Details





Titel:

23 JUNI 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 136/1 en 136/2 van het Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 betreffende de elektronische aanbieding van aanslagbiljetten



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen aan het Koninklijk Besluit ter uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
Art. 1-2
HOOFDSTUK 2. - Overgangsbepalingen
Art. 3-4
HOOFDSTUK 3. - Inwerkingtreding
Art. 5-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen aan het Koninklijk Besluit ter uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
Artikel 1. In artikel 136/1 van het Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd door het koninklijk besluit van 7 februari 2014 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° paragraaf 1, wordt vervangen als volgt:
  " § 1. Wanneer de belastingplichtige uitdrukkelijk akkoord gaat met de werkwijze uiteengezet in artikel 302, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ofwel via Tax-on-web bij het invullen van de aangifte, ofwel via MyMinFin, wordt zijn aanslagbiljet uitsluitend aangeboden via een beveiligd elektronisch platform van de Federale Overheid.
  Dit akkoord houdt in dat de belastingplichtige regelmatig nagaat of zijn aanslagbiljet hem door middel van de in het vorige lid vermelde procedure werd aangeboden.";
  2° paragraaf 2, wordt vervangen als volgt:
  "De belastingplichtige deelt aan de administratie via Tax-on-web of MyMinFin een geldig persoonlijk e-mailadres mee. De administratie zal op dit e-mailadres aan de belastingplichtige een kennisgeving sturen waarin hem wordt meegedeeld dat zijn aanslagbiljet hem ter beschikking wordt gesteld op het in § 1, eerste lid bedoelde beveiligd elektronisch platform.";
  De in het eerste lid bedoelde kennisgeving vervangt echter niet de officiële aanbieding van het aanslagbiljet in het in § 1, eerste lid, bedoelde beveiligd elektronisch platform.";
  3° in § 3, eerste lid, 2°, worden de woorden "internetbankieren" vervangen door de woorden "het in § 1, eerste lid, bedoelde beveiligd elektronisch platform";
  4° paragraaf 3, 3° wordt vervangen als volgt:
  "3° aan de administratie een e-mailadres heeft meegedeeld dat op het ogenblik van de elektronische aanbieding van het aanslagbiljet niet meer geldig is.";

Art.2. In artikel 136/2 van hetzelfde Koninklijk besluit, ingevoegd door het koninklijk besluit van 7 februari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt:
  " § 2. In het geval van een gemeenschappelijke aanslag moet elke echtgenoot het in artikel 136/1, § 2, bedoelde e-mailadres opgeven.
  In het geval beide echtgenoten hetzelfde hierboven bedoelde e-mailadres hebben opgegeven, wordt verondersteld dat beide echtgenoten op de hoogte zijn van de kennisgeving van de verzending van het aanslagbiljet en zij dus beiden in de mogelijkheid zijn om hun rechten, meer in het bijzonder inzake het bezwaar, uit te oefenen.";
  2° in § 3, 1°, worden de woorden "de echtgenoot die zijn inkomsten in de linkerkolom van de aangifte in de personenbelasting aangeeft, "vervangen door de woorden "één van de echtgenoten";
  3° paragraaf 3, 3°, wordt opgeheven.

HOOFDSTUK 2. - Overgangsbepalingen
Art.3. Indien de Federale Overheid Financiën beschikt over een geldig persoonlijk e-mailadres dat aan de administratie werd meegedeeld ofwel via Tax-on-web ofwel via MyMinFin, blijft het in artikel 136/1, § 1, van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 bedoelde uitdrukkelijk gegeven akkoord wat de aanbieding van het aanslagbiljet via het systeem van internetbankieren betreft, ook geldig voor de aanbieding van het aanslagbiljet met betrekking tot het aanslagjaar 2019 en volgende via het in het bovenvermelde artikel 136/1, § 1, eerste lid, zoals gewijzigd door artikel 1, 1°, van onderhavig besluit bedoelde beveiligd elektronisch platform van de Federale Overheid.
  In het geval van een gezamenlijke aanslag dient de administratie ofwel over een geldig persoonlijk e-mailadres van beide echtgenoten ofwel over een geldig gezamenlijk e-mailadres te beschikken.
  Indien er, in het kader van de aanbieding van het aanslagbiljet via het systeem van internetbankieren, geen geldig persoonlijk e-mailadres aan de administratie via de in het eerste lid vermelde kanalen werd meegedeeld, zal het aanslagbiljet onder gesloten omslag worden overgemaakt.

Art.4. De overmaking van het aanslagbiljet onder gesloten omslag aan de belastingplichtige voor de aanslagjaren waarvoor deze expliciet gekozen had voor de aanbieding ervan via het systeem van internetbankieren, is een geldige kennisgeving van het aanslagbiljet die het beginpunt is van de termijn bepaald in artikel 371, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.

HOOFDSTUK 3. - Inwerkingtreding
Art.5. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2019.

Art. 6. De minister die bevoegd is voor Financiën, is belast met de uitvoering van dit besluit.