het Koninkrijk België, de binnengebrachte diamanten en/of synthetische diamanten in het Koninkrijk België, de bewerking zowel in het Koninkrijk België als in het buitenland, de verkopen in het Koninkrijk België en de buiten gebrachte diamanten en/of synthetische diamanten uit het Koninkrijk België. Ingeval diamanten en/of synthetische diamanten binnen of buiten het Koninkrijk België worden gebracht, wordt ook de aard van de transactie aangegeven.
  § 2. De aangifte is verplicht, zelfs wanneer deze voorraad nul is, indien de betrokkene zich in de loop van het voorbije jaar met diamant en/of synthetische diamant heeft bezig gehouden of indien hij, in welke hoedanigheid ook, gewoonlijk een voorraad diamant en/of synthetische diamant heeft gehouden.
  § 3. Voor toepassing van paragraaf 1 wordt met "waarde" bedoeld de waarde zoals weergegeven in de boekhouding van de aangever.

Art.10. Al wie:
  1° het beroep van diamantslijper voor eigen rekening uitoefent;
  2° diamant en/of synthetische diamant krachtens een maakloonovereenkomst aan anderen te slijpen geeft;
  3° krachtens zodanige overeenkomsten voor rekening van anderen slijpt, of
  4° deze bezigheden verenigt, geeft het totaal van deze bewerkingen in België en in het buitenland aan in de aangifte van de voorraad bedoeld in artikel 9.

Art.11. § 1. De minister bevoegd voor Economie bepaalt het model van het formulier dat gebruikt wordt bij de aangifte van de voorraad voorgeschreven in de artikelen 9 en 10.
  § 2. De in de artikelen 9 en 10 voorgeschreven aangifte wordt uiterlijk eind maart bij de Dienst van de FOD Economie ingediend.
  Indien de boekhouding afgesloten wordt op een andere datum dan 31 december, wordt de aangifte van de voorraad ingediend uiterlijk op het einde van de derde maand volgend op de datum van het afsluiten van het boekjaar.
  § 3. De Dienst van de FOD Economie kan op grond van een risico gebaseerde benadering de gegevens vermeld in de aangifte van de voorraad controleren. Indien onregelmatigheden worden vastgesteld in de verstrekte gegevens, kan de registratie geschorst en/of ingetrokken worden overeenkomstig de artikelen 3 en 4.

Art.12. Indien de handelaar in diamant en/of synthetische diamant nalaat de jaarlijkse aangifte van de voorraad voorgeschreven in de artikelen 9 en 10 in te dienen, stuurt de Dienst van de FOD Economie een aangetekende zending in oktober van het daaropvolgende jaar met de vraag of de activiteiten zijn stopgezet.
  Bij beslissing die met aangetekende zending met ontvangstbewijs ter kennis wordt gebracht, schrapt de Dienst van de FOD Economie de registratie van de handelaar in diamant en/of synthetische diamant die:
  1° meedeelt zijn activiteiten te hebben stopgezet;
  2° geen antwoord geeft uiterlijk binnen een maand te rekenen vanaf de dag dat de in het eerste lid vermelde aangetekende zending is aangeboden.
  De minister bevoegd voor Economie kan verdere modaliteiten bepalen voor de ambtshalve schrapping.

