Details





Titel:

19 JULI 2018. - Koninklijk besluit tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de bepalingen van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden, met betrekking tot het toezicht en de afhandeling van klachten en bezwaar, en tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 mei 1965 houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 24-07-2018 en tekstbijwerking tot 17-09-2019)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 21 mei 1965 houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen
Art. 1-3
HOOFDSTUK 1. [1 Overgangsbepaling]1
Art. 3/1
HOOFDSTUK 2. - Inwerkingtredingen van de bepalingen van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden, met betrekking tot het toezicht en de afhandeling van klachten en bezwaar
Art. 4-7
HOOFDSTUK 3. - Slotbepaling
Art. 8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1965052101  2005009033 



Uitvoeringsbesluit(en):

2018014054  2019014502 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 21 mei 1965 houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen
Artikel 1. In het koninklijk besluit van 21 mei 1965 houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen worden de volgende artikelen opgeheven op 1 januari 2019:
  1° artikel 129, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 september 2005;
  2° artikel 130, vervangen bij het koninklijk besluit van 4 april 2003;
  3° de artikelen 131 en 132, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 september 2005;
  4° de artikelen 133 en 134, vervangen bij het koninklijk besluit van 4 april 2003 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 september 2005;
  5° de artikelen 134bis, 134ter en 134quater, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 29 september 2005;
  6° artikel 135, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 september 2005;
  7° artikel 135bis, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 29 september 2005;
  8° artikel 136, vervangen bij het koninklijk besluit van 4 april 2003 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 september 2005;
  9° artikel 137, vervangen bij het koninklijk besluit van 4 april 2003 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 december 2006.

Art.2. Artikel 138 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 4 april 2003 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 september 2005, wordt opgeheven op 1 april 2019.

Art.3. In hetzelfde besluit, worden de volgende artikelen opgeheven op 1 september 2019:
  1° artikel 138bis, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 4 april 2003;
  2° artikel 138ter, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 4 april 2003 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 september 2005;
  3° artikel 138quater, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 4 april 2003, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 september 2005 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 december 2006;
  4° artikel 138quinquies, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 4 april 2003 en vervangen bij het koninklijk besluit van 29 september 2005;
  5° artikel 138sexies, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 4 april 2003 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 september 2005;
  6° artikel 138septies, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 4 april 2003 en vervangen bij het koninklijk besluit van 29 september 2005;
  7° de artikelen 138octies en 138nonies, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 4 april 2003 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 september 2005;
  8° artikel 138decies, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 4 april 2003 en vervangen bij het koninklijk besluit van 29 september 2005.

HOOFDSTUK 1. [1 Overgangsbepaling]1   ----------   (1)
Art.3/1. [1 In afwijking van de artikelen 138quinquies, § 2, en 138sexies, § 1, van het koninklijk besluit van 21 mei 1965 houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen, blijven de leden van de commissies van toezicht van wie het mandaat afloopt na de datum van inwerkingtreding van dit artikel, hun mandaat verder uitoefenen tot 31 augustus 2019.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2018-09-27/01, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 03-08-2018>


HOOFDSTUK 2. - Inwerkingtredingen van de bepalingen van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden, met betrekking tot het toezicht en de afhandeling van klachten en bezwaar
Art.4. De volgende artikelen van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden treden in werking op 1 januari 2019:
  1° artikel 20;
  2° de artikelen 21, 22 en 23, vervangen bij de wet van 25 december 2016;
  3° artikel 24, vervangen bij de wet van 25 december 2016 en gewijzigd bij de wet van 11 juli 2018;
  4° artikel 25/1, ingevoegd bij de wet van 25 december 2016 en gewijzigd bij de wet van 11 juli 2018;
  5° artikel 25/3, ingevoegd bij de wet van 25 december 2016 en vervangen bij de wet van 11 juli 2018.

Art.5. Artikel 25 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 25 december 2016 en gewijzigd bij de wet van 11 juli 2018, treedt in werking op 1 april 2019.

Art.6. De volgende artikelen van dezelfde wet treden in werking op 1 september 2019:
  1° de artikelen 26 en 27, vervangen bij de wet van 25 december 2016;
  2° de artikelen 28, 29 en 30, vervangen bij de wet van 25 december 2016 en gewijzigd bij de wet van 11 juli 2018;
  3° artikel 31/1, ingevoegd bij de wet van 25 december 2016 en vervangen bij de wet van 11 juli 2018.

Art.7.[1 De volgende artikelen van dezelfde wet treden in werking op 1 oktober 2020:
   1° artikel 18, § 2 ;
   2° artikel 25/2, ingevoegd bij de wet van 25 december 2016;
   3° artikel 31, vervangen bij de wet van 25 december 2016 en gewijzigd bij de wet van 11 juli 2018 ;
   4° artikel 118, § 10, ingevoegd bij de wet van 23 december 2005;
   5° de artikelen 147 en 148, gewijzigd bij de wet van 25 december 2016;
   6° artikel 149;
   7° artikel 150, gewijzigd bij de wet van 25 december 2016;
   8° artikel 151;
   9° artikel 152, gewijzigd bij de wet van 23 december 2005;
   10° artikel 153, gewijzigd bij de wet van 25 december 2016;
   11° artikel 154;
   12° de artikelen 155, 156 en 157, gewijzigd bij de wet van 25 december 2016;
   13° de artikelen 158, 159 en 160;
   14° de artikelen 161 en 162, gewijzigd bij de wet van 25 december 2016;
   15° artikel 163;
   16° artikel 164, gewijzigd bij de wet van 25 december 2016;
   17° artikel 165, gewijzigd bij de wet van 23 december 2005;
   18° artikel 166, gewijzigd bij de wet van 25 december 2016.]1
  ----------
  (1)<KB 2019-09-11/02, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 27-09-2019>

HOOFDSTUK 3. - Slotbepaling
Art. 8. De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.