Details





Titel:

2 MEI 2019. - Wet houdende diverse fiscale bepalingen 2019-I(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 15-05-2019 en tekstbijwerking tot 30-06-2021)



Inhoudstafel:

TITEL 1. - ALGEMENE BEPALING
Art. 1
TITEL 2. - WIJZIGINGEN VAN HET WETBOEK VAN DE INKOMSTENBELASTINGEN 1992
HOOFDSTUK 1. - Meerwaarden voertuigen
Art. 2-4
HOOFDSTUK 2. - Diverse wijzigingen
Art. 5-21
HOOFDSTUK 3. - Omzetting van richtlijn (EU) 2016/1164 (ATAD)
Art. 22-25
TITEL 3. - WIJZIGINGEN VAN VERSCHILLENDE WETBOEKEN BETREFFENDE DE BEKRACHTIGING VAN BESLUITEN DOOR EEN WET
HOOFDSTUK 1. - Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
Art. 26-31
HOOFDSTUK 2. - Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde
Art. 32
HOOFDSTUK 4. - Inwerkingtreding
Art. 33
TITEL 4. - VESTIGING VAN DE BELASTINGEN
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
Afdeling 1. - Verplichting tot het houden van een dagboek
Art. 34
Afdeling 2. - Meldingsplicht van elke Belgische groepsentiteit van een multinationale groep, die een landenrapport moet indienen
Art. 35-36
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen aan het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde
Art. 37
TITEL 5. - INVORDERING
Art. 38
TITEL 6. - WIJZIGINGEN VAN HET WETBOEK DER SUCCESSIERECHTEN
Art. 39
TITEL 7. - WIJZIGINGEN VAN DE WET VAN 25 DECEMBER 2017 TOT HERVORMING VAN DE VENNOOTSCHAPSBELASTING
Art. 40-47
TITEL 8. - OPHEFFING VAN EEN BIJ WET BEKRACHTIGDE BEPALING IN HET KB/WIB 92
Art. 48-49
TITEL 9. - BTW-VRIJSTELLING MET BETREKKING TOT DIPLOMATIEK EN CONSULAIR PERSONEEL
Art. 50



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1936033102  1969070305  2017014414 



Uitvoeringsbesluit(en):

2019014499  2020044549  2021034399 



Artikels:

TITEL 1. - ALGEMENE BEPALING
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

TITEL 2. - WIJZIGINGEN VAN HET WETBOEK VAN DE INKOMSTENBELASTINGEN 1992
HOOFDSTUK 1. - Meerwaarden voertuigen
Art.2. In artikel 24, derde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gewijzigd bij de wet van 25 december 2017, worden de woorden "tot het overeenkomstig artikel 198bis, eerste lid, 2°, bepaalde tarief in aanmerking genomen." vervangen door de woorden "in aanmerking genomen tot de in procenten uitgedrukte verhouding tussen de som van de vóór de verkoop fiscaal aangenomen afschrijvingen, voor elk belastbaar tijdperk beperkt tot 100 pct., en de som van de geboekte afschrijvingen voor de overeenstemmende belastbare tijdperken.".

Art.3. In artikel 27, derde lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 25 december 2017, worden de woorden "tot het overeenkomstig artikel 198bis, eerste lid, 2°, bepaalde tarief in aanmerking genomen." vervangen door de woorden "in aanmerking genomen tot de in procenten uitgedrukte verhouding tussen de som van de vóór de verkoop fiscaal aangenomen afschrijvingen, voor elk belastbaar tijdperk beperkt tot 100 pct., en de som van de geboekte afschrijvingen voor de overeenstemmende belastbare tijdperken.".

Art.4. De artikelen 2 en 3 zijn van toepassing vanaf aanslagjaar 2019 verbonden aan een belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt op 1 januari 2018.

