Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

2 JUNI 2019. - Koninklijk besluit inzake het hergebruik van overheidsinformatie



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Voorwaarden voor het hergebruik
Art. 2-8
HOOFDSTUK 3. - Behandelingsprocedure voor een aanvraag voor hergebruik
Art. 9-15
HOOFDSTUK 4. - Toezicht op de verplichting om bestuursdocumenten beschikbaar te stellen
Art. 16-17
HOOFDSTUK 5. - Berekening van vergoedingen
Art. 18-23
HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen en inwerkingtreding
Art. 24-25



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2007021127 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
  1° Wet: de wet van 4 mei 2016 inzake het hergebruik van overheidsinformatie.
  2° Werkdagen: het geheel van alle kalenderdagen met uitsluiting van de zaterdagen, zondagen en wettelijke feestdagen.
  3° Modellicentie: een licentie die voorafgaand aan de terbeschikkingstelling van bestuursdocument werd opgemaakt, ongeacht de hergebruiker of het specifieke doel van het hergebruik.

HOOFDSTUK 2. - Voorwaarden voor het hergebruik
Art.2. In de regel wordt het hergebruik van bestuursdocumenten aan geen enkele voorwaarde onderworpen. De hergebruiker wordt hiervan minstens via de website van de overheid geinformeerd.

Art.3. In afwijking van artikel 2, en enkel wanneer de overheid de bronvermelding van bestuursdocumenten oplegt, wordt de hergebruiker hiervan minstens via haar website geïnformeerd.

Art.4. In afwijking van artikels 2 en 3, en enkel wanneer de overheid een vergoeding oplegt, wordt een modellicentie "hergebruik tegen vergoeding" gebruikt.

Art.5. In afwijking van artikels 2 tot 4, en enkel wanneer de overheid specifieke voorwaarden oplegt, wordt een modellicentie op maat gebruikt.

Art.6. Indien de overheid, om juridische, technische of andere gegronde redenen, voorwaarden oplegt voor het hergebruik, vermeld in artikel 3 tot 5, motiveert zij haar keuze rekening houdend met de rechten en belangen van de overheid of van derden.
  Ze informeert de hergebruiker via haar website en in de modellicentie.

Art.7. Voor de modellicentie vermeld in artikel 4, neemt de overheid bovendien de volgende elementen op:
  1° In geval van een keuze voor een vergoeding vermeld in artikel 8, § 1, eerste lid, van de wet: het effectieve bedrag en de berekeningsgrondslag voor de vergoeding.
  2° In geval van een keuze voor een vergoeding vermeld in artikel 8, § 1, tweede lid van de wet: de factoren waarmee zij rekening houdt bij de berekening van die vergoeding.
  3° Een verantwoording van de wijze waarop de verplichtingen van artikel 8 van de wet werden nageleefd bij de bepaling van de vergoeding.
  4° De contactgegevens waar belanghebbenden de overheid kunnen contacteren voor bijkomende informatie over de berekening van die vergoeding, overeenkomstig artikel 6, § 3, van de wet.

Art.8. De voorwaarden voor het hergebruik vermeld in artikels 3 tot 5 samen met een toelichting worden:
  1° naar de taskforce vermeld in artikel 17 voor een voorafgaand advies gestuurd, op straffe van nietigheid;
  2° op de federale open data-portaalsite, vermeld in artikel 21 van de wet, gepubliceerd.

HOOFDSTUK 3. - Behandelingsprocedure voor een aanvraag voor hergebruik
Art.9. De aanvraag voor hergebruik wordt rechtstreeks gericht aan de overheid die over het bestuursdocument beschikt of het heeft laten archiveren of wordt ingediend via de federale open data-portaalsite, vermeld in artikel 21 van de wet. In dit laatste geval wordt de aanvraag naar de bevoegde overheid doorgestuurd.

