6 DECEMBER 2018. - Wet houdende wijziging van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agenschap voor Nucleaire controle met betrekking tot de milieueffectbeoordeling(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 16-01-2019 en tekstbijwerking tot 10-05-2019)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Wijzigingsbepalingen
Art. 3-7
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 8-9
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Art. 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Art.2. Deze wet voorziet in de omzetting van de Richtlijn 2014/52/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot wijziging van Richtlijn 2011/92/EU betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten voor wat betreft de ioniserende stralingen.
HOOFDSTUK II. - Wijzigingsbepalingen
Art.3.[1 In artikel 14 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle]1, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 13 december 2017, worden de woorden "Onverminderd de bepalingen van de artikelen 7 en 8" vervangen door de woorden "Onverminderd de bepalingen van Hoofdstuk IIIter en de artikelen 7 en 8".
----------
(1)
Art.4. In artikel 16, § 2, van dezelfde wet wordt de zin "De oplevering vindt plaats vooraleer de radioactieve stoffen die het voorwerp van de vergunning zijn, in de installatie worden ingebracht" vervangen door de zin: "De radioactieve stoffen die het voorwerp van de vergunning zijn, kunnen voorafgaand aan de oplevering in de installatie worden ingebracht, in het enkele geval dat dit noodzakelijk is voor het opstellen van het opleveringsrapport. Hiervan wordt melding gemaakt in het opleveringsrapport. De Koning kan de nadere regels hiervoor bepalen.".
Art.5. In dezelfde wet wordt een artikel 16/1 ingevoegd, luidende:
"Art. 16/1. § 1. De aanvrager kan ter voorbereiding van een vergunningsaanvraag zoals bedoeld in artikel 16, § 1, verzoeken een vooroverleg te organiseren met het Agentschap.
Het vooroverleg beoogt de bespreking met de aanvrager van de eventueel nodig of nuttig geachte projectbijsturingen en indien aangewezen, de procedurele afstemming tussen het Agentschap en de andere betrokken overheden.
Het Agentschap kan op eigen initiatief of op verzoek van de aanvrager, derde belanghebbenden betrekken bij het vooroverleg.
De Koning kan de nadere regels van het vooroverleg bepalen en kan het toepassingsgebied ervan beperken.
§ 2. De Koning bepaalt welke vergoedingen de aanvrager dient te betalen om de kosten van de vereiste onderzoeken en de administratieve kosten ten gevolge van het vooroverleg te dekken.".
Art.6. In dezelfde wet wordt een hoofdstuk IIIter ingevoegd, dat artikelen 27/3 tot 27/10 bevat, luidende:
"Hoofdstuk IIIter: Milieueffectbeoordeling
Art. 27/3. Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
- project:
a) de uitvoering van bouwwerken of de totstandbrenging van andere installaties of werken;
b) andere ingrepen in natuurlijk milieu of landschap;
- vergunning: het besluit van de bevoegde overheid waardoor de opdrachtgever het recht verkrijgt om het project uit te voeren;
- opdrachtgever: de aanvrager van een vergunning voor een particulier project of de overheidsinstantie die het initiatief tot een project neemt;
- milieueffectbeoordeling: een proces bestaande uit:
a) het opstellen van een milieueffectbeoordelingsrapport door de opdrachtgever;
b) de uitvoering van de raadplegingen zoals bedoeld in artikel 27/5, §§ 6 tot 8 en artikel 27/6, § 5;
c) het onderzoek van de in het milieueffectbeoordelingsrapport voorgestelde informatie en, in voorkomend geval, van alle aanvullende informatie die de persoon bedoeld in artikel 27/9, § 1, of de opdrachtgever verstrekt overeenkomstig artikel 27/9, § 4 en van alle relevante informatie verkregen in het kader van de raadplegingen bedoeld in artikel 27/5, § § 6 tot 8 en artikel 27/6, § 5;
d) de gemotiveerde conclusie inzake de aanzienlijke effecten van het project op het milieu, waarbij rekening wordt gehouden met de resultaten van het onderzoek als bedoeld onder c) en, indien van toepassing, het eigen aanvullend onderzoek in de zin van artikel 27/9, § 4, en
e) de integratie van de gemotiveerde conclusie, bedoeld in d), in de vergunning.
