Details





Titel:

29 MAART 2018. - Wet tot registratie van de dienstenverleners aan vennootschappen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 02-05-2018 en tekstbijwerking tot 21-03-2024)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen
Art. 1-2
HOOFDSTUK 2. - Definities en toepassingsgebied
Art. 3-5
HOOFDSTUK 3. - Registratie van de dienstenverleners aan vennootschappen
Afdeling 1. - Voorwaarden van registratie en van uitoefening van de activiteit van dienstenverlener aan vennootschappen
Art. 6-8
Afdeling 2. - Intrekking van de registratie
Art. 9
HOOFDSTUK 4. - Controle en sancties
Art. 10, 10/1, 10/2, 10/3, 11, 11/1, 11/2
HOOFDSTUK 5. - Bepaling tot wijziging van de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten
Art. 12
HOOFDSTUK 6. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 13-14



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2017013368 





Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art.2. Deze wet voorziet in de omzetting van artikel 3, punt 7), en in de gedeeltelijke omzetting van artikel 47 van richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie.

HOOFDSTUK 2. - Definities en toepassingsgebied