22 FEBRUARI 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het landinrichtingsplan IJsevallei
HOOFDSTUK 1. - Vaststelling van het landinrichtingsplan en algemene bepalingen
Art. 1-4
HOOFDSTUK 2. - Instanties en personen die belast zijn met de uitvoering van het landinrichtingsplan IJsevallei
Afdeling 1. - Belasting van agentschappen van de Vlaamse overheid conform artikel 3.3.7 van het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting
Art. 5-18
Afdeling 2. - Belasting van provincies, gemeenten en publiekrechtelijke rechtspersonen conform artikel 3.3.8 van het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting
Art. 19-26
Afdeling 3. - Belasting van privaatrechtelijke rechtspersonen conform artikel 3.3.9 van het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting
Art. 27-28
HOOFDSTUK 3. - Bepalingen naar aanleiding van de inzet van inrichtingswerken uit kracht van wet
Art. 29
HOOFDSTUK 4. - Bepalingen naar aanleiding van de inzet van herverkaveling uit kracht van wet
Art. 30
HOOFDSTUK 5. - Bepalingen over het recht van voorkoop
Art. 31
HOOFDSTUK 6. - Slotbepaling
Art. 32
BIJLAGEN.
Art. N
HOOFDSTUK 1. - Vaststelling van het landinrichtingsplan en algemene bepalingen
Artikel 1. Het landinrichtingsplan IJsevallei, opgenomen in bijlage 3, die bij dit besluit is gevoegd, wordt vastgesteld.
Art.2. Het landinrichtingsplan IJsevallei kan worden ingezien bij elke gemeente waarop het landinrichtingsplan betrekking heeft, namelijk in de gemeenten Hoeilaart en Overijse.
Art.3. Het landinrichtingsplan IJsevallei is verenigbaar met het watersysteem en met de relevante doelstellingen en beginselen, vermeld in artikel 5, 6 en 7 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid.
Art.4. De bedragen ten laste van de basisallocatie QB0 QC187 6142 van artikel QB0-1QCH2NY-IS van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap en ten laste van de basisallocatie QBX QC057 6332 van artikel QBX-3QCH2NJ-WT van het Minafonds zullen worden aangerekend bij de toekenning van de subsidies, op grond van de bepalingen van Deel 3, Titel 4, van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2014 betreffende de landinrichting.
HOOFDSTUK 2. - Instanties en personen die belast zijn met de uitvoering van het landinrichtingsplan IJsevallei
Afdeling 1. - Belasting van agentschappen van de Vlaamse overheid conform artikel 3.3.7 van het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting
Art.5. De Vlaamse Landmaatschappij is belast met de uitvoering van maatregel 2.4.9 van het landinrichtingsplan IJsevallei. Die maatregel wordt uitgevoerd op gronden van het Agentschap Wegen en Verkeer, die beheerd worden door de gemeente Overijse.
Art.6. De Vlaamse Landmaatschappij is belast met de uitvoering van de maatregelen 9.2.1, 9.2.2 en 9.2.5 van het landinrichtingsplan IJsevallei. Die maatregelen worden uitgevoerd op gronden van het Agentschap voor Natuur en Bos of op gronden die toebedeeld worden aan het Agentschap voor Natuur en Bos, of op gronden van privaatrechtelijke rechtspersonen of natuurlijke personen, die beheerd worden door het Agentschap voor Natuur en Bos.
Art.7. De Vlaamse Landmaatschappij is belast met de uitvoering van de maatregelen 1.2.8, 1.2.9, 1.2.10, 1.2.11, 1.2.22, 1.2.26, 2.4.7, 2.4.8, 3.1.2, 3.1.3, 3.1.4, 4.10.3, 4.10.4, 4.10.5 en 4.10.6 van het landinrichtingsplan IJsevallei. Die maatregelen worden uitgevoerd op gronden van de provincie Vlaams-Brabant of op gronden van privaatrechtelijke rechtspersonen of natuurlijke personen, die beheerd worden door de provincie Vlaams-Brabant.