- betrokken publiek: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die gevolgen ondervindt of waarschijnlijk ondervindt van of belanghebbende is bij de milieueffectbesluitvormingsprocedure;
- milieueffectbeoordelingsrapport: een document dat, van een voorgenomen project en van de redelijkerwijze in beschouwing te nemen alternatieven, de te verwachten directe en indirecte gevolgen voor mens en milieu op het vlak van ioniserende stralingen analyseert en evalueert, en aangeeft hoe de aanzienlijke milieueffecten vermeden, beperkt, verholpen of gecompenseerd kunnen worden;
- scopingadvies: een advies over de reikwijdte en het detailleringsniveau van de door de opdrachtgever in het milieueffectbeoordelingsrapport op te nemen milieu-informatie.
Art. 27/4. § 1. Projecten die een aanzienlijk milieueffect kunnen hebben, onder meer gezien hun aard, omvang of ligging, worden, alvorens een vergunning wordt verleend en onder toezicht van het Agentschap, onderworpen aan een milieueffectbeoordeling inzake ioniserende stralingen.
De milieueffectbeoordeling identificeert, beschrijft en beoordeelt de effecten inzake ioniserende stralingen geval per geval op de volgende factoren:
a) de bevolking en de menselijke gezondheid;
b) de biodiversiteit, met bijzondere aandacht voor de door de Europese regelgeving beschermde soorten en habitats;
c) land, bodem, water, lucht en klimaat;
d) materiële goederen, het cultureel erfgoed en het landschap;
e) de samenhang tussen de in de bepalingen onder a) tot d) bedoelde factoren.
Deze beoordeling omvat tevens de effecten, die voortvloeien uit de kwetsbaarheid van het project voor relevante risico's op zware ongevallen en/of rampen.
§ 2. De Koning bepaalt welke projecten worden onderworpen aan een milieueffectbeoordelingsrapport en de projecten voor dewelke de opmaak van een screeningsnota is vereist. De screeningsnota wordt opgesteld overeenkomstig een door de Koning vastgesteld modelformulier.
Art. 27/5. § 1. De opdrachtgever voegt voor een project dat door de Koning overeenkomstig artikel 27/4, § 2, is aangewezen als onderworpen aan een milieueffectbeoordelingsrapport, op straffe van onvolledigheid van zijn vergunningsaanvraag, aan zijn vergunningsaanvraag toe:
- hetzij een ontwerp van milieueffectbeoordelingsrapport indien toepassing wordt gemaakt van de procedure, zoals bedoeld in § 8;
- hetzij een reeds door het Agentschap goedgekeurd milieueffectbeoordelingsrapport indien de aanvrager gebruik maakt van de keuzemogelijkheid die is vervat in artikel 27/6, § 1.
In voorkomend geval beschikt de opdrachtgever over een termijn van 30 dagen te rekenen vanaf de mededeling dat de aanvraag onvolledig is, om zijn aanvraag te vervolledigen, bij gebreke waarvan de aanvraag onontvankelijk wordt verklaard.
§ 2. De opdrachtgever voegt voor elk project dat door de Koning overeenkomstig artikel 27/4, § 2, onderworpen is aan de opmaak van een screeningsnota, op straffe van onvolledigheid van zijn vergunningsaanvraag, een screeningsnota toe aan zijn vergunningsaanvraag.
In voorkomend geval beschikt de opdrachtgever over een termijn van 30 dagen om zijn aanvraag te vervolledigen, bij gebreke waarvan de aanvraag onontvankelijk wordt verklaard.
§ 3. Het milieueffectbeoordelingsrapport wordt opgesteld op initiatief en op kosten van de opdrachtgever, volgens de door de Koning bepaalde nadere regels en bevat minstens de informatie bepaald door de Koning.
