29 JULI 2019. - Koninklijk besluit houdende maatregelen inzake spoorvervoer ter verlaging van de kosten van de aanleg van elektronische-communicatienetwerken met hoge snelheid
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Toepassingsgebied en definities
Art. 2-3
HOOFDSTUK 3. - Toegang tot en transparantie van fysieke infrastructuur
Art. 4-5
HOOFDSTUK 4. - Coördinatie van civiele werken en transparantie betreffende geplande civiele werken
Art. 6-7
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art. 8
BIJLAGE.
Art. N
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Dit besluit strekt tot gedeeltelijke omzetting van de richtlijn 2014/61 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake de maatregelen ter verlaging van de kosten van de aanleg van elektronische-communicatienetwerken met hoge snelheid.
HOOFDSTUK 2. - Toepassingsgebied en definities
Art.2. Dit besluit is van toepassing op fysieke infrastructuren die tot doel hebben een vervoersdienst te leveren met betrekking tot de spoorwegen als bedoeld in artikel 6, § 1, X, 2° bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen.
Art.3. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° "netwerkexploitant" : een onderneming die fysieke infrastructuur aanbiedt die tot doel heeft een spoorvervoersdienst te leveren;
2° "fysieke infrastructuur" : elk element van een netwerk dat bedoeld is om er andere elementen van een elektronische-communicatienetwerk met hoge snelheid in onder te brengen zonder dat het zelf een actief element van het netwerk wordt, zoals buizen, masten, kabelgoten, inspectieputten, mangaten, straatkasten, gebouwen of ingangen in gebouwen, antenne-installaties, torens en palen; kabels, met inbegrip van ongebruikte glasvezels (dark fibre), alsook elementen van netwerken die worden gebruikt voor de voorziening met voor menselijke consumptie bestemd water als vermeld in artikel 2, punt 1, van richtlijn 98/83/EG, zijn geen fysieke infrastructuur in de zin van dit besluit;
3° "civiele werken" : het product van een geheel van bouwkundige of civieltechnische werken dat bestemd is om als zodanig een economische of technische functie te vervullen en dat een of meer elementen van een fysieke infrastructuur omvat;
4° "centraal informatiepunt" : het KLIM systeem (Federaal Kabels en leidingen Informatie Meldpunt) als bedoeld in de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en in de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel van leidingen;
5° "instantie voor geschillenbeslechting inzake netwerkinfrastructuren" : de instantie opgericht door het Samenwerkingsakkoord van 14 juli 2017 tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten in het kader van de omzetting van de Richtlijn 2014/61/EU;
6° "elektronische-communicatienetwerk" : overeenkomstig artikel 2, a), van de Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Kaderrichtlijn), de transmissiesystemen en in voorkomend geval de schakel- of routeringsapparatuur en andere middelen die het mogelijk maken signalen over te brengen via draad, radiogolven, optische of andere elektromagnetische middelen waaronder satellietnetwerken, vaste (circuit- en pakketgeschakelde, met inbegrip van internet) en mobiele terrestrische netwerken, elektriciteitsnetten, voorzover deze voor overdracht van signalen worden gebruikt, netwerken voor radio- en televisieomroep en kabeltelevisienetwerken, ongeacht de aard van de overgebrachte informatie;
7° "elektronische-communicatienetwerk met hoge snelheid" : een elektronische-communicatienetwerk dat breedbandtoegangsdiensten kan leveren met snelheden van minsteren 30 Mbps;
8° "openbaar communicatienetwerk" : overeenkomstig artikel 2, d), van de Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Kaderrichtlijn), een elektronische-communicatienetwerk dat geheel of hoofdzakelijk wordt gebruikt om openbare elektronische-communicatiediensten aan te bieden.
HOOFDSTUK 3. - Toegang tot en transparantie van fysieke infrastructuur
Art.4. § 1. Elke netwerkexploitant heeft het recht ondernemingen die elektronische-communicatienetwerken aanbieden of waaraan een vergunning voor het aanbieden ervan is verleend, toegang te geven tot zijn fysieke infrastructuur met het oog op de aanleg van elementen van elektronische-communicatienetwerken met hoge snelheid.
