3 MEI 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2016 houdende uitvoering van het decreet van 10 juni 2016 tot regeling van bepaalde aspecten van alternerende opleidingen, wat betreft de voorwaarden van de onderneming, de schorsing van de uitvoering van de overeenkomst wegens vakantie en de modelovereenkomsten
Art. 1-7
BIJLAGEN.
Art. N
Artikel 1.Artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2016 houdende uitvoering van het decreet van 10 juni 2016 tot regeling van bepaalde aspecten van alternerende opleidingen wordt vervangen door wat volgt:
"[Art. 3. Het sectorale partnerschap of, bij afwezigheid van een sectoraal partnerschap, het Vlaams Partnerschap Duaal Leren bepaalt aan de hand van het uittreksel uit het Strafregister vermeld in artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering wat moet worden verstaan onder van onberispelijk gedrag zijn als vermeld in artikel 7, § 1, eerste lid, 1°, a), van het decreet van 10 juni 2016. Het Vlaams Partnerschap Duaal Leren bepaalt hiertoe de richtlijnen. De Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, en de Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs bekrachtigen samen deze richtlijnen.
Het uittreksel uit het Strafregister mag echter geen enkele relevante vermelding bevatten betreffende feiten ten aanzien van minderjarigen. Het sectoraal partnerschap of, bij afwezigheid van een sectoraal partnerschap, het Vlaams partnerschap duaal leren, bepaalt wat relevant is.".]". (Erratum, B.St. 24-09-2019, p. 87957)
Art.2. In hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 juni 2018, wordt een artikel 3/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 3/1. De onderneming moet de mentor een mentoropleiding laten volgen alsook de bijkomende initiatieven die het sectorale partnerschap of, bij afwezigheid van een sectoraal partnerschap, het Vlaams Partnerschap Duaal Leren eventueel neemt nodig voor de professionalisering van de mentor.
Het sectorale partnerschap of, bij afwezigheid van een sectoraal partnerschap, het Vlaams Partnerschap Duaal Leren bepaalt de termijn waarbinnen de mentoropleiding en de eventuele bijkomende initiatieven vermeld in het eerste lid, moeten worden gevolgd, en beslist over eventuele vrijstellingen. De termijn voor het volgen van de mentoropleiding mag echter niet meer bedragen dan een jaar vanaf de erkenning.
De mentoropleiding moet minstens een opleiding in het coachen, motiveren, bijsturen en evalueren van leerlingen omvatten. Het sectorale partnerschap of, bij afwezigheid van een sectoraal partnerschap, het Vlaams Partnerschap Duaal Leren bepaalt welke opleidingen in aanmerking komen als mentoropleiding.
Art.3. In hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 juni 2018, wordt een hoofdstuk 6/1, dat bestaat uit artikel 12/1, ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Hoofdstuk 6/1. Schorsing van de uitvoering van de overeenkomst wegens vakantie
Art. 12/1. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, keuren samen de structurele afwijkingen, vermeld in artikel 19, eerste lid, 1°, van het decreet van 10 juni 2016, goed.
De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, bepalen samen, op voorstel van het Vlaams Partnerschap Duaal Leren, de criteria, vermeld in artikel 19, eerste lid, 3°, van het decreet van 10 juni 2016. In sectoren waar er een sectoraal partnerschap is, doet het Vlaams Partnerschap Duaal Leren het voorstel op advies van dit sectoraal partnerschap.".
Art.4. Bijlage 1 bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 juni 2018, wordt vervangen door bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.
Art.5. Bijlage 2 bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 juni 2018, wordt vervangen door bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd.
Art.6. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2019.
Art.7. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGEN.
Art. N.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 29-08-2019, p. 82144)