§ 4. Indien de opdrachtgever hierom verzoekt, brengt het Agentschap, voorafgaand aan de opmaak van het milieueffectbeoordelingsrapport, een scopingadvies uit. Het verzoek van de opdrachtgever vermeldt minstens de specifieke kenmerken van het project en de te verwachten milieueffecten ervan.
§ 5. De Koning bepaalt de nadere regels inzake de inhoud van het scopingadvies en de doorwerking ervan in het kader van de verdere procedure.
§ 6. Indien het Agentschap van oordeel is dat een project mogelijks aanzienlijke effecten inzake ioniserende stralingen kan hebben voor mens of milieu in andere lidstaten van de Europese Unie en/of in verdragspartijen bij het Verdrag inzake milieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband ondertekend te Espoo op 25 februari 1991 en/of in andere gewesten, of als de bevoegde autoriteiten van deze lidstaten, verdragspartijen en/of gewesten daarom verzoeken, bezorgt het Agentschap aan de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten, verdragspartijen en/of gewesten naar gelang het geval de volgende informatie:
a) een afschrift van het gemotiveerd verzoek bedoeld in § 4;
b) het ontwerp van milieueffectbeoordelingsrapport, bedoeld in § 8 en artikel 27/6, § 1.
In elk geval bevat deze de informatie over de aard van het project waarvoor de vergunning wordt aangevraagd.
Het Agentschap vermeldt steeds de termijn waarbinnen de bevoegde autoriteiten hun bezwaren en opmerkingen aan het Agentschap kunnen meedelen. Deze termijn bedraagt ten minste dertig kalenderdagen te rekenen vanaf de ontvangst van het afschrift van het verzoek. Indien het Agentschap binnen de door haar verleende termijn geen bezwaren en/of opmerkingen ontvangt van de betrokken autoriteiten, mag aan de vereiste van inspraak van het publiek voorbij worden gegaan.
Het Agentschap houdt rekening met de resultaten van deze inspraak van het publiek wanneer zij het ontwerp van milieueffectbeoordelingsrapport beoordeelt overeenkomstig § 9 en artikel 27/6, § 2.
De Koning stelt bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad de nadere regels vast betreffende de wijze waarop de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, verdragspartijen en/of gewesten, bedoeld in het eerste lid, hun bezwaren en opmerkingen op het goedgekeurde of ontwerp milieueffectbeoordelingsrapport en het voorgenomen project kunnen meedelen en betreffende de wijze waarop hierover overleg wordt gepleegd.
§ 7. Het Agentschap verzoekt de betrokken overheden en instanties om een advies te verlenen over de inhoud van het ontwerp van milieueffectbeoordelingsrapport in het kader van het scopingadvies, bedoeld in § 4 en in het kader van het openbaar onderzoek, bedoeld in § 8 en artikel 27/6, § 1.
Het Agentschap houdt rekening met de resultaten van deze advisering wanneer zij het ontwerp van milieueffectbeoordelingsrapport beoordeelt overeenkomstig § 9 en artikel 27/6, § 2.
De Koning stelt de lijst van de te raadplegen overheden en instanties evenals de nadere procedureregels voor deze advisering vast.
§ 8. De opdrachtgever dient desgevallend zijn vergunningsaanvraag, met inbegrip van een ontwerp van milieueffectbeoordelingsrapport, in bij het Agentschap met het oog op de behandeling ervan. De Koning bepaalt de nadere regels van deze indiening.
Het Agentschap onderwerpt de vergunningsaanvraag, met inbegrip van het ontwerp van milieueffectbeoordelingsrapport, aan een openbaar onderzoek. Tijdens het openbaar onderzoek kan het betrokken publiek schriftelijk bezwaren en opmerkingen formuleren.
Onverminderd de toepassing van artikel 2bis wordt in het kader van het openbaar onderzoek de informatie bedoeld in § 1 ter beschikking gesteld van het publiek. Tevens wordt het publiek ervan in kennis gesteld of de procedure bedoeld in § 6 al dan niet van toepassing is.