§ 2. Op schriftelijk en redelijk verzoek van een onderneming die openbare communicatienetwerken aanbiedt of waaraan een vergunning voor het aanbieden ervan is verleend, geeft de netwerkexploitant toelating om toegang te hebben tot zijn fysieke infrastructuur onder billijke en redelijke eisen en voorwaarden met inbegrip van de prijs, met het oog op de aanleg van elementen van elektronische-communicatienetwerken met hoge snelheid. Dat schriftelijke verzoek bevat een nadere omschrijving van de elementen van het project waarvoor om toegang wordt verzocht, met inbegrip van een tijdschema.
§ 3. Een netwerkexploitant kan toegang weigeren, mits deze weigering is gebaseerd op objectieve, transparante en evenredige criteria, zoals :
1° de technische geschiktheid van de fysieke infrastructuur waarvoor om toegang wordt verzocht voor het onderbrengen van de elementen van elektronische-communicatienetwerken met hoge snelheid, bedoeld in paragraaf 2;
2° de beschikbaarheid van ruimte om de elementen van de elektronische-communicatienetwerken met hoge snelheid, bedoeld in paragraaf 2, te huisvesten, de toekomstige behoeften aan ruimte van de netwerkexploitant inbegrepen, die afdoende moeten worden aangetoond;
3° overwegingen met betrekking tot veiligheid en volksgezondheid;
4° de integriteit en veiligheid van de fysieke infrastructuur, onder andere van kritieke infrastructuur;
5° het risico van ernstige verstoring van geplande diensten wanneer via de fysieke infrastructuur andere diensten worden verstrekt;
6° het feit dat andere levensvatbare alternatieve middelen voor het verlenen van wholesaletoegang tot de fysieke infrastructuur, aangeboden door de netwerkexploitant, en geschikt voor het aanbieden van elektronische-communicatienetwerken met hoge snelheid, beschikbaar zijn op voorwaarde dat de toegang onder billijke en redelijke voorwaarden wordt verleend.
Uiterlijk twee maanden vanaf de datum van ontvangst van het volledige verzoek om toegang geeft de netwerkexploitant de redenen voor de weigering op.
§ 4. Indien uiterlijk twee maanden vanaf de datum van ontvangst van het verzoek, toegang wordt geweigerd of geen overeenstemming wordt bereikt over specifieke eisen en voorwaarden, met inbegrip van de prijs, heeft elke partij het recht deze kwestie door te verwijzen naar de instantie voor geschillenbeslechting inzake netwerkinfrastructuren.
§ 5. Dit artikel laat het eigendomsrecht van de eigenaar van de fysieke infrastructuur, indien de netwerkexploitant niet de eigenaar is, alsmede het eigendomsrecht van derden, zoals landeigenaren en eigenaren van privaat eigendom, onverlet. Dit artikel laat eveneens de verplichting voor de onderneming die openbare communicatienetwerken aanbiedt of waaraan een vergunning voor het aanbieden ervan is verleend, om de toelatingen en vergunningen te bekomen die vereist zijn voor de aanleg van de bestanddelen van zijn elektronische-communicatienetwerk met hoge snelheid, onverlet.
Art.5. § 1. Iedere onderneming die openbare communicatienetwerken aanbiedt of waaraan een vergunning voor het aanbieden van openbare communicatienetwerken is verleend, heeft op verzoek recht op toegang tot de volgende minimuminformatie met betrekking tot de fysieke infrastructuur van de netwerkexploitant, teneinde overeenkomstig artikel 4, § 2, een verzoek om toegang tot fysieke infrastructuur in te dienen :
1° locatie en route;
2° aard en huidig gebruik van de infrastructuur; en
3° een contactpunt.
De onderneming die om toegang verzoekt, specificeert het gebied waarin wordt overwogen om elementen van elektronische-communicatienetwerken met hoge snelheid aan te leggen.