HOOFDSTUK 2. - Diverse wijzigingen
Art.5. In artikel 19, § 1, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij de wet van 28 juli 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) in de bepaling onder 1° worden de woorden "1° de afkoopwaarden bedoeld in artikel 6, derde en vierde lid, van het koninklijk besluit van 14 november 2008 tot uitvoering van de wet van 15 oktober 2008 houdende maatregelen ter bevordering van de financiële stabiliteit en inzonderheid tot instelling van een staatsgarantie voor verstrekte kredieten en andere verrichtingen in het kader van de financiële stabiliteit, voor wat betreft de bescherming van de deposito's en de levensverzekeringen, en tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten," vervangen door de woorden "1° de afkoopwaarden bedoeld in artikel 6, § 2, van het koninklijk besluit van 14 november 2008 tot uitvoering van de crisismaatregelen voorzien in de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, voor wat betreft de oprichting van het Garantiefonds voor financiële diensten,";
  b) in de bepalingen onder 2°, b, worden de woorden "Bijzonder Beschermingsfonds voor deposito's en levensverzekeringen" vervangen door de woorden "Garantiefonds".

Art.6. In artikel 34, § 5, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 28 juli 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) in de bepaling onder 1° worden de woorden "1° de afkoopwaarden bedoeld in artikel 6, derde en vierde lid, van het koninklijk besluit van 14 november 2008 tot uitvoering van de wet van 15 oktober 2008 houdende maatregelen ter bevordering van de financiële stabiliteit en inzonderheid tot instelling van een staatsgarantie voor verstrekte kredieten en andere verrichtingen in het kader van de financiële stabiliteit, voor wat betreft de bescherming van de deposito's en de levensverzekeringen, en tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten," vervangen door de woorden "1° de afkoopwaarden bedoeld in artikel 6, § 2, van het koninklijk besluit van 14 november 2008 tot uitvoering van de crisismaatregelen voorzien in de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, voor wat betreft de oprichting van het Garantiefonds voor financiële diensten,";
  b) in de bepalingen onder 2°, b, worden de woorden "Bijzonder Beschermingsfonds voor deposito's en levensverzekeringen" vervangen door de woorden "Garantiefonds".

Art.7. In artikel 56, § 2, 2°, h, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 14 april 2011, worden de woorden "de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen," vervangen door de woorden "de wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen," en worden de woorden "de voornoemde wet van 9 juli 1975" vervangen door de woorden "de voornoemde wet van 13 maart 2016".

Art.8. In artikel 90/1, vierde lid, tweede streepje, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 18 juli 2018, wordt de zinsnede ", wat de in artikel 90, eerste lid, 1° ter en 1° quater vermelde inkomsten betreft," ingevoegd tussen het woord "worden" en de woorden "enkel de inkomsten".

Art.9. In artikel 1458, § 2, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 18 december 2015, worden de woorden "de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen," vervangen door de woorden "de wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen,".

Art.10. In artikel 14515, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 28 december 1992 en laatste-lijk gewijzigd bij de wet van 18 december 2015, worden de woorden "de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen" vervangen door de woorden "de wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen".

Art.11. Artikel 171, 1°, e, van hetzelfde Wetboek, opgeheven bij de wet van 28 april 2003 en hersteld bij de wet van 11 november 2013, wordt aangevuld met de woorden "evenals het vakantiegeld dat ingevolge de hiervoor bedoelde prestaties wordt toegekend;".

Art.12. In artikel 184ter, § 1, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 11 december 2008, worden de woorden "het netto actief bedoeld in hoofdstuk Vquinquies van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen," vervangen door de woorden "het netto actief bedoeld in boek II, titel III, hoofdstuk I, afdeling II, van de wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen,".

Art.13. In artikel 203, § 4, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 27 december 2006 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011, worden de woorden "de netto-opbrengst hebben uitgekeerd met toepassing van artikel 57 van het koninklijk besluit van 18 april 1997 met betrekking tot instellingen voor belegging in niet-genoteerde vennootschappen en in groeibedrijven" vervangen door de woorden "de winst van het boekjaar hebben uitgekeerd met toepassing van artikel 35 van het koninklijk besluit van 10 juli 2016 met betrekking tot de alternatieve instellingen voor collectieve belegging in niet-genoteerde vennootschappen en in groeibedrijven".

Art.14. In artikel 207, tiende lid, van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 december 2017, worden de woorden "de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen" vervangen door de woorden "de wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herver-zekeringsondernemingen".

Art.15. In artikel 239/1, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de programmawet van 10 augustus 2015 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 december 2017, worden de woorden "de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen," vervangen door de woorden "de wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen,".

