Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

23 JUNI 2019. - Koninklijk besluit ter uitvoering van artikel 102, tweede lid, 4°, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus



Inhoudstafel:


Art. 1-2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. § 1. De centrale diensten van de algemene directie gerechtelijke politie voeren gespecialiseerde onderzoeksopdrachten uit in de volgende aangelegenheden :
  1° de fraude met financiële instrumenten, zoals bepaald in artikel 2, 1°, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de fraude met de financiële belangen van de Europese Unie, de BTW-oplichtingen van het type grootschalige carrousel die een ernstig nadeel berokkenen aan de financiële belangen van de Staat, alsook de complexe dossiers met internationale draagwijdte die slechts uitzonderlijk voorkomen en een specifieke expertise vereisen;
  2° de ernstige vormen van ICT-criminaliteit, waaronder deze die de informaticasystemen van de kritieke infrastructuren, zoals bedoeld bij de wet van 1 juli 2011 betreffende de beveiliging en de bescherming van de kritieke infrastructuren, in gevaar brengen;
  3° de ernstige vormen van corruptie, met name de openbare omkoping, de illegale belangenneming, de knevelarij en de verduistering door een persoon die een openbaar ambt uitoefent, de fraude bij overheidsopdrachten en de subsidiefraude;
  4° de opsporing naar voortvluchtige personen in het raam van de aan de federale politie toegekende onderzoeken en, wat de strafuitvoering betreft, naar voortvluchtige veroordeelde of geïnterneerde personen;
  5° de misdrijven gepleegd in het militaire milieu.
  § 2. Bovendien vervullen zij, onder het gezag van de federale procureur en op diens vraag, elke onderzoeksopdracht met het oog op de lokalisatie van misdaden of wanbedrijven, om de bevoegde gerechtelijke overheid in staat te stellen het onderzoek toe te vertrouwen aan de politiedienst die zij aanduidt.

Art. 2. De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken en de minister bevoegd voor Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.