Details





Titel:

14 OKTOBER 2018. - Bijzondere wet tot wijziging, wat de cumulatie van mandaten betreft, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen en de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1980080801  1989021006 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art.2. In artikel 31ter van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, ingevoegd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993 en laatstelijk gewijzigd bij de bijzondere wet van 6 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° paragraaf 1bis, tweede lid, wordt aangevuld met de volgende zin :
  "De vergoedingen, wedden of presentiegelden van bijzondere functies, zoals vastgesteld door het reglement van het Parlement, worden eveneens in aanmerking genomen voor de berekening van het bedrag.";
  2° een paragraaf 1ter wordt ingevoegd, luidende :
  " § 1ter. De voorzitter van het Parlement is niet onderworpen aan paragraaf 1bis.".

Art.3. Artikel 25, § 1bis, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, ingevoegd bij de bijzondere wet van 4 mei 1999 en gewijzigd bij de bijzondere wet van 27 maart 2006, wordt vervangen als volgt :
  " § 1bis. Het bedrag van de vergoedingen, wedden of presentiegelden, ontvangen als bezoldiging voor de door het lid van het Parlement naast zijn parlementair mandaat uitgeoefende activiteiten, mag de helft van het bedrag van de met toepassing van paragraaf 1 toegekende vergoeding niet overschrijden.
  Voor de berekening van dat bedrag komen in aanmerking de vergoedingen, wedden of presentiegelden voortvloeiend uit de uitoefening van een openbaar mandaat, openbare functie of openbaar ambt van politieke aard. Daaronder vallen onder meer de vergoedingen rechtstreeks of onrechtstreeks ontvangen ingevolge de uitoefening van functies in raden van bestuur, de adviesraden en de directiecomités :
  a) van de intercommunale en interprovinciale verenigingen;
  b) van de rechtspersonen waarop een overheid of verschillende overheden samen rechtstreeks of onrechtstreeks een overheersende invloed uitoefenen :
  - door ofwel met deze rechtspersonen een beheerscontract of bestuursovereenkomst af te sluiten;
  - door ofwel, rechtstreeks of onrechtstreeks, meer dan de helft van de leden van het bestuurs-, beheers-, of directieorgaan aan te wijzen of door een of meerdere personen aan te wijzen die het toezicht in hun midden moeten uitoefenen;
  - door ofwel, rechtstreeks of onrechtstreeks, de meerderheid van het geplaatst kapitaal te bezitten;
  - door ofwel, rechtstreeks of onrechtstreeks, te beschikken over de meerderheid van de stemmen verbonden aan de door de rechtspersoon uitgegeven aandelen;
  c) van rechtspersonen waarin het parlementslid door een beslissing van een overheid deel uitmaakt van de raad van bestuur, de adviesraad of het directiecomité.
  De vergoedingen, wedden of presentiegelden voortvloeiend uit de uitoefening van bijzondere functies zoals vastgesteld door het reglement van het Parlement, van de verenigde vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, van de vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie of van de vergadering van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, worden eveneens in aanmerking genomen voor de berekening van het bedrag.
  Zo het in het eerste lid vastgestelde plafond wordt overschreden, wordt de in paragraaf 1 vastgestelde vergoeding verminderd, behalve wanneer het mandaat van lid van het Parlement wordt gecumuleerd met een mandaat van burgemeester, schepen of voorzitter van een raad voor maatschappelijk welzijn. In dat geval wordt de wedde van burgemeester, schepen of voorzitter van een raad voor maatschappelijk welzijn verminderd.
  Nemen de in het eerste en tweede lid vermelde activiteiten een aanvang of een einde tijdens de duur van het parlementair mandaat, dan brengt het lid de parlementsvoorzitter daarvan op de hoogte.
  Het reglement van het Parlement stelt nadere regels voor de uitvoering van deze bepalingen.
  De bepalingen van deze paragraaf zijn niet van toepassing op de voorzitter van het Parlement, van de verenigde vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, van de vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie of van de vergadering van de Vlaamse Gemeenschapscommissie.".

Art. 4. Deze wet treedt in werking bij de eerstvolgende algehele vernieuwing van de Kamer van volksvertegenwoordigers na de bekendmaking van deze wet in het Belgisch Staatsblad.