29 MAART 2019. - Wet tot wijziging van de wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, teneinde een contingentering in te voeren voor de artsen en tandartsen die hun opleiding aan een buitenlandse universiteit hebben gevolgd
Art. 1-2
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Art. 2. In artikel 92, § 1, van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen worden de bepalingen onder 1° bis, 1° ter en 1° quater ingevoegd, luidende:
"1° bis bepaalt de Koning binnen een termijn van twee jaar, te rekenen na de inwerkingtreding van de wet van 29 maart 2019 tot wijziging van de wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, teneinde een contingentering in te voeren voor de artsen en tandartsen die hun opleiding aan een buitenlandse universiteit hebben gevolgd, na advies van de Planningscommissie, het totaal aantal artsen en tandartsen die jaarlijks, na het behalen van het door een buitenlandse universiteit uitgereikte diploma van doctor in de geneeskunde of licentiaat in de tandheelkunde, toegang hebben tot het verkrijgen van de bijzondere beroepstitels, die het voorwerp uitmaken van de erkenning bedoeld in artikel 86;
1° ter bepaalt de Koning binnen de in 1° bis bepaalde termijn, na advies van de Planningscommissie, het totaal aantal artsen die jaarlijks, na te zijn geslaagd voor de aan een buitenlandse universiteit gevolgde basisopleiding in de geneeskunde en specialisatie, hun diploma mogen laten viseren conform artikel 25 en de geneeskunst in België mogen uitoefenen;
1° quater bepaalt de Koning binnen de in 1° bis bepaalde termijn, na advies van de Planningscommissie, het totaal aantal beoefenaars van de tandheelkunde die jaarlijks, na te zijn geslaagd voor de aan een buitenlandse universiteit gevolgde basisopleiding in de tandheelkunde en specialisatie, hun diploma mogen laten viseren conform artikel 25 en de tandheelkunst in België mogen uitoefenen;".