Art.13. § 1. Enkel de deskundigen die erkend en werkzaam zijn overeenkomstig deze bepaling mogen de taken verrichten zoals bedoeld in artikel 7.
  § 2. Om als deskundige erkend te kunnen worden, dient de kandidaat:
  1° geslaagd te zijn voor een bekwaamheidsproef;
  2° een verklaring voor te leggen waaruit zijn onafhankelijkheid blijkt. In het bijzonder geeft de verklaring aan:
  a) dat de kandidaat geen binding heeft met natuurlijke personen en rechtspersonen die beroepshalve onderworpen zijn aan de aangifteplicht voorgeschreven in artikel 6 § 1, en/of vallen onder de bepalingen van artikel 6, § 4, en evenmin aan zodanige personen zijn diensten regelmatig aanbiedt;
  b) de beroepsbezigheden van zijn ouders, echtgeno(o)t(e), wettelijk samenwonende(n) en kinderen mee te delen indien ze diamant gerelateerd zijn.
  § 3. Om toegelaten te worden tot de bekwaamheidsproef bedoeld in paragraaf 2, 1° legt de kandidaat de volgende stukken voor:
  1° een uittreksel uit het strafregister van maximaal drie maanden oud, waaruit blijkt dat de kandidaat in de tien jaar voorafgaand aan de datum van het uittreksel niet veroordeeld is tot een criminele of correctionele hoofdstraf;
  2° bewijs van een veelzijdige en relevante beroepservaring in de diamantsector van ten minste vijf jaar;
  3° een attest, afgeleverd door een oogarts, van maximaal drie maanden oud waaruit blijkt dat de kandidaat beschikt over het gezichtsvermogen om de taken van erkend deskundige degelijk uit te oefenen.
  § 4. De minister bevoegd voor Economie bepaalt de organisatie, de aankondiging, het programma, de onderdelen en het verloop van de bekwaamheidsproef bedoeld in paragraaf 2, 1°, evenals de samenstelling en werkwijze van de examencommissie.
  § 5. De minister bevoegd voor Economie erkent de deskundige, op advies van de Interministeriële Economische Commissie, onder de geslaagden van de bekwaamheidsproef bedoeld in paragraaf 2, 1°.
  § 6. Bij zijn erkenning ondertekent de deskundige de deontologisch code zoals bedoeld in paragraaf 7, derde lid.
  § 7. De erkende deskundigen verrichten hun taken op onafhankelijke en onpartijdige wijze.
  De private stichting AWDC is de werkgever van de erkende deskundigen.
  De Dienst van de FOD Economie stelt, na overleg met de Private Stichting AWDC, een deontologische code op, die de erkende deskundigen dienen na te leven.
  § 8. De erkende deskundigen dienen op jaarlijkse basis een vormingsprogramma te volgen, met het oog op bijscholing en specialisatie.
  Om de drie jaar vindt een evaluatieproef plaats om de bekwaamheid van de erkende deskundigen te evalueren.
  De minister bevoegd voor Economie staat in voor de uitvoering van deze paragraaf en bepaalt in het bijzonder de nadere regels van het vormingsprogramma en de organisatie, het programma, de onderdelen en het verloop van de evaluatieproef en evenals de samenstelling en werkwijze van de examencommissie.
  § 9. De erkenning van deskundigen kan worden geschorst in een van de volgende gevallen:
  1° het niet slagen voor een evaluatieproef zoals bedoeld in paragraaf 8, tweede lid;
  2° het niet volgen van het vormingsprogramma zoals bedoeld in paragraaf 8, eerste lid;
  3° het niet naleven van de principes waarnaar verwezen wordt in paragraaf 7;
  4° het niet eerbiedigen van de instructies en de controle van de Dienst van de FOD Economie overeenkomstig artikel 7, § 1, tweede lid.
  Ingeval een schorsing overwogen wordt, stelt de Dienst van de FOD Economie bij aangetekende zending met bericht van ontvangst, de erkende deskundige hiervan in kennis. Deze aangetekende zending vermeldt de volgende elementen:
  1° de vastgestelde feiten;
  2° de mogelijkheid om inzage te vragen in zijn dossier;
  3° het recht om zich te laten bijstaan door een raadsman naar keuze;
  4° het recht om binnen een termijn van twintig werkdagen, te rekenen vanaf de ontvangst van de in dit lid omschreven aangetekende zending, bij aangetekende zending gericht aan de Dienst van de FOD Economie zijn verweermiddelen mee te delen;
  5° binnen dezelfde termijn en op dezelfde wijze, het recht om te vragen om gehoord te worden door de Dienst van de FOD Economie, eventueel bijgestaan door een raadsman naar keuze.
  De Dienst van de FOD Economie stelt, desgevallend na kennisname van de verweermiddelen en het horen van de erkende deskundige en/of zijn raadsman, voor de minister bevoegd voor Economie een gemotiveerd advies op. Daarbij kan de Dienst van de FOD Economie ook voorstellen om, al dan niet samen met een schorsing, een bijsturingstraject op te leggen aan de erkende deskundige.
  Ingeval de minister bevoegd voor Economie besluit tot schorsing en/of het opleggen van een bijsturingstraject, dan neemt deze hiertoe een met redenen omklede beslissing. Deze beslissing omvat inzonderheid de volgende elementen:
  1° de rechtsgrond van de beslissing;
  2° de opgave van de feiten;
  3° de overwegingen die feitelijk en rechtens aan de basis liggen van de beslissing, enerzijds als antwoord op de ingediende verweermiddelen en anderzijds als motivering voor het desgevallend schorsen van de erkenning en/of het opleggen van het bijsturingstraject;
  4° de duur van de schorsing en/of de inhoud en vereisten van het bijsturingstraject.
  Deze beslissing wordt genomen binnen veertig werkdagen, na de datum van kennisname door de erkende deskundige van de aangetekende zending uitgaande van de Dienst van de FOD Economie waarbij de mogelijkheid tot schorsing werd meegedeeld.
  De deskundige wordt bij aangetekende zending met bericht van ontvangst in kennis gesteld van de beslissing. Deze beslissing heeft gevolgen vanaf de datum van kennisname van deze aangetekende zending.
  § 10. De erkenning van deskundigen kan worden ingetrokken in een van de volgende gevallen:
  1° het herhaaldelijk niet slagen voor de evaluatieproef zoals bedoeld in paragraaf 8, tweede lid;
  2° het herhaaldelijk niet volgen van het vormingsprogramma zoals bedoeld in paragraaf 8, eerste lid;
  3° het herhaaldelijk en/of op grove wijze niet naleven van de principes waarnaar verwezen wordt in paragraaf 7;
  4° het herhaaldelijk en/of op grove wijze niet eerbiedigen van de instructies en de controle van de Dienst van de FOD Economie overeenkomstig artikel 7, § 1, tweede lid;
  5° het niet volgen of naleven van het bijsturingstraject vooropgesteld in paragraaf 9, derde lid;
  6° een combinatie van 1° tot en met 5°.
  In geval een intrekking overwogen wordt, stelt de Dienst van de FOD Economie bij aangetekende zending met bericht van ontvangst, de erkende deskundige hiervan in kennis. Deze aangetekende zending vermeldt volgende elementen:
  1° de vastgestelde feiten;
  2° de mogelijkheid om inzage te vragen in zijn dossier;
  3° het recht om zich te laten bijstaan door een raadsman naar keuze;
  4° het recht om binnen een termijn van twintig werkdagen, te rekenen vanaf de ontvangst van de in dit lid omschreven aangetekende zending, bij aangetekende zending gericht aan de Dienst van de FOD Economie zijn verweermiddelen mee te delen;
  5° binnen dezelfde termijn en op dezelfde wijze, het recht om te vragen om gehoord te worden door de Dienst van de FOD Economie, eventueel bijgestaan door een raadsman naar keuze.
  De Dienst van de FOD Economie stelt, desgevallend na kennisname van de verweermiddelen en het horen van de erkende deskundige en/of zijn raadsman, voor de minister bevoegd voor Economie een gemotiveerd advies op.
  Ingeval de minister bevoegd voor Economie besluit tot intrekking, dan neemt deze hiertoe een met redenen omklede beslissing. Deze beslissing omvat inzonderheid de volgende elementen:
  1° de rechtsgrond van de beslissing;
  2° de opgave van de feiten;
  3° de overwegingen die feitelijk en rechtens aan de basis liggen van de beslissing, enerzijds als antwoord op de ingediende verweermiddelen en anderzijds als motivering voor het desgevallend intrekken van de erkenning.
  Deze beslissing wordt genomen binnen veertig werkdagen, na de datum van kennisneming door de erkende deskundige van de aangetekende zending uitgaande van de Dienst van de FOD Economie waarbij de mogelijkheid tot intrekking werd meegedeeld.
  De deskundige wordt bij aangetekende zending met bericht van ontvangst in kennis gesteld van de beslissing tot intrekking. Deze beslissing heeft gevolgen vanaf de datum van kennisneming ervan.
  § 11. Het voorgaande laat de gemeenrechtelijke principes betreffende de arbeidsreglementering, waaronder de regelen betreffende de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, onverlet.
  De minister bevoegd voor Economie wordt op de hoogte gebracht van beëindiging van de arbeidsovereenkomst tussen de erkende deskundige en de Private Stichting AWDC, op welke wijze ook deze heeft plaatsgevonden. De beëindiging van de arbeidsovereenkomst brengt automatisch de schrapping van de erkenning met zich mee.
  § 12. Een deskundige waarvan de erkenning is ingetrokken overeenkomstig paragraaf 10 komt slechts opnieuw in aanmerking voor erkenning indien hij de voorwaarden van paragraaf 2 vervult, waarbij hij dient te slagen voor een nieuwe bekwaamheidsproef.