De Koning bepaalt de nadere regels betreffende de organisatie van het openbaar onderzoek.
§ 9. Het Agentschap bezorgt haar beslissing betreffende de goed- of afkeuring van het ontwerp van milieueffectbeoordelingsrapport binnen een termijn van 60 dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van de resultaten van het openbaar onderzoek, aan:
a) de opdrachtgever, door betekening;
b) de betrokken overheden en instanties bedoeld in § 7;
c) in voorkomend geval de bevoegde autoriteiten, bedoeld in § 6;
d) de overheid die een beslissing over de vergunningsaanvraag voor het project zal nemen.
Het Agentschap keurt het ontwerp van milieueffectbeoordelingsrapport af indien de bevraging, bedoeld in §§ 6 en 7 of de opmerkingen en bezwaren die tijdens het openbaar onderzoek zijn ingediend nopen tot een essentiële wijziging van het ontwerp van milieueffectbeoordelingsrapport.
Als het Agentschap het milieueffectbeoordelingsrapport afkeurt, wordt de vergunningsprocedure van rechtswege stopgezet.
De in het eerste lid bedoelde termijn kan door het Agentschap eenmalig worden verlengd met maximaal 60 dagen indien uitzonderlijke omstandigheden dit noodzaken, bijvoorbeeld afhankelijk van de aard, de complexiteit, de locatie of de omvang van het project. Het Agentschap stelt de opdrachtgever in kennis van de verlenging en maakt melding van de bijkomende termijn.
Art. 27/6. § 1. In afwijking op hetgeen is bepaald in artikel 27/5 § 8, beschikt de opdrachtgever over de mogelijkheid om, voorafgaand aan zijn vergunningsaanvraag, de organisatie van een openbaar onderzoek betreffende het ontwerp van milieueffectbeoordelingsrapport te verzoeken. Deze mogelijkheid geldt enkel voor vergunningsaanvragen voor projecten die door de Koning zijn aangeduid als een vergunningsplichtige inrichting klasse 1.
Indien hij toepassing wenst te maken van deze keuzemogelijkheid, dient de opdrachtgever het ontwerp van milieueffectbeoordelingsrapport in bij het Agentschap met het oog op de goedkeuring ervan. De nadere regels van deze indiening worden door de Koning bepaald.
Het Agentschap onderwerpt dit ontwerp van milieueffectbeoordelingsrapport aan een openbaar onderzoek vooraleer zij het ontwerp beoordeelt overeenkomstig § 2. Tijdens het openbaar onderzoek kan het betrokken publiek schriftelijk bezwaren en opmerkingen formuleren.
Onverminderd de toepassing van artikel 2bis wordt in het kader van het openbaar onderzoek de informatie bedoeld in artikel 27/5, § 1 ter beschikking gesteld aan het publiek. Tevens wordt het publiek ervan in kennis gesteld of de procedure bedoeld in artikel 27/5, § 6 al dan niet van toepassing is.
De Koning bepaalt de nadere regels betreffende de organisatie van het openbaar onderzoek.
§ 2. Het Agentschap bezorgt haar beslissing betreffende de goed- of afkeuring van het ontwerp van milieueffectbeoordelingsrapport binnen een termijn van 60 dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van de resultaten van het openbaar onderzoek, aan:
a) de opdrachtgever, door betekening;
b) de betrokken overheden en instanties bedoeld in artikel 27/5, § 7;
c) in voorkomend geval de bevoegde autoriteiten, bedoeld in artikel 27/5, § 6.
Het Agentschap keurt het ontwerp van milieueffectbeoordelingsrapport af indien de bevraging, bedoeld in artikel 27/5, § § 6 en 7 of de opmerkingen en bezwaren die tijdens het openbaar onderzoek zijn ingediend nopen tot een essentiële wijziging van het ontwerp van milieueffectbeoordelingsrapport.