Art.16. In artikel 2755, § 2, 2°, inleidende zin, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 23 december 2005 en vervangen bij de wet van 27 maart 2009, worden in de Franse tekst de woorden "règlement de travail" vervangen door de woorden "régime de travail".

Art.17. In artikel 307 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 7 februari 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1/1, vierde lid moeten de woorden "eerste lid "vervangen door de woorden "derde lid";
  2° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt:
  " § 2. Het formulier wordt ingevuld overeenkomstig de daarin voorkomende aanduidingen, gewaarmerkt, gedagtekend en ondertekend.
  Het aangifteformulier ingediend door de belastingplichtige, tijdens een bezoek ten kantore of op een tot dat doeleinde door de bevoegde administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën vastgestelde plaats, met behulp van een ambtenaar van die administratie, moet door de belastingplichtige worden gewaarmerkt, gedagtekend en ondertekend middels een digitale handtekening nadat de ambtenaar de door de belastingplichtige aangegeven inkomsten en andere gegevens heeft ingebracht in de computerbestanden van de administratie via tax-on-web.
  De in het tweede lid bedoelde waarmerking, dagtekening en ondertekening aangebracht door de belastingplichtige zijn gelijkgesteld met de waarmerking, de dagtekening en ondertekening die op papier zijn gemaakt.
  Indien echter het gebruik van het middel, waarmee de in het tweede lid bedoelde digitale handtekening wordt aangebracht, niet mogelijk is vanwege een storing in deze service, brengt de belastingplichtige de in het eerste lid bedoelde waarmerking, dagtekening en ondertekening aan op een papieren toestemmingsformulier, nadat de ambtenaar de door de belastingplichtige aangegeven inkomsten en andere gegevens heeft ingevoerd in de computerbestanden van de administratie via tax-on-web.".

Art.18. In artikel 315, tweede lid, 4°, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de programmawet van 10 augustus 2015 en gewijzigd bij de programmawet van 25 december 2017, worden de woorden "voor de in artikel 307, § 1/4," vervangen door de woorden "voor de in artikel 307, § 1/1, d),".

Art.19. Artikel 357, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 6 juli 1994, het koninklijk besluit van 20 december 1996 en de wet van 11 december 2008, wordt aangevuld met de bepaling onder 5°, luidende:
  "5° de vereffenaar van de rechtspersoon waarvan de vereffening gesloten is, in die hoedanigheid, of, bij ontstentenis daarvan, de personen die beschouwd worden als vereffenaar krachtens deel 1, boek 2, titel 8 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, gedurende de periode voorzien in artikel 2:143, van hetzelfde Wetboek.".

Art.20. In artikel 536, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 13 december 2012 en gewijzigd bij de wet van 25 december 2017, worden in de Franse tekst de woorden "les autres réductions," vervangen door de woorden "les autres déductions".

Art.21. De artikelen 8 en 17, 1°, zijn van toepassing op de inkomsten die zijn behaald of verkregen vanaf 1 januari 2018.
  Artikel 11 is van toepassing op de inkomsten die zijn betaald of toegekend vanaf 1 januari 2019.
  Artikel 17, 2° treedt in werking op 1 mei 2019 en is van toepassing op de indiening van de aangiftes in de personenbelasting die ten vroegste betrekking hebben op het aanslagjaar 2019.

HOOFDSTUK 3. - Omzetting van richtlijn (EU) 2016/1164 (ATAD)
Art.22. Dit hoofdstuk heeft de gedeeltelijke omzetting tot doel van Richtlijn (EU) 2016/1164 van de Raad van 12 juli 2016 tot vaststelling van regels ter bestrijding van belastingontwijkingspraktijken welke rechtstreeks van invloed zijn op de werking van de interne markt.