Art.8. De Vlaamse Landmaatschappij is belast met de uitvoering van de maatregelen 1.1.1, 1.1.2, 1.1.3, 1.1.4, 1.1.5, 1.1.6, 1.1.7, 1.1.8, 1.2.1, 1.2.2a, 1.2.3a, 1.2.4, 1.2.5a, 1.2.6, 1.2.7, 1.2.12, 1.2.13, 1.2.14, 1.2.15, 1.2.16, 1.2.17, 1.2.19, 1.2.20, 1.2.24, 1.2.25, 1.2.27a, 1.2.28, 1.3.1, 1.3.2, 1.3.3, 2.1.1b, 2.1.2b, 2.1.5b, 2.1.6b, 2.1.7b, 2.5.2b, 2.5.3b, 2.5.5, 2.5.9, 2.5.10b, 2.5.11b, 2.6.1b, 2.6.5b, 2.6.6, 2.7.2a, 3.1.1, 3.1.6a, 3.1.7, 3.1.8, 3.2.8a, 3.3.13, 3.3.14, 3.4.1a, 3.4.2, 3.4.3, 3.4.4, 3.4.5, 3.4.6, 4.10.1, 4.10.2, 6.1.1, 6.1.2, 6.1.3, 6.1.4, 6.1.5, 6.1.6, 6.1.7, 6.1.8, 6.1.9, 6.1.10, 6.1.11, 6.1.12, 6.1.13, 6.1.14, 6.3.1, 6.3.2, 6.4.1, 6.4.3, 6.4.4, 6.4.5, 6.5.3, 9.1.1, 9.1.2, 9.1.4, 9.1.5, 9.1.6, 9.3.1, 9.3.2, 9.3.5 en 9.3.8 van het landinrichtingsplan IJsevallei. Die maatregelen worden uitgevoerd op gronden van de gemeente Overijse of op gronden die toebedeeld worden aan de gemeente Overijse, of op gronden van privaatrechtelijke rechtspersonen of natuurlijke personen, die beheerd worden door de gemeente Overijse.
Art.9. De Vlaamse Landmaatschappij is belast met de uitvoering van de maatregel 3.3.1 (verwerving perceel voor planologische ruil) van het landinrichtingsplan IJsevallei. Die maatregel heeft tot doel in een latere fase de inzet van het instrument herverkaveling met planologische ruil.
Art.10. De Vlaamse Landmaatschappij is belast met de uitvoering van de maatregelen 2.1.1a, 2.1.2a, 2.1.3, 2.1.4, 2.1.5a, 2.1.6a, 2.1.7a, 2.2.1, 2.2.2, 2.2.3, 2.2.4, 2.3.1, 2.3.2, 2.3.3, 2.3.4, 2.4.1, 2.4.2, 2.5.2a, 2.5.3a, 2.5.4a, 2.5.6, 2.5.7, 2.5.8, 2.5.10a, 2.5.11a, 2.6.1a, 2.6.2, 2.6.3, 2.6.4, 2.6.5a, 2.7.1a, 7.4.5, 7.4.7 en 7.4.8 van het landinrichtingsplan IJsevallei. Die maatregelen worden uitgevoerd op gronden van de gemeente Hoeilaart of op gronden die toebedeeld worden aan de gemeente Hoeilaart, of op gronden van privaatrechtelijke rechtspersonen of natuurlijke personen, die beheerd worden door de gemeente Hoeilaart.
Art.11. De Vlaamse Landmaatschappij is belast met de uitvoering van de maatregelen 4.1.1, 4.2.1, 4.2.2, 4.2.3, 4.3.1, 4.3.2, 4.3.3, 4.3.4, 4.3.5, 4.3.6, 4.3.7, 4.3.8, 4.4.1, 4.4.2, 4.4.3, 4.5.1, 4.5.2, 4.5.3, 4.6.1, 4.6.2, 4.7.1, 4.7.2, 4.7.3, 4.7.4, 4.7.5, 4.7.6, 4.7.7, 4.8.1, 4.8.2, 4.8.3, 4.8.4, 4.8.5, 4.8.6, 4.9.1, 4.9.2 en 4.9.3 van het landinrichtingsplan IJsevallei. Die maatregelen worden uitgevoerd op gronden van het Gemeenschapsonderwijs of op gronden die toebedeeld worden aan het Gemeenschapsonderwijs en die beheerd worden door het Gemeenschapsonderwijs.
Art.12. De Vlaamse Landmaatschappij is belast met de uitvoering van de maatregelen 7.4.2, 7.4.3 en 7.4.4 van het landinrichtingsplan IJsevallei. Die maatregelen worden uitgevoerd op gronden van privaatrechtelijke rechtspersonen of natuurlijke personen.