De in het eerste lid bedoelde termijn kan door het Agentschap eenmalig worden verlengd met maximaal 60 dagen indien uitzonderlijke omstandigheden dit noodzaken, bijvoorbeeld afhankelijk van de aard, de complexiteit, de locatie of de omvang van het project. Het Agentschap stelt de opdrachtgever in kennis van de verlenging en maakt melding van de bijkomende termijn.
§ 3. De Koning stelt nadere regels vast betreffende de wijze waarop de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, verdragspartijen en/of gewesten, bedoeld in artikel 27/5, § 6, hun bezwaren en opmerkingen op het goedgekeurde milieueffectbeoordelingsrapport en het voorgenomen project kunnen meedelen en betreffende de wijze waarop hierover overleg wordt gepleegd.
§ 4. Vanaf de betekening van de goedkeuringsbeslissing, bedoeld in § 2, en onverminderd artikel 2bis, liggen het milieueffectbeoordelingsrapport en de goedkeuringsbeslissing ter inzage bij het Agentschap.
§ 5. In het kader van de vergunningsprocedure ziet het Agentschap toe op de organisatie van een openbaar onderzoek betreffende de vergunningsaanvraag. Het openbaar onderzoek heeft in elk geval betrekking op het goedgekeurd milieueffectbeoordelingsrapport, bedoeld in § 1, en/of de screeningsnota, bedoeld in artikel 27/4, § 2.
Tijdens het openbaar onderzoek kan het betrokken publiek schriftelijk bezwaren en opmerkingen formuleren. Deze bezwaren en opmerkingen kunnen evenwel geen betrekking hebben op de inhoudsafbakening, de inhoud en de detaillering van een reeds definitief goedgekeurd milieueffectbeoordelingsrapport voor zover een openbaar onderzoek plaatsvond, zoals bedoeld in § 1.
In het kader van het openbaar onderzoek wordt onverminderd de toepassing van artikel 2bis de informatie bedoeld in artikel 27/5, § 1, ter beschikking gesteld van het publiek. Tevens wordt het publiek ervan in kennis gesteld of de procedure bedoeld in artikel 27/5, § 6 al dan niet van toepassing is.
In geval van toepassing van artikel 27/5, § 6 worden de hierin bedoelde overheden en instanties op de hoogte gebracht van dit openbaar onderzoek.
De Koning bepaalt de nadere regels betreffende de organisatie van het openbaar onderzoek.
Art. 27/7. § 1. De bevoegde overheid voor het verlenen van vergunningen, houdt op met redenen omklede wijze rekening met de resultaten van de milieueffectenbeoordeling, de aanvullende informatie bedoeld in artikel 27/9, § 4 evenals met de resultaten van de onder dit hoofdstuk voorziene advisering en openbare onderzoek(en). De bevoegde overheid wint in het kader van de vergunningsprocedure alleszins het advies in van de betrokken overheden en instanties, bedoeld in artikel 27/5, § 7.
§ 2. De betrokken overheden en instanties, bedoeld in artikel 27/5, § 7, verlenen in het kader van de vergunningsprocedure een advies over de vergunningsaanvraag in zijn geheel, met inbegrip van het milieueffectbeoordelingsrapport. Zij verlenen hun advies binnen een termijn die niet korter mag zijn dan de duurtijd van het openbaar onderzoek. Bij gebrek aan een advies binnen deze termijn, mag aan de adviesvereiste worden voorbijgegaan.
De Koning bepaalt de nadere regels inzake de advisering, bedoeld in het eerste lid.
§ 3. De vergunning vermeldt desgevallend de in acht te nemen monitoringsmaatregelen.
De Koning bepaalt de nadere regels inzake monitoring.
Art. 27/8. § 1. Het Agentschap kan in uitzonderlijke gevallen en op met redenen omkleed verzoek van de opdrachtgever voor een bepaald project een vrijstelling verlenen van de bepalingen inzake de milieueffectbeoordeling indien de toepassing van deze bepalingen negatieve gevolgen zou hebben voor het doel van het project, mits aan de doelstellingen van de milieueffectbeoordeling wordt voldaan. In dit geval:
a) gaat het Agentschap na of er geen andere vorm van beoordeling geschikt is;
b) stelt het Agentschap, onverminderd artikel 2bis, de gegevens die zijn verzameld door andere vormen van beoordeling zoals bedoeld onder a), alsmede de gegevens over en de redenen van de vrijstelling ter beschikking van het publiek.
