Details





Titel:

3 FEBRUARI 2019. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 41, § 2, en 134, § 2, van de wet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Bepalingen inzake de omvang en de sanitaire voorzieningen van de verblijfsruimten voor gedetineerden
Art. 1-2
HOOFDSTUK 2. - Bepalingen inzake de ruimtes voor gemeenschappelijke activiteiten
Art. 3-4
HOOFDSTUK 3. - Bepalingen inzake omvang en sanitaire voorzieningen van de strafcel
Art. 5-7
HOOFDSTUK 4. - Bepalingen inzake de verlichting, verwarming en verluchting
Art. 8
HOOFDSTUK 5. - Bepalingen inzake het onderhoud
Art. 9
HOOFDSTUK 6. - Bepalingen inzake brandpreventie en -bestrijding
Art. 10
HOOFDSTUK 7. - Overgangsbepaling
Art. 11
HOOFDSTUK 8. - Inwerkingtreding
Art. 12-13



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2005009033 



Uitvoeringsbesluit(en):

2019014179 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Bepalingen inzake de omvang en de sanitaire voorzieningen van de verblijfsruimten voor gedetineerden
Artikel 1. De verblijfsruimte heeft minimaal de volgende vloeroppervlakte :
  - 10 m2 indien ze voorzien is voor 1 gedetineerde;
  - 12 m2 indien ze voorzien is voor 2 gedetineerden
  - 15 m2 indien ze voorzien is voor 3 gedetineerden;
  - 25 m2 indien ze voorzien is voor 4 gedetineerden;
  - 38 m2 indien ze voorzien is voor 5 of 6 gedetineerden.
  De vrije hoogte bedraagt minimaal en overal 2,5 m.
  Op de normen is, wat betreft de vloeroppervlakte en de vrije hoogte, een afwijking van 15% mogelijk.
  De breedte bedraagt minimaal 2 m.
  Elke verblijfsruimte dient te beschikken over een raam met een oppervlakte van minimaal 1 m2, dat de inval van natuurlijk licht en een rechtstreeks buitenzicht toelaat.

Art.2. De verblijfsruimte is minimaal voorzien van een afgescheiden sanitair blok, bestaande uit minimaal een toilet en een lavabo, alsook een douche voor zover oppervlakte en vorm van de cel het mogelijk maken. In geval het een verblijfsruimte voor twee of meer gedetineerden betreft, dient dit sanitair blok volledig afgescheiden te zijn van de rest van de verblijfsruimte.
  Er is ook een oproepsysteem aanwezig, waarvan het signaal op een permanent bereikbare dienst moet toekomen.

HOOFDSTUK 2. - Bepalingen inzake de ruimtes voor gemeenschappelijke activiteiten
Art.3. De ruimtes voor gemeenschappelijke activiteiten hebben een vloer- en raamoppervlakte die aangepast is aan de activiteiten die er plaatsvinden.

Art.4. Elke ruimte voor gemeenschappelijke activiteiten is voorzien van een oproepsysteem, waarvan het signaal op een permanent bereikbare dienst moet toekomen.

HOOFDSTUK 3. - Bepalingen inzake omvang en sanitaire voorzieningen van de strafcel
Art.5. De strafcel heeft :
  1° een vloeroppervlakte van minimaal 10m2;
  2° minimaal en overal een vrije hoogte van 2,5 m;
  Op de normen is, wat betreft de vloeroppervlakte en de vrije hoogte, een afwijking van 15 % mogelijk;
  3° minimaal een breedte van 2 m;
  4° een raam met een oppervlakte van minimaal 1 m2, dat de inval van natuurlijk licht toelaat;
  5° een deur, die enkel van buitenaf afsluitbaar is. In de deur zijn een observatieluikje en een doorgeefluik aangebracht die van buitenaf worden afgeschermd.
  De strafcel wordt opgebouwd uit gemakkelijk te desinfecteren en brandwerende materialen, bestand tegen fysiek geweld.
  De afgesloten strafcel is vanaf de gangzijde in zijn geheel te overzien. De inwendige celhoeken zijn zodanig uitgevoerd dat de gedetineerde zich niet aan het zicht kan onttrekken.

Art.6. De strafcel is uitgerust met een toilet en een lavabo.

Art.7. Elke strafcel is, met het oog op de observatie van de gedetineerde, in overeenstemming met de bepalingen in artikel 137, § 1 van de wet van 2005, uitgerust met een camera, microfoon of enig ander technisch middel.

HOOFDSTUK 4. - Bepalingen inzake de verlichting, verwarming en verluchting
Art.8. § 1. In de ruimten bedoeld in de artikelen 2, 4 en 6 van dit besluit dienen de verlichting en de verluchting, in functie van hun bestemming, in overeenstemming te zijn met de wetgevende en reglementaire bepalingen van toepassing op de regio waarin de gevangenis zich bevindt.
  De verblijfsruimten en de strafcel dienen bovendien te worden voorzien van een van buitenaf bedienbare nachtverlichting waarvan de lichtsterkte het toezicht toelaat, met maximale eerbiediging van de nachtrust van de gedetineerde.
  § 2. Ongeacht de weersomstandigheden en zowel bij nacht als bij dag moeten de verwarmingselementen een minimum omgevingstemperatuur van 18° C kunnen handhaven in elke ruimte waarin een gedetineerde aanwezig kan zijn.

HOOFDSTUK 5. - Bepalingen inzake het onderhoud
Art.9. Elke gevangenis dient te beschikken over een onderhoudsplan dat erin voorziet dat de ruimten bedoeld in de artikelen 2, 4 en 6 van dit besluit, met inbegrip van hun uitrusting, behoorlijk onderhouden worden en ten allen tijde beantwoorden aan de hedendaagse hygiënische en sanitaire vereisten.
  Dit onderhoudsplan dient voorzieningen te bevatten ter preventie en bestrijding van ongedierte en besmettelijke aandoeningen.
  In ieder geval dient elke ruimte waarin een gedetineerde aanwezig kan zijn een minimale reiniging op dagelijkse basis en een grondige (natte) reiniging op wekelijkse basis te krijgen en dient de gedetineerde, voor wat de persoonlijke verblijfsruimte betreft, het nodige materiaal hiervoor ter beschikking te worden gesteld.

HOOFDSTUK 6. - Bepalingen inzake brandpreventie en -bestrijding
Art.10. Alle ruimten dienen wat de uitrusting met het oog op brandpreventie en brandbestrijding betreft, in overeenstemming te zijn met de wetgevende en reglementaire bepalingen van toepassing op de regio waarin de gevangenis zich bevindt.
  In het bijzonder dient de uitrusting van de verblijfsruimten te bestaan uit brandwerend materiaal.

HOOFDSTUK 7. - Overgangsbepaling
Art.11. De op het ogenblik van inwerkingtreding van dit besluit reeds bestaande gevangenissen moeten uiterlijk twintig jaar na deze inwerkingtreding aan de bepalingen van dit besluit aangepast zijn.

HOOFDSTUK 8. - Inwerkingtreding
Art.12. Op de datum van de bekendmaking van dit besluit treden in werking :
  1° de artikelen 41 en 134, § 2 van de wet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden;
  2° dit besluit.

Art. 13. De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.