7 APRIL 2019. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels en het model van het protocolakkoord ter uitvoering van artikel 41 van de wet op de politie van de spoorwegen
Art. 1-3
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. Het protocolakkoord in verband met de procedure tot afhandeling van de overtredingen bedoeld in artikel 30 van de wet van 27 april 2018 op de politie van de spoorwegen dat opgesteld wordt tussen het bedrijf waarvan de bestraffende beambte afhangt en de bevoegde procureur des Konings, bevat de bepalingen en de ingevulde vermeldingen zoals vastgesteld overeenkomstig punt B. "Procedurele akkoorden betreffende de overtredingen bedoeld in artikel 30 van de wet van 27 april 2018 op de politie van de spoorwegen" van het model opgenomen in bijlage bij dit besluit.
Art.2. Het bedrijf waarvan de bestraffende beambte afhangt en de parketten van de procureur des Konings vullen de bepalingen van het protocolakkoord aan, zoals voorzien in het model opgenomen in bijlage bij dit besluit.
Art.3. De minister bevoegd voor het spoorwegvervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N. MODEL VAN PROTOCOLAKKOORD BETREFFENDE BEPAALDE OVERTREDINGEN OP DE POLITIE VAN DE SPOORWEGEN
TUSSEN:
Het bedrijf [benaming], vertegenwoordigd door [...];
EN
De procureur des Konings van het gerechtelijk arrondissement [...] vertegenwoordigd door [de heer/mevrouw ...] ;
WORDT UITEENGEZET HETGEEN VOLGT:
Gelet op de wet van 27 april 2018 op de politie van de spoorwegen (hierna de Wet), en met name op artikel 41 wat betreft de overtredingen bedoeld in artikel 30;
WORDT HETGEEN VOLGT OVEREENGEKOMEN:
A. Wettelijk kader
Wat de overtredingen betreft bedoeld in artikel 30 die bestraft kunnen worden ofwel met één van de straffen bepaald in artikel 28, ofwel met een administratieve geldboete, bepaalt artikel 41, § 2, 4e lid het volgende: de bedrijven waarvan de bestraffende beambten afhangen, sluiten protocolakkoorden met de procureurs des Konings om hun relaties te regelen en, in het bijzonder, om op voorhand de gedragingen te bepalen die de procureurs des Konings niet van plan zijn te vervolgen omdat een administratieve geldboete een meer geschikte maatregel zou zijn.
B. Procedurele akkoorden betreffende de overtredingen bedoeld in artikel 30 van de Wet
Artikel 1 - Uitwisseling van informatie
1. Alle partijen verbinden zich ertoe samen te werken en elkaar te informeren binnen de grenzen van hun bevoegdheden en zij verzekeren de vertrouwelijkheid van deze uitwisseling.
Daartoe duidt de procureur des Konings één of meer magistraten van zijn arrondissement aan, hierna de "referentiemagistraten" genoemd. De door dit akkoord verbonden bedrijven kunnen contact opnemen met de referentiemagistraten in geval van moeilijkheden bij het toepassen van de wet of onderhavig akkoord of om informatie te verkrijgen over het gegeven gevolg aan bepaalde processen-verbaal.
2. De contactgegevens van de referentiemagistraten, en van de referentiepersonen binnen de bedrijven zijn opgenomen in een bijgevoegd document. De briefwisseling en/of de telefoongesprekken en/of de e-mailberichten betreffende de uitvoering van de wet worden aan hen gericht.
3. De partijen verbinden zich ertoe elke wijziging van de contactgegevens van voornoemde personen onverwijld te melden.
Artikel 2. - Behandeling van de overtredingen
1. De procureur des Konings verbindt zich ertoe voor de hierna opgesomde overtredingen geen vervolging in te stellen, en de betrokken bedrijven verbinden zich ertoe de naar behoren vastgestelde overtredingen af te handelen:
- ...
- ...
- ...
- ...
2. De procureur des Konings verbindt zich ertoe voor de hierna opgesomde overtredingen vervolging in te stellen, en de betrokken bedrijven verbinden zich ertoe de naar behoren vastgestelde overtredingen niet te behandelen:
- ...
- ...
- ...
- ...
Artikel 3. - Bijzondere modaliteiten
1. Als een overtreding bedoeld in artikel 2, § 1 van dit Protocol verband houdt met andere overtredingen die niet in aanmerking komen voor een administratieve procedure, dan zal die overtreding niet behandeld worden in het kader van een administratieve procedure, maar overgemaakt worden aan de referentiemagistraat.
2. Als de bestraffende beambte in het kader van een administratieve procedure vaststelt dat de overtreder zich klaarblijkelijk nog schuldig heeft gemaakt aan andere misdrijven die niet in aanmerking komen voor een administratieve procedure, dan geeft hij daarvan bericht aan de referentiemagistraat in toepassing van artikel 29 van het Wetboek van strafvordering.
3. Rekening houdend met de aard van de gemelde feiten, beslist de referentiemagistraat of hij zich ertoe verbindt gevolg te geven aan alle feiten, met inbegrip van de feiten waarvoor de administratieve procedure werd aangevat. Binnen de 2 maanden na de aangifte, brengt hij de bestraffende beambte daarvan op de hoogte, die de administratieve procedure zal beëindigen. Zonder beslissing van de procureur des Konings, sluit de bestraffende beambte de administratieve procedure voor de gemelde feiten af.
4. Als het gaat om vaststellingen met betrekking tot een onbekende verdachte, dan wordt er geen kopie van het proces-verbaal doorgestuurd naar de bestraffende beambte. Als de oorspronkelijk onbekende verdachte vervolgens geïdentificeerd wordt, dan kan de procureur des Konings beslissen om niet te vervolgen en de zaak over te dragen aan de bestraffende beambte.
Opgemaakt te ........................, op ......................., in zoveel exemplaren als er partijen zijn.
Voor het bedrijf [benaming], vertegenwoordigd door [...]
Voor de procureur des Konings van het gerechtelijk arrondissement [...], vertegenwoordigd door [de heer/mevrouw ...]