De Koning bepaalt de inhoud van het met redenen omklede verzoek, bedoeld in het eerste lid.
§ 2. In andere gevallen dan dewelke bedoeld in § 1, kan het Agentschap een project of een onderdeel ervan, op met redenen omkleed verzoek van de opdrachtgever, vrijstellen van de bepalingen inzake de milieueffectbeoordeling op voorwaarde dat dit project of de onderdelen ervan uitsluitend de respons op civiele noodsituaties of defensie tot doel hebben en het Agentschap oordeelt dat de toepassing van de bepalingen inzake de milieueffectbeoordeling nadelige gevolgen zou hebben voor het doel van het project.
De Koning bepaalt de inhoud van het met redenen omklede verzoek, bedoeld in het eerste lid.
§ 3. De vrijstelling, bedoeld in §§ 1 en 2, wordt verleend voor een beperkte duur. Zij vervalt als het project niet wordt aangevangen binnen de termijn. Die termijn mag in geen geval langer zijn dan vier jaar.
§ 4. Het Agentschap kan aan de vrijstellingen, bedoeld in dit artikel, tevens voorwaarden verbinden. De vrijstellingsbeslissing wordt bekendgemaakt, ter inzage gelegd bij het Agentschap en aan de opdrachtgever betekend.
De opdrachtgever die een vrijstelling, bedoeld in dit artikel, bekomt, voegt de vrijstellingsbeslissing bij zijn vergunningsaanvraag.
Art. 27/9. § 1. Het milieueffectbeoordelingsrapport, wordt opgemaakt door de personen die daartoe werden erkend door het Agentschap.
§ 2. De Koning stelt de criteria voor de erkenning vast.
De Koning regelt bij koninklijk besluit, na advies van het Agentschap, de procedure tot toekenning en intrekking van deze erkenningen en de regels die ertoe strekken om de objectiviteit te verzekeren van de erkende personen bij het vervullen van hun taken. De erkende personen mogen geen belang hebben bij het voorgenomen project of de alternatieven, noch betrokken worden bij de latere uitvoering van het project. Ze voeren hun opdracht volledig onafhankelijk uit.
Iedere erkenning wordt verleend voor een duur van 5 jaar, die telkens hernieuwbaar is voor een maximum termijn van 5 jaar.
§ 3. Tijdens het opstellen van het milieueffectbeoordelingsrapport overleggen de personen bedoeld in § 1 met het Agentschap.
§ 4. Het Agentschap kan zowel de personen bedoeld in § 1 als de opdrachtgever verzoeken om aanvullende informatie die rechtstreeks ter zake doend is om te komen tot een gemotiveerde conclusie inzake de mogelijke aanzienlijke effecten van het project.
Art. 27/10. § 1. De Koning stelt de nadere regels vast in verband met de procedure, de inhoud, de voorwaarden en de vorm waaraan de in dit hoofdstuk bedoelde milieueffectbeoordelingsrapport en milieueffectbeoordeling dienen te voldoen.
§ 2. De Koning bepaalt welke vergoedingen de opdrachtgever dient te betalen om de kosten van de in dit hoofdstuk vereiste onderzoeken en de administratieve kosten te dekken.".
Art.7. Artikel 31, § 1, eerste lid, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 13 december 2017, wordt aangevuld met de bepalingen onder 7° en 8°, luidende:
"7° de vergoedingen bedoeld in artikel 16/1, § 2; 8° de vergoedingen bedoeld in artikel 27/10, § 2.".
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art.8. De bepalingen van deze wet zijn van toepassing op de vergunningsaanvragen die worden ingediend na inwerkingtreding van deze wet.
Art. 9. Deze wet treedt in werking de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.