Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

3 APRIL 2019. - Koninklijk besluit betreffende de vergoeding van de werkingskosten van de FSMA inzake het toezicht op de in België gevestigde beheerders van benchmarks



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Bijdragen verschuldigd aan de FSMA
Art. 2-6
HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding en uitvoering
Art. 7-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° "Benchmarkverordening" : Verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende indices die worden gebruikt als benchmarks voor financiële instrumenten en financiële overeenkomsten of om de prestatie van beleggingsfondsen te meten en tot wijziging van Richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU en Verordening (EU) nr. 596/2014;
  2° "beheerder" : de in België gevestigde natuurlijke of rechtspersoon als bedoeld in artikel 3, paragraaf 1, 6), van de benchmarkverordening;

HOOFDSTUK II. - Bijdragen verschuldigd aan de FSMA
Art.2. De werkingskosten van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten, verkort "FSMA", die voortvloeien uit de uitoefening van haar toezichtsbevoegdheden met betrekking tot de beheerders van benchmarks, worden gedekt door bijdragen die door die beheerders worden betaald.
  Met toepassing van artikel 4 van het koninklijk besluit van 17 mei 2012, wordt het bedrag van de werkingskosten van de FSMA die voortvloeien uit de uitoefening van de in het eerste lid bedoelde bevoegdheden, opgenomen in de begroting goedgekeurd door de Raad van Toezicht met toepassing van artikel 48, § 1, eerste lid, 4°, van de wet van 2 augustus 2002, en afgetrokken van de globale bijdrage als bedoeld in artikel 4 van het koninklijk besluit van 17 mei 2012.

Art.3. De regels over de vaststelling en de inning van de door de beheerders van benchmarks verschuldigde bijdragen worden vastgesteld conform de bepalingen van dit besluit.

Art.4. De volgende bepalingen van het koninklijk besluit van 17 mei 2012 betreffende de vergoeding van de werkingskosten van de FSMA ter uitvoering van artikel 56 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten zijn van toepassing op de vaststelling en de inning van de bijdragen waarop dit besluit van toepassing is:
  1° de artikelen 2 en 3, §§ 2 tot 4;
  2° de artikelen 18, 19, 20 en 21;
  3° artikel 31;
  4° de artikelen 32 tot 35.
  Voor de toepassing van artikel 20 van het koninklijk besluit van 17 mei 2012 worden de beheerders van benchmarks opgenomen in de categorie als bedoeld in paragraaf 1, 7°, van dat artikel.
  De personeelsleden van de FSMA die, krachtens de wet, bijdragen tot de uitoefening van haar toezichtsbevoegdheden, uitgedrukt in voltijdse equivalenten, worden niet in aanmerking genomen bij de berekening van het maximumaantal operationele personeelsleden van de FSMA, uitgedrukt in voltijdse equivalenten, zoals gedefinieerd in artikel 2, 1°, van het koninklijk besluit van 17 mei 2012 betreffende de vergoeding van de werkingskosten van de FSMA.

Art.5. § 1. De beheerder die een aanvraag tot vergunning met toepassing van artikel 34, 1, a), van de benchmarkverordening indient bij de FSMA, betaalt een bijdrage van 50.000 EUR aan de FSMA voor het onderzoek van deze aanvraag.
  Beheert deze beheerder minstens een benchmark die reeds op het moment van de aanvraag tot vergunning is aangemerkt als cruciale benchmark in de zin van artikel 20 van de benchmarkverordening, dan betaalt hij een bijdrage van 500.000 EUR aan de FSMA voor het onderzoek van deze aanvraag.
  § 2. De beheerder die een aanvraag tot registratie als beheerder met toepassing van artikel 34, 1, b), van de benchmarkverordening indient bij de FSMA, betaalt een bijdrage van 6.000 EUR aan de FSMA voor het onderzoek van deze aanvraag.
  § 3. De beheerder die een aanvraag tot registratie als beheerder met toepassing van artikel 34, 1, c) van de benchmarkverordening indient bij de FSMA, betaalt een bijdrage van 2.000 EUR aan de FSMA voor het onderzoek van deze aanvraag.

Art.6. § 1. Voor beheerders die op 1 januari vergund waren in uitvoering van artikel 34, 1, a), van de benchmarkverordening wordt de jaarlijkse bijdrage voor het continu toezicht vastgesteld op 25.000 EUR, indien geen van de door hen beheerde benchmarks op 1 januari is aangemerkt als een cruciale benchmark.
  Voor beheerders die op 1 januari vergund waren in uitvoering van artikel 34, 1, a), van de benchmarkverordening en die minstens een benchmark beheren die op 1 januari is aangemerkt als een cruciale benchmark in de zin van artikel 20 van de benchmarkverordening wordt de jaarlijkse bijdrage voor het continu toezicht vastgesteld op 250.000 EUR.
  § 2. Voor beheerders die op 1 januari geregistreerd waren in uitvoering van artikel 34, 1, b), van de benchmarkverordening wordt de jaarlijkse bijdrage voor het continu toezicht vastgesteld op 3.000 EUR.
  § 3. Voor beheerders die op 1 januari geregistreerd waren in uitvoering van artikel 34, 1, c), van de benchmarkverordening wordt de bijdrage voor het continu toezicht vastgesteld op 1.000 EUR.

HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding en uitvoering
Art.7. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt bekendgemaakt.

Art. 8. De minister bevoegd voor Financiën en de minister bevoegd voor Economie en Consumentenbescherming zijn belast met de uitvoering van dit besluit.