Art.13. De Vlaamse minister, bevoegd voor de landinrichting en het natuurbehoud, belast de Vlaamse Landmaatschappij met de uitvoering van de maatregelen 2.4.4, 2.4.6b, 2.5.1, 6.5.1, 7.1.2, 9.1.3, 9.2.3, 9.3.3, 9.3.4 en 9.3.7 van het eindvoorstel van landinrichtingsplan IJsevallei op gronden van privaatrechtelijke rechtspersonen of natuurlijke personen, nadat deze personen hun instemming hebben gegeven met de taken inzake medefinanciering en beheer van de vermelde maatregelen.
Art.14. Het Agentschap voor Natuur en Bos is op haar gronden belast met de uitvoering van de maatregelen 7.2.1, 7.2.3, 9.2.4 en 9.2.6 van het landinrichtingsplan IJsevallei.
Art.15. Het Agentschap voor Natuur en Bos is belast met de uitvoering van de maatregel 9.3.6 van het landinrichtingsplan IJsevallei. Die maatregel wordt uitgevoerd op gronden van privaatrechtelijke rechtspersonen of natuurlijke personen, die beheerd worden door privaatrechtelijke rechtspersonen of natuurlijke personen.
Art.16. De Vlaamse minister, bevoegd voor de landinrichting en het natuurbehoud, belast het Agentschap voor Natuur en Bos met de uitvoering van de maatregel 9.3.6 van het eindvoorstel van landinrichtingsplan IJsevallei op gronden van privaatrechtelijke rechtspersonen of natuurlijke personen, nadat deze personen hun instemming hebben gegeven met de taken inzake medefinanciering en beheer van de vermelde maatregel.
Art.17. De Vlaamse Milieumaatschappij is belast met de uitvoering van de maatregelen 1.2.18 en 3.3.8 van het landinrichtingsplan IJsevallei. Die maatregelen worden uitgevoerd op gronden van de gemeente Overijse, die beheerd worden door de gemeente Overijse.
Art.18. De Vlaamse Milieumaatschappij is belast met de uitvoering van de maatregel 3.1.5 van het landinrichtingsplan IJsevallei. Die maatregel wordt uitgevoerd op gronden van Aquafin of op gronden van privaatrechtelijke rechtspersonen of natuurlijke personen, die beheerd worden door Aquafin.
Afdeling 2. - Belasting van provincies, gemeenten en publiekrechtelijke rechtspersonen conform artikel 3.3.8 van het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting
Art.19. De provincie Vlaams-Brabant is belast met de uitvoering van de maatregelen 2.4.3, 2.4.5, 3.2.2, 3.2.4 en 3.2.5 van het landinrichtingsplan IJsevallei. Die maatregelen worden uitgevoerd op gronden van de provincie Vlaams-Brabant of op gronden van privaatrechtelijke rechtspersonen of natuurlijke personen, die beheerd worden door de provincie Vlaams-Brabant.
Art.20. De provincie Vlaams-Brabant is belast met de uitvoering van de maatregelen 3.2.1, 3.2.3, 3.2.6 en 3.2.7 van het landinrichtingsplan IJsevallei. Die maatregelen worden uitgevoerd op gronden van de gemeente Overijse of op gronden die toebedeeld worden aan de gemeente Overijse, of op gronden van privaatrechtelijke rechtspersonen of natuurlijke personen, die beheerd worden door de gemeente Overijse of door de privaatrechtelijke rechtspersonen of natuurlijke personen.
Art.21. De gemeente Overijse is op haar gronden belast met de uitvoering van de maatregelen 1.2.21, 1.2.23, 3.3.2, 3.3.4, 3.3.5, 3.3.6, 3.3.7, 3.3.9, 3.3.10, 3.3.11, 3.3.12, 3.5.1, 3.5.2, 5.1.1, 5.1.2, 5.1.3, 5.1.4, 5.1.5, 5.2.1, 5.2.2, 5.2.3, 6.2.1, 6.2.2, 6.2.3, 6.2.4, 6.2.5, 6.2.6, 6.2.7, 6.2.8, 6.4.2, 8.1.1, 8.1.2 en 8.1.3 van het landinrichtingsplan IJsevallei.
Art.22. De gemeente Overijse is belast met de uitvoering van de maatregel 3.3.3 van het landinrichtingsplan IJsevallei. Die maatregel wordt uitgevoerd op gronden van de provincie Vlaams-Brabant, die beheerd worden door de provincie Vlaams-Brabant.