Een netwerkexploitant kan de toegang tot de minimuminformatie, bedoeld in het eerste lid, beperken op grond van redenen met betrekking tot de veiligheid en integriteit van de fysieke infrastructuur, de nationale veiligheid, de volksgezondheid of de openbare veiligheid, de vertrouwelijkheid en de bescherming van handels- en bedrijfsgeheimen. De beslissing van de netwerkexploitant wordt gemotiveerd.
§ 2. Voor het bekomen van de minimuminformatie richt de onderneming, bedoeld in § 1, zich in eerste instantie tot het centraal informatiepunt.
Als de minimuminformatie niet via het centraal informatiepunt beschikbaar is, verleent de netwerkexploitant op specifiek schriftelijk verzoek van een onderneming die openbare communicatienetwerken aanbiedt of waaraan vergunning voor het aanbieden van openbare communicatienetwerken is verleend, toegang tot dergelijke informatie.
In dat verzoek wordt gespecificeerd in welk gebied de aanleg van elementen van elektronische-communicatienetwerken met hoge snelheid wordt overwogen.
Toegang tot informatie wordt verleend binnen twee maanden vanaf de datum van ontvangst van het schriftelijk verzoek, waarbij evenredige, niet-discriminerende en transparante voorwaarden worden gehanteerd, onverminderd de beperkingen bedoeld in paragraaf 1.
§ 3. Op specifiek, schriftelijk en redelijk verzoek van een onderneming die openbare communicatienetwerken aanbiedt of waaraan vergunning voor het aanbieden van openbare communicatienetwerken is verleend, verleent de netwerkexploitant toelating tot inspecties ter plaatse van specifieke elementen van zijn fysieke infrastructuur. In dat verzoek worden de betrokken elementen van de fysieke infrastructuur gespecificeerd met het oog op de aanleg van elementen van elektronische-communicatienetwerken met hoge snelheid.
Toelating tot inspecties ter plaatse van specifieke elementen van de fysieke infrastructuur wordt verleend binnen één maand vanaf de datum van ontvangst van het schriftelijk verzoek, waarbij evenredige, niet-discriminerende en transparante voorwaarden worden gehanteerd, onverminderd de beperkingen bedoeld in paragraaf 1. De personen die de toestemming gekregen hebben moeten de procedures en veiligheidsmaatregelen die hun worden meegedeeld, nauwgezet naleven.
§ 4. Wanneer een geschil ontstaat in verband met de in dit artikel vermelde rechten en verplichtingen, heeft elke partij het recht het geschil door te verwijzen naar de instantie voor geschillenbeslechting inzake netwerkinfrastructuren.
§ 5. Wanneer zij overeenkomstig dit artikel toegang krijgen tot informatie, nemen de ondernemingen die openbare communicatienetwerken aanbieden of waaraan vergunning voor het aanbieden van openbare communicatienetwerken is verleend, de nodige maatregelen ter bescherming van vertrouwelijkheid en handels- en bedrijfsgeheimen.
HOOFDSTUK 4. - Coördinatie van civiele werken en transparantie betreffende geplande civiele werken
Art.6. § 1. Onverminderd iedere bepaling ter regulering van de coördinatie van civieltechnische werken in het openbaar domein, ingevoerd bij decreet of ordonnantie, heeft de netwerkexploitant het recht om met ondernemingen die elektronische-communicatienetwerken aanbieden of waaraan een vergunning voor het aanbieden ervan is verleend, te onderhandelen over overeenkomsten met betrekking tot de coördinatie van civieltechnische werken met het oog op de aanleg van elementen van elektronische-communicatienetwerken met hoge snelheid.
§ 2. De netwerkexploitant die, direct of indirect, geheel of gedeeltelijk met overheidsgeld gefinancierde civiele werken uitvoert, voldoet aan elk redelijk verzoek om onder transparante en niet-discriminerende voorwaarden de civiele werken te coördineren, die gedaan worden door ondernemingen die openbare communicatienetwerken aanbieden of waaraan vergunning voor het aanbieden ervan is verleend, met het oog op de aanleg van elementen van elektronische-communicatienetwerken met hoge snelheid.