Art.23. In artikel 198/1, § 3, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij de wet van 25 december 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) in het tweede lid wordt een streepje ingevoegd tussen het eerste streepje en het tweede streepje, luidende:
  "- de in artikel 194sexies bedoelde vrijgestelde winst;";
  b) in het derde lid wordt het tweede streepje vervangen als volgt:
  "- worden de kosten die verschuldigd zijn aan of de opbrengsten die verschuldigd zijn door een binnenlandse vennootschap of Belgische inrichting die tijdens het hele belastbaar tijdperk deel heeft uitgemaakt van deze groep van vennootschappen en die niet zijn uitgesloten van de toepassing van dit artikel, buiten beschouwing gelaten bij de vaststelling van de in het eerste lid, b, bedoelde EBITDA;";
  c) de paragraaf wordt aangevuld met een lid, luidende:
  "De Koning bepaalt de wijze waarop de in het derde lid, tweede streepje bedoelde kosten en opbrengsten buiten beschouwing worden gelaten bij de vaststelling van de EBITDA van een belastingplichtige die deel uit-maakt van een groep van vennootschappen.".

Art.24. In artikel 212, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 9 februari 2017, worden de woorden "het in een van de voorgaande belastbare tijdperken niet als beroepskost aangemerkte financieringskostensurplus," ingevoegd tussen het woord "kapitaalsubsidies," en het woord "minderwaarden".

Art.25. Dit hoofdstuk is van toepassing vanaf aanslagjaar 2020 verbonden aan een belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt op 1 januari 2019.

TITEL 3. - WIJZIGINGEN VAN VERSCHILLENDE WETBOEKEN BETREFFENDE DE BEKRACHTIGING VAN BESLUITEN DOOR EEN WET
HOOFDSTUK 1. - Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
Art.26. In artikel 2, § 1, 13°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij de wet van 30 juli 2013 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 december 2017, wordt het vierde lid vervangen als volgt:
  "De Koning zal bij de Kamer van volksvertegenwoordigers, onmiddellijk indien ze in zitting is, zo niet bij de opening van de eerstvolgende zitting, een wetsontwerp indienen tot bekrachtiging van de in uitvoering van het tweede lid, genomen besluiten. Deze besluiten worden geacht geen uitwerking te hebben gehad indien ze niet bij wet zijn bekrachtigd binnen de 12 maanden na de datum van hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.".

Art.27. In artikel 59, § 5, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 28 april 2003 en gewijzigd bij de wetten van 27 december 2006 en 13 december 2012, wordt het tweede lid vervangen als volgt:
  "De Koning zal bij de Kamer van volksvertegenwoordigers, onmiddellijk indien ze in zitting is, zo niet bij de opening van de eerstvolgende zitting, een wetsontwerp indienen tot bekrachtiging van de in uitvoering van het eerste lid, 2°, genomen besluiten. Deze besluiten worden geacht geen uitwerking te hebben gehad indien ze niet bij wet zijn bekrachtigd binnen de 12 maanden na de datum van hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.".

Art.28. In artikel 69, § 1, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 28 juli 1992 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26 december 2015, wordt het derde lid vervangen als volgt:
  "De Koning zal bij de Kamer van volksvertegenwoordigers, onmiddellijk indien ze in zitting is, zo niet bij de opening van de eerstvolgende zitting, een wetsontwerp indienen tot bekrachtiging van de in uitvoering van het tweede lid genomen besluiten. Deze besluiten worden geacht geen uitwerking te hebben gehad indien ze niet bij wet zijn bekrachtigd binnen de 12 maanden na de datum van hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.".

Art.29. In artikel 162 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 3 augustus 2016, wordt het derde lid vervangen als volgt:
  "De Koning zal bij de Kamer van volksvertegenwoordigers, onmiddellijk indien ze in zitting is, zo niet bij de opening van de eerstvolgende zitting, een wetsontwerp indienen tot bekrachtiging van de in uitvoering van het vorige lid genomen besluiten. Deze besluiten worden geacht geen uitwerking te hebben gehad indien ze niet bij wet zijn bekrachtigd binnen de 12 maanden na de datum van hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.".

Art.30. In artikel 275 van hetzelfde Wetboek, wordt paragraaf 3 vervangen als volgt:
  " § 3. De Koning zal bij de Kamer van volksvertegenwoordigers, onmiddellijk indien ze in zitting is, zo niet bij de opening van de eerstvolgende zitting, een wetsontwerp indienen tot bekrachtiging van de in uitvoering van dit artikel genomen besluiten. Deze besluiten worden geacht geen uitwerking te hebben gehad indien ze niet bij wet zijn bekrachtigd binnen de 12 maanden na de datum van hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.".