Art.23. De gemeente Hoeilaart is op haar gronden belast met de uitvoering van de maatregelen 7.1.3, 7.2.2, 7.2.4, 7.2.5, 7.3.1, 7.3.2, 7.3.3, 7.3.4, 7.3.5 en 7.3.6 van het landinrichtingsplan IJsevallei.
Art.24. De Vlaamse minister, bevoegd voor de landinrichting en het natuurbehoud, belast de gemeente Hoeilaart met de uitvoering van de maatregelen 7.1.1, 7.3.7 en 7.4.6 van het eindvoorstel van landinrichtingsplan IJsevallei op gronden van privaatrechtelijke rechtspersonen of natuurlijke personen, nadat deze personen hun instemming hebben gegeven met de taken inzake medefinanciering en beheer van de vermelde maatregelen.
Art.25. De Watergroep is op haar gronden belast met de uitvoering van maatregelen 1.3.4 en 1.3.5 van het landinrichtingsplan IJsevallei.
Art.26. Aquafin is op haar gronden belast met de uitvoering van de maatregel 2.5.4b van het landinrichtingsplan IJsevallei.
Afdeling 3. - Belasting van privaatrechtelijke rechtspersonen conform artikel 3.3.9 van het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting
Art.27. Natuurpunt Beheer vzw is op haar gronden of gronden in haar beheer belast met de uitvoering van de maatregelen 1.2.5b en 2.4.6a van het landinrichtingsplan IJsevallei.
Art.28. De Vlaamse minister, bevoegd voor de landinrichting en het natuurbehoud, belast de privaatrechtelijke rechtspersonen en de natuurlijke personen met de uitvoering van de maatregel 6.5.2 "Vervangen treinbilzen in tuin door eikenhouten palen" als vermeld in het landinrichtingsplan IJsevallei, nadat deze personen hun instemming hebben gegeven met de taken inzake uitvoering, medefinanciering en beheer van maatregel 6.5.2.
HOOFDSTUK 3. - Bepalingen naar aanleiding van de inzet van inrichtingswerken uit kracht van wet
Art.29. De kadastrale gegevens van de percelen waarop inrichtingswerken uit kracht van wet worden uitgevoerd met de beschrijving van uit te voeren inrichtingswerken uit kracht van wet, zijn opgenomen in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.
HOOFDSTUK 4. - Bepalingen naar aanleiding van de inzet van herverkaveling uit kracht van wet
Art.30. Doordat herverkaveling uit kracht van wet als instrument opgenomen is in het landinrichtingsplan IJsevallei, wordt conform artikel 2.1.36 van het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting de duur van de jachtovereenkomsten die gesloten zijn vanaf de vaststelling van het landinrichtingsplan, van rechtswege beperkt tot de overschrijving van de herverkavelingsakte op het hypotheekkantoor. In bijlage 2 die bij dit besluit is gevoegd, zijn op kaart de kadastrale gegevens vermeld van de percelen waar ten gevolge van een herverkaveling uit kracht van wet de duur van de jachtovereenkomsten wordt beperkt.
HOOFDSTUK 5. - Bepalingen over het recht van voorkoop
Art.31. Een recht van voorkoop is van toepassing binnen de volgende kadastrale secties:
1° Overijse, 1ste afdeling, secties A, B, M en N;
2° Overijse, 2de afdeling, secties F, G en H;
3° Overijse, 3de afdeling, secties I, K en O;
4° Overijse, 4de afdeling, secties C en D;
5° Overijse, 6de afdeling, secties E en L.
Binnen het gebied, vermeld in het eerste lid, geldt het recht van voorkoop, vermeld in artikel 2.1.13 en 2.1.14 van het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting. Het recht van voorkoop geldt voor een termijn van tien jaar die ingaat veertien dagen na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van dit besluit. Het recht van voorkoop moet aangeboden worden aan de Vlaamse Grondenbank.
HOOFDSTUK 6. - Slotbepaling
Art.32. De Vlaamse minister, bevoegd voor de landinrichting en het natuurbehoud, is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGEN.
Art. N.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 25-04-2019, p. 40380)
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 25-04-2019, p. 40381)
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 25-04-2019, p. 40382)
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 25-04-2019, p. 40383)
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 25-04-2019, p. 40384)
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 25-04-2019, p. 40385)
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 25-04-2019, p. 40386)