Dat verzoek wordt toegestaan, mits :
1° dit geen aanvullende kosten, daaronder begrepen kosten door bijkomende vertragingen, met zich zal meebrengen voor de oorspronkelijk geplande civiele werken;
2° dit geen belemmering zal vormen voor de controle over de coördinatie van de werken;
3° het verzoek om coördinatie zo spoedig mogelijk wordt gedaan, en in ieder geval ten minste één maand voordat het definitieve project wordt ingediend bij de bevoegde vergunningverlenende autoriteiten.
In afwijking van het tweede lid, kan de netwerkexploitant bedoeld in het eerste lid akkoord gaan om de civiele werken te coördineren op voorwaarde dat de aanvullende kosten gedragen worden door de ondernemingen die om die coördinatie verzoeken.
§ 3. Indien binnen een maand vanaf de datum van ontvangst van het formele verzoek om overleg overeenkomstig § 2 geen overeenstemming is bereikt over de coördinatie van civiele werken, heeft elke partij het recht de zaak door te verwijzen naar de instantie voor geschillenbeslechting inzake netwerkinfrastructuren.
Art.7. § 1. Met het oog op onderhandelingen over overeenkomsten met betrekking tot de coördinatie van civiele werken als bedoeld in artikel 6, stelt de netwerkexploitant, op specifiek schriftelijk ingediend verzoek van een onderneming die openbare communicatienetwerken aanbiedt of waaraan vergunning voor het aanbieden van openbare communicatienetwerken is verleend, de volgende minimuminformatie ter beschikking over lopende of geplande civiele werken met betrekking tot zijn fysieke infrastructuur waarvoor een vergunning is verleend, waarvoor een vergunningsprocedure loopt of waarvoor binnen de komende zes maanden een eerste aanvraag voor een vergunning bij de bevoegde vergunningverlenende autoriteiten zal worden ingediend :
1° de locatie en het type werkzaamheden;
2° de betrokken elementen van de fysieke infrastructuur;
3° de geraamde datum voor de aanvang van de werkzaamheden en de duur; en
4° een contactpunt.
In haar verzoek vermeldt de onderneming die openbare communicatienetwerken aanbiedt of waaraan vergunning voor het aanbieden van openbare communicatienetwerken is verleend, het gebied waarin de aanleg van elementen van elektronische-communicatienetwerken met hoge snelheid wordt overwogen. De netwerkexploitant verleent uiterlijk twee weken vanaf de datum van ontvangst van het schriftelijke verzoek de gevraagde informatie, onder evenredige, niet-discriminerende en transparante voorwaarden.
Een netwerkexploitant kan de toegang tot de minimuminformatie, bedoeld in het eerste lid, beperken op grond van redenen met betrekking tot de veiligheid en integriteit van de fysieke infrastructuur, de nationale veiligheid, de volksgezondheid of de openbare veiligheid, de vertrouwelijkheid en de bescherming van handels- en bedrijfsgeheimen. De beslissing van de netwerkexploitant wordt gemotiveerd.
§ 2. Onverminderd paragraaf 1, derde lid, kan de netwerkexploitant het verzoek overeenkomstig paragraaf 1 weigeren in de volgende gevallen :
1° hij heeft de gevraagde informatie in elektronisch formaat openbaar gemaakt, of
2° de toegang tot dergelijke informatie is mogelijk via het centraal informatiepunt.
§ 3. De netwerkexploitant stelt de in minimuminformatie, bedoeld in paragraaf 1, waar om is verzocht, ter beschikking via het centraal informatiepunt.
§ 4. Wanneer een geschil ontstaat in verband met de in dit artikel vermelde rechten en verplichtingen, heeft elke partij het recht het geschil door te verwijzen naar de instantie voor geschillenbeslechting inzake netwerkinfrastructuren.
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art.8. De minister bevoegd voor het spoorwegvervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 03-09-2019, p. 83921)