4 APRIL 2019. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 mei 2013 betreffende de bescherming van de proefdieren
Art. 1-9
Artikel 1. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 29 mei 2013 betreffende de bescherming van de proefdieren wordt het punt 5 vervangen door hetgeen volgt:
"5° Leefmilieu Brussel : De gewestelijke dienst bevoegd voor het beheer van het leefmilieu"
Art.2. In artikel 3 wordt een nieuwe alinea 3 ingevoegd onder het punt 7°, luidende als volgt:
"In het kader van de verschillende doeleinden waarvoor dierproeven worden gebruikt, wordt er bij de beoordeling en vergunning van projecten naar gestreefd om voorkeur te geven aan alternatieven die toelaten om bij te dragen tot een vermindering van het aantal dierproeven."
Art.3. In de artikelen 4, 7, 8, 9, 10, 11, 13, 14, 15, 17, 18, 23, 26, 31, 32, 33, 36, 37, 38, 39 en 41 van het koninklijk besluit van 29 mei 2013 worden de woorden "De Dienst", of "Genoemde Dienst" vervangen door de woorden "Leefmilieu Brussel".
Art.4. In artikel 12 van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 worden de woorden "van het Deontologisch Comité" vervangen door de woorden "van de Brusselse Commissie voor dierproeven";
2° in paragraaf 1 worden de volgende zinnen toegevoegd:
" De stukken zoals bedoeld in artikel 11 § § 2 en 3 maken deel uit van de erkenning. Leefmilieu Brussel registreert de erkende gebruikers. "
3° paragraaf 2 wordt als volgt vervangen:
" In het geval dat de Brusselse Commissie voor dierproeven niet samengesteld is of geen advies kan uitbrengen binnen de termijn voorzien in de voorgaande alinea, kan Leefmilieu Brussel een tijdelijke erkenning toekennen in afwachting van het advies. Indien de erkenning geweigerd wordt, licht Leefmilieu Brussel onmiddellijk de gebruiker in. "
Art.5. In artikel 17 van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 worden de woorden " en na advies van de Brusselse Commissie voor dierproeven" toegevoegd tussen de woorden "wetenschappelijke gegevens" en "ontheffingen toestaan";
2° in paragraaf 2 van de Nederlandstalige versie wordt het woord "gunsig" vervangen door het woord "gunstig";
3° In artikel 17, § 2, wordt na de zin "Elke gebruiker maakt zijn projecten ook over aan de Dienst" volgende zin toegevoegd:
"Leefmilieu Brussel beschikt over de mogelijkheid, met het oog op de bescherming en het welzijn van proefdieren, om op gemotiveerde wijze een project niet te laten doorgaan. Leefmilieu Brussel brengt de gebruiker op de hoogte van de beslissing. De gebruiker kan tegen deze beslissing beroep aantekenen bij de Regering binnen een termijn van dertig dagen na ontvangst van de kennisgeving."
4° in paragraaf 4,, wordt het woord "Commissie" telkens vervangen door de woorden "Ethische Commissie";
Art.6. In de eerste paragraaf van artikel 23 wordt een tweede alinea toegevoegd zijnde:
"Leefmilieu Brussel beschikt over de mogelijkheid, met het oog op de bescherming en het welzijn van proefdieren, om op gemotiveerde wijze een project niet te laten doorgaan. Leefmilieu Brussel brengt de gebruiker op de hoogte van de beslissing. De gebruiker kan tegen deze beslissing beroep aantekenen bij de Regering binnen een termijn van dertig dagen na ontvangst van de kennisgeving. "
Art.7. In artikel 38 van datzelfde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° paragraaf 2, zesde lid, wordt vervangen als volgt:
"In het geval van een vroegtijdige beëindiging van het mandaat worden de leden vervangen door een plaatsvervanger. ";
2° Een nieuwe paragraaf 3 wordt toegevoegd, luidende als volgt:
" § 3. De leden, uitgezonderd de vertegenwoordiger van Leefmilieu Brussel, ontvangen een zitpenning voor de deelname aan vergaderingen van de Commissie. Het bedrag van de zitpenningen wordt vastgelegd door de Minister. De leden van de Commissie hebben recht op vergoeding van de verplaatsingskosten, conform de modaliteiten die voorzien worden voor de personeelsleden van Leefmilieu Brussel."
Art.8. In artikel 40, alinea 2 van datzelfde koninklijk besluit worden de woorden "of vertegenwoordigd is door zijn plaatsvervangers" geschrapt.
Slotbepalingen
Art. 9. De minister bevoegd voor Dierenwelzijn wordt belast met de uitvoering van dit besluit.