Art.14. De Private Stichting AWDC stelt jaarlijks een verslag op over de uitvoering van de aan haar toegekende taken ter uitvoering van dit besluit en de vergoedingen die zij voor deze taken vraagt.
  Het jaarlijks verslag wordt uiterlijk op 31 maart van het kalenderjaar volgend op het jaar waarop het verslag betrekking heeft overgemaakt aan de minister bevoegd voor Economie.

Art.15. De FOD Economie is verantwoordelijk voor de verwerking van de gegevens waarop dit besluit betrekking heeft. De FOD Economie bepaalt de doeleinden waarvoor de persoonsgegevens worden verwerkt alsook de gebruikte middelen en de verwerkingseigenschappen.

Art.16. De Dienst van de FOD Economie zal de persoonsgegevens niet langer bewaren dan noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de doeleinden waarvoor de gegevens worden verzameld.
  Alle gegevens die de Dienst van de FOD Economie verzameld met betrekking tot de aangifte van de in het vrije verkeer gebrachte of uit te voeren diamant(en) en/of synthetische diamant(en), worden gedurende vijf jaar bewaard. Buiten deze perioden worden de persoonlijke gegevens verwijderd of geanonimiseerd.

Art.17. Het koninklijk besluit van 30 april 2004, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 augustus 2010, houdende maatregelen betreffende het toezicht op de diamantsector, wordt opgeheven.

Art.18. Dit besluit treedt in werking tien dagen na zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
  Alle handelaren in diamant en/of synthetische diamant die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit reeds geregistreerd waren bij de Dienst van de FOD Economie, dienen binnen een periode van één jaar, te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit, de stukken vermeld in artikel 2, § 1, tweede lid, in te dienen bij de Dienst van de FOD Economie. Artikel 2, § 4, artikel 3 en artikel 4 zijn hierop van toepassing.

Art. 19. De minister bevoegd voor Financiën en de minister bevoegd voor Economie zijn, ieder voor wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.