Art.10. Binnen een termijn van tien werkdagen vanaf de ontvangst van de aanvraag door de overheid, onderzoekt deze of de aanvraag ontvankelijk en volledig is, overeenkomstig artikel 10, § 1, van de wet. Indien de aanvraag voor hergebruik onvolledig of te vaag geformuleerd is, verzoekt de overheid de aanvrager ze te vervolledigen binnen een termijn van 20 werkdagen. Ze geeft aan welke gegevens ontbreken of toelichting vereisen.
  Indien de aanvrager de vereiste gegevens niet overmaakt binnen de termijn van twintig werkdagen, beëindigt de overheid de behandeling van de aanvraag voor hergebruik.

Art.11. Indien het hergebruik een licentie vereist, stuurt de overheid de aanvrager het licentieaanbod binnen een termijn van tien werkdagen vanaf de ontvangst van de aanvraag.
  Indien de overheid de aanvrager verzocht heeft zijn aanvraag voor hergebruik te vervolledigen, overeenkomstig artikel 10, gaat de termijn in vanaf de ontvangst van de volledig aanvraag.
  Wat de aanvragen betreft waarvoor vooraf het advies of de toestemming van een comité bevoegd voor persoonsgegevens vereist is, gaat de termijn van tien werkdagen in vanaf de datum waarop het advies is verstrekt of de toestemming is verleend. De overheid stelt de aanvrager ervan in kennis dat het advies of de toestemming gevraagd werd.
  Voor uitgebreide of ingewikkelde aanvragen kan de behandelingstermijn van de aanvraag met twintig werkdagen worden verlengd. In dit geval stelt de overheid de aanvrager ervan in kennis, binnen een termijn van twintig werkdagen vanaf de ontvangst van de volledige aanvraag, dat een bijkomende termijn noodzakelijk is voor de behandeling van zijn aanvraag. Deze mededeling vermeldt de termijn en de redenen voor de verlenging.

Art.12. De overheid stelt de aanvrager het bestuursdocument ter beschikking voor hergebruik binnen een termijn van twintig werkdagen vanaf de ontvangst van de aanvraag, of, indien van toepassing, de ontvangst van de ondertekende licentie.

Art.13. § 1. De overheid kan een aanvraag afwijzen. De beslissing vermeldt de redenen waarom de aanvraag voor hergebruik is afgewezen.
  Indien de afwijzende beslissing gebaseerd is op artikel 3, § 2, 3°, van de wet, verwijst de overheid in haar beslissing naar de natuurlijke of rechtspersoon bij wie de intellectuele eigendomsrechten berusten, indien deze bekend is of, bij gebrek daaraan, naar de licentiegever van wie het gevraagde bestuursdocument afkomstig is.
  § 2. De overheid stelt de aanvrager in kennis van haar beslissing, ten laatste binnen een termijn van tien werkdagen vanaf de ontvangst van de volledige aanvraag of vanaf het verkrijgen van het advies of de toelating bedoeld in artikel 11, derde lid, of vanaf het vervallen van de bijkomende termijn bedoeld in artikel 11, vierde lid.

Art.14. Indien de overheid, na afloop van de termijnen bepaald in artikel 13, § 2, haar antwoord nog niet heeft overgemaakt aan de aanvrager, kan de zaak worden voorgelegd aan de beroepscommissie krachtens artikel 13 van de wet.

Art.15. Indien de overheid beslist de licentie of de terbeschikkingstelling van de bestuursdocumenten te beëindigen overeenkomstig artikel 10, §§ 3 en 4, van de wet, stelt ze de aanvrager in kennis van haar beslissing en van de redenen daarvoor.
  Het document waarmee de aanvrager in kennis gesteld wordt van deze beslissing, vermeldt de beroepsmogelijkheden, de instantie bij wie het beroep moet worden ingesteld en de voorgeschreven vormen en termijnen.