Art.31. In artikel 2751 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 3 juli 2005 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 23 maart 2019, wordt het vijfde lid vervangen als volgt:
  "De Koning zal bij de Kamer van volksvertegenwoordigers, onmiddellijk indien ze in zitting is, zo niet bij de opening van de eerstvolgende zitting, een wetsontwerp indienen tot bekrachtiging van de in uitvoering van het vorige lid genomen besluiten. Deze besluiten worden geacht geen uitwerking te hebben gehad indien ze niet bij wet zijn bekrachtigd binnen de 12 maanden na de datum van hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.".

HOOFDSTUK 2. - Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde
Art.32. In artikel 37 van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, wordt de paragraaf 2, vervangen bij de wet van 27 juni 2016, vervangen als volgt:
  " § 2. De Koning zal bij de Kamer van volksvertegenwoordigers, onmiddellijk indien ze in zitting is, zo niet bij de opening van de eerstvolgende zitting, een wetsontwerp indienen tot bekrachtiging van de in uitvoering van paragraaf 1 van dit artikel, genomen besluiten. Deze besluiten worden geacht uitwerking te hebben gehad tot 12 maanden na de datum van hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad indien zij niet bij wet zijn bekrachtigd binnen deze termijn.".

HOOFDSTUK 4. - Inwerkingtreding
Art.33. Deze titel is van toepassing op de besluiten die vanaf 1 januari 2019 worden genomen.

TITEL 4. - VESTIGING VAN DE BELASTINGEN
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
Afdeling 1. - Verplichting tot het houden van een dagboek
Art.34. In artikel 320, § 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gewijzigd bij de wet van 27 april 2016, wordt het laatste lid vervangen als volgt:
  "Met uitzondering van een dagboek gehouden door middel van ingebonden of ingenaaide bladzijden met voorgedrukte paginanummering, dient het dagboek, vóór het wordt gebruikt, te worden genummerd en geparafeerd door een bevoegde ambtenaar belast met de vestiging van de inkomstenbelastingen."

Afdeling 2. - Meldingsplicht van elke Belgische groepsentiteit van een multinationale groep, die een landenrapport moet indienen
Art.35. Artikel 321/3 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 1 juli 2016, wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende:
  " § 3. De in de paragrafen 1 en 2 bedoelde inlichtingen die moeten worden verstrekt door een Belgische groepsentiteit van een multinationale groep die overeenkomstig artikel 321/2, § 4 een landenrapport moet indienen, moeten worden meegedeeld binnen de in paragrafen 1 en 2 voorziene termijn voor zover deze inlichtingen verschillen van deze die werden meegedeeld met betrekking tot de voorgaande rapporteringsperiode.".

Art.36. Artikel 35 is van toepassing voor rapporteringsperiodes die eindigen op 31 december 2019 of later.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen aan het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde
Art.37. In het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde wordt een artikel 53terdecies ingevoegd, luidende:
  "Art. 53terdecies. § 1. Het formulier van de in artikelen 53, § 1, 2°, 53ter, 1°, 53quinquies en 53sexies, bedoelde aangiftes wordt ingevuld overeenkomstig de daarin voorkomende aanduidingen, gewaarmerkt, gedagtekend en ondertekend.
  § 2. De door de Federale Overheidsdienst Financiën ter beschikking gestelde elektronische aangifte die werd ingevuld en overgezonden overeenkomstig de daarin voorkomende aanduidingen, wordt gelijkgesteld met een gewaarmerkte, gedagtekende en ondertekende aangifte als bedoeld in paragraaf 1.".

TITEL 5. - INVORDERING
Art.38. In artikel 415, § 1, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, genummerd en ingevoegd bij de wet van 28 december 1992, worden de woorden "van het tweede jaar van het aanslagjaar" telkens vervangen door de woorden "van het jaar volgend op het aanslagjaar als bedoeld bij artikel 359, eerste lid, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992".

TITEL 6. - WIJZIGINGEN VAN HET WETBOEK DER SUCCESSIERECHTEN
Art.39.
  <Opgeheven bij W 2021-06-27/02, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 10-07-2021>

TITEL 7. - WIJZIGINGEN VAN DE WET VAN 25 DECEMBER 2017 TOT HERVORMING VAN DE VENNOOTSCHAPSBELASTING
Art.40. Artikel 5, 2°, van de wet van 25 december 2017 tot hervorming van de vennootschapsbelasting, wordt ingetrokken.

