Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

14 MEI 2018. - Ministerieel besluit waarbij de voorwaarden voor de uitvoering van een stikstofbalans bij uitscheiding worden vastgesteld voor varkens- en pluimveebedrijven overeenkomstig artikel R.226 van het Waterwetboek



Inhoudstafel:


Art. 1-2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Wanneer een producent kiest voor de berekening van de organische stikstof voortgebracht in zijn exploitatie op grond van een stikstofbalans bij uitscheiding, die het verschil vormt tussen de opgenomen stikstof en de stikstof vervat in de dierlijke producties, wordt de berekening gebaseerd op de volgende regressierechten voor alle dieren van de betrokken categorie :


Diercategorie Stikstofuitscheiding (kg/dier/jaar)
Biggen met een gewicht van 7 tot 20 kg Y = 0,0996 X - 1,3218
Andere varkens met een gewicht van 20 tot 110 kg Y = 0,1347 X - 4,4181
Andere varkens > 110 kg Y = 0,1599 X - 5,5152
Zeugen, biggen inbegrepen < 7 kg Y = 0,1599 X - 5,5152
Beren Y = 0,1599 X - 5,5152
Legkippen Y = 0,1496 X - 0,2455
(Groot)ouderdieren legkippen Y = 0,1548 X - 0,2305
Opfokkippen van legkippen Y = 0,1492 X - 0,1149
Slachtkuikens Y = 0,1541 X - 0,5283
Slachtkuikenouderdieren Y = 0,1517 X - 0,1918
Opfokkippen van slachtkuikenouderdieren Y = 0,1571 X - 0,1705
Waar Y = de productie (in kg) van stikstof per dier en per jaar en X = het verbruik (in kg) van ruw eiwit (RE) per dier en per.
  De verkregen productie stikstof wordt afgetrokken van een factor voor gasverliezen ten opzichte van de afgescheiden stikstof, berekend naar rato van de hoeveelheden uitwerpselen in de verschillende logiescategorieën.
  De verliezen, uitgedrukt in procent, zijn de volgende :


Diercategorie Logiescategorie Percentage verlies
Varkens
  
Op stalstro 70 %
 Op roostervloer 30 %
  
 Open lucht 35 %
Pluimvee Op stalstro 46 %
 Zonder stalstro 19 %
  
 Open lucht 19 %
Art. 2. § 1. De gegevens gebruikt voor de berekening bedoeld in artikel 1 worden geverifieerd door middel van de consumptie- of voedselconsumptie-indexcijfers. De consumptie-indexcijfers stemmen overeen met de totale hoeveelheid voederopname per jaar gedeeld door de totale toename van het levend gewicht per jaar.
  § 2. De consumptie-indexcijfers kunnen niet lager zijn dan de volgende waarden :


Diercategorie Consumptie-indexcijfer
Biggen met een gewicht van minder dan 20 kg 1.6
Varkens van 20 tot 110 kg 2,6
Slachtkuikens 1,56
Kippetjes van slachtkuikenouderdieren 3,94
Legkippetjes 4,19
§ 3. Voor zeugen en beren, is het gewicht van geconsumeerd voedsel niet lager dan 1 200 kg per jaar.
  De hoeveelheid ruw eiwitopname per dier tot de afkeuring ervan is niet lager dan 6,68kg voor legkippen en 6,2 kg voor ouderdieren vleeskippen.
  § 4. In afwijking van de § 2 en 3, kunnen waarden voor de consumptie- of voedselconsumptie-indexcijfers worden aanvaard die lager zijn dan de bovenvermelde waarden indien behoorlijk verantwoord door de Begeleidingsstructuur.