HOOFDSTUK 4. - Toezicht op de verplichting om bestuursdocumenten beschikbaar te stellen
Art.16. § 1. Om de uitvoering van de federale open data-strategie te ondersteunen, wordt een transparantiecomité gecreëerd. Het comité is samengesteld uit een vaste en een plaatsvervangende vertegenwoordiger per overheid, aangewezen door de leidende ambtenaren van deze overheid. De vertegenwoordiger is binnen deze overheid belast met de ontwikkeling of uitvoering van de open data-strategie.
  § 2. De voorzitter van het comité word aangeduid op voorstel van de Ministers bevoegd voor digitale agenda en administratieve vereenvoudiging.
  § 3. Het comité heeft als opdrachten:
  1° het stimuleren, oriënteren en bijdragen tot de bekendmaking en het hergebruik van bestuursdocumenten;
  2° het organiseren van het voortdurend overleg en de permanente coördinatie tussen de overheden om de bekendmaking en het hergebruik van bestuursdocumenten te vergemakkelijken;
  3° het opmaken, via de leden van het comité, van een inventaris van de bestuursdocumenten die kunnen worden hergebruikt;
  4° het opmaken van een gestructureerd feedback-mechanisme om de kwaliteit van de authentieke bron-data te verhogen zodat hergebruikers eventuele verbeteringen kunnen voorstellen;
  § 4. Het comité keurt zijn huishoudelijk reglement goed binnen de zes maanden na zijn oprichting.
  § 5. Het comité kan vergaderingen houden die openstaan voor de deelstaten, vertegenwoordigers van de hergebruikers of externe deskundigen. De voorzitter van het comité bepaalt wie hiervoor wordt uitgenodigd. De Ministers bevoegd voor digitale agenda en administratieve vereenvoudiging kunnen ook permanente externe deskundigen of vertegenwoordigers van de hergebruikers aanduiden.

Art.17. § 1. Het secretariaat van het transparantiecomité wordt waargenomen door de open data-taskforce.
  De open data-taskforce is samengesteld uit vertegenwoordigers van het Directoraat-generaal Digitale Transformatie van de Federale Overheidsdienst Beleid en ondersteuning en van de Dienst Administratieve Vereenvoudiging opgericht bij de Federale Overheidsdienst Kanselarij van de Eerste Minister.
  Een samenwerkingsprotocol regelt de samenwerking tussen FOD Beleid en Ondersteuning en Dienst Administratieve Vereenvoudiging.
  § 2. De open data-taskforce heeft verder als opdrachten:
  1° een technische en juridische ondersteuning aan te bieden aan de overheid om de bekendmaking en het hergebruik van bestuursdocumenten te vergemakkelijken;
  2° de federale open data-portaalsite te ontwikkelen, beheren en animeren;
  3° een verplichte voorafgaand advies te geven wanneer de overheid hergebruiksvoorwaarden oplegt, vermeld in artikels 3 to 5;
  4° initiatieven te nemen om dialoog te creëren binnen de gemeenschap van potentiële hergebruikers en wisselwerking met de betrokken overheid te realiseren;
  5° de mogelijkheid onderzoeken tot het uitwerken van een meetmethode (calculus) die toelaat de meerwaarde van het openstellen van specifieke bestuursdocumenten te kwantificeren.

HOOFDSTUK 5. - Berekening van vergoedingen
Art.18. Indien ingevolge artikel 8, § 1, eerste lid, van de wet, een vergoeding wordt gevraagd, is deze beperkt tot één of meer volgende marginale kosten inzake de reproductie, de verstrekking en de verspreiding van bestuursdocumenten:
  1° infrastructuur: de kosten van de ontwikkeling, het software-onderhoud, het hardware-onderhoud en de connectiviteit, beperkt tot wat noodzakelijk is om de bestuursdocumenten voor het hergebruik beschikbaar te stellen;
  2° reproductie : de kosten van de productie en de terbeschikkingstelling van een extra exemplaar van de bestuursdocumenten, inclusief de kosten van de materiële drager;
  3° behandeling: het verpakkingsmateriaal en de voorbereiding van de terbeschikkingstelling;
  4° overleg: de telefoongesprekken en de uitwisseling van e-mails met de verzoekers van het hergebruik en de kosten van de klantendienst;
  5° levering: de portkosten voor het versturen van bestuursdocumenten met de normale post of met een koerier;
  6° speciale verzoeken: de kosten van het op verzoek voorbereiden en formatteren van bestuursdocumenten;
  7° anonimiseren: de verwijdering, de afscherming en de verarming van de bestuursdocumenten of delen daarvan.

Art.19. In het geval, vermeld in artikel 8, § 1, tweede lid, a) en b), van de wet, kunnen, met behoud van de toepassing van de kosten, vermeld in artikel 18, ook de volgende kosten in verband met het creëren van bestuursdocumenten in aanmerking komen:
  1° produceren: het genereren van bestuursdocumenten en metagegevens, de kwaliteitscontrole en het omzetten van de bestuursdocumenten naar een digitaal formaat;
  2° verzamelen: het vergaren en het sorteren van bestuursdocumenten;
  3° overheadkosten als die kosten een aantoonbaar rechtstreeks verband houden met het creëren van bestuursdocumenten;
  4° deze kosten mogen worden vermeerderd met een bedrag dat gelijk is aan een redelijk rendement op de investering.

Art.20. In het geval, vermeld in artikel 8, § 1 tweede lid, c), van de wet, kunnen, met behoud van de toepassing van de kosten, vermeld in artikels 18 en 19, ook de volgende specifieke kosten voor bibliotheken (inclusief universiteitsbibliotheken), musea en archieven in aanmerking komen :
  1° conservering: de direct en indirect kosten voor het bewaren en opslaan van bestuursdocumenten;
  2° rechtenvereffening: de tijd en de mankracht die wordt ingezet voor het identificeren van derden bij wie rechten berusten en het verkrijgen van de toestemming van die rechthebbenden;
  3° overheadkosten als die kosten een aantoonbaar rechtstreeks verband houden met bibliotheken (inclusief universiteitsbibliotheken), musea en archieven;
  4° deze kosten mogen worden vermeerderd met een bedrag dat gelijk is aan een redelijk rendement op de investering.

Art.21. § 1. De overheid is gehouden om te kiezen voor de terbeschikkingstelling die de kosten voor de hergebruiker zo laag mogelijk houden.
  § 2 De kosten worden berekend door de totale kostprijs van een kwantificeerbare reeks bestuursdocumenten als referentie te gebruiken en op basis daarvan de kostprijs van een extra exemplaar van de bestuursdocumenten af te leiden.
  § 3. De kosten zijn gezuiverd van inkomsten die de instantie tijdens de productie of de verzameling heeft gegenereerd, voor zover die inkomsten bekend zijn bij de overheid.
  § 4. De kosten en eventuele inkomsten worden elk jaar beoordeeld en de vergoeding wordt aangepast aan de potentiële vraag, op basis van een redelijkerwijs verantwoorde raming van de overheid.

Art.22. § 1. Het redelijke rendement op de investering vermeld in artikels 19, 4° en 20, 4°, ligt niet meer dan vijf procent boven de referentie-interestvoet, vermeld in artikel 2, 4, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties.
  § 2. Bij het berekenen van een redelijk rendement op de investering, kunnen de bibliotheken, met inbegrip van bibliotheken, met inbegrip van universiteitsbibliotheken, musea en archieven, rekening houden met tarieven die de privésector in rekening brengt voor het hergebruik van identieke of soortgelijke documenten.

Art.23. De Minister kan, als dat nodig is, de berekening van de vergoeding, vermeld in artikels 18, 19 en 20, en de berekening van het redelijk rendement, vermeld in artikels 19, 4° en 20, 4°, verder verduidelijken.

HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen en inwerkingtreding
Art.24. Het koninklijk besluit van 29 oktober 2007 tot bepaling van de behandelingsprocedure en -termijnen voor een aanvraag voor hergebruik van overheidsinformatie alsook het toezicht op de verplichting om bestuursdocumenten beschikbaar te stellen, wordt opgeheven.

Art. 25. De Ministers bevoegd voor digitale agenda en administratieve vereenvoudiging zijn belast met de uitvoering van dit besluit.