Art.41. Artikel 6, 2°, van dezelfde wet, wordt ingetrokken.

Art.42. In artikel 7, van dezelfde wet, wordt het woord "aangekocht" vervangen door de woorden "aangekocht, geleased of gehuurd".

Art.43. In artikel 11, 2°, van dezelfde wet, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in de Franse tekst worden de woorden "le taux à prendre en considération pour" opgeheven;
  2° de woorden ", voor elk belastbaar tijdperk beperkt tot 100 pct.," worden ingevoegd tussen de woorden "de som van de vóór de verkoop fiscaal aangenomen afschrijvingen" en de woorden "en de som van de geboekte afschrijvingen".

Art.44. Artikel 31, 2°, van dezelfde wet, wordt ingetrokken.

Art.45. In artikel 42 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de woorden "een artikel 198ter" worden vervangen door de woorden "een artikel 198quater";
  2° de woorden "Art. 198ter." worden vervangen door de woorden "Art. 198quater.".

Art.46. In artikel 84, c, 5°, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 30 juli 2018, worden de woorden ",zoals het bestond voor het is opgeheven bij artikel 31, 2°, van de wet van 25 december 2017 tot hervorming van de vennootschapsbelasting," opgeheven.

Art.47. In artikel 86, B2, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 30 juli 2018 en 11 februari 2019, worden de woorden "5, 2°, 6, 2°, " en de woorden "31, 2°, " opgeheven.

TITEL 8. - OPHEFFING VAN EEN BIJ WET BEKRACHTIGDE BEPALING IN HET KB/WIB 92
Art.48.[1 In artikel 95', KB/WIB 92]1 wordt het derde lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 15 december 2013 en bekrachtigd bij de programmawet van 19 december 2014, opgeheven.
  ----------
  (1)<W 2021-06-27/02, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 10-07-2021>

Art.49. De Koning kan artikel 952, § 3, c, 7° en 9°, van het KB/WIB 92 zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 februari 2014 tot wijziging van het KB/WIB 92 op het stuk van de bedrijfsvoorheffing, dat met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding werd bekrachtigd bij de wet van 19 december 2014, evenals de onderdelen 51, 52, 53 en 54 van de bijlage IIIbis bij het KB/WIB 92, ingevoegd bij het voormelde besluit van 21 februari 2014, wijzigen. Deze wijzigingen kunnen uitwerking hebben vanaf een datum voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze bepaling.

TITEL 9. - BTW-VRIJSTELLING MET BETREKKING TOT DIPLOMATIEK EN CONSULAIR PERSONEEL
Art. 50. In artikel 42, § 3, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, vervangen bij de wet van 28 december 1992 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 december 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) het tweede lid wordt vervangen als volgt:
  "De in het eerste lid, 1° en 2°, bedoelde vrijstellingen, zijn onderworpen aan de gebruikelijke wederkerigheid in diplomatieke, consulaire en internationale relaties.";
  b) de paragraaf 3 wordt aangevuld met een lid, luidende:
  "Tenzij een internationaal verdrag of zetelverdrag anders bepaalt, bepaalt de Koning de toepassingsvoorwaarden voor de toekenning van de in het eerste lid, 1° tot 8°, bedoelde vrijstellingen de voorwaarden waaronder van die vrijstellingen kan worden afgezien en de bedragen, de aard en de hoeveelheden van de goederen en diensten die voor die vrijstellingen in aanmerking komen. De Koning kan daarvoor de minister van Financiën of zijn gemachtigde belasten met het vastleggen van de procedure voor het bekomen van de vrijstellingen, van de periode waarbinnen de vrijstellingen moeten worden aangevraagd en van maximumdrempels per periode, in het bijzonder om misbruik tegen te gaan. Deze criteria kunnen door de minister van Financiën of zijn gemachtigde worden vastgelegd na raadpleging of op vraag van andere ministers. De Koning kan tevens bepalen dat de in het eerste lid bedoelde vrijstellingen worden verleend bij wijze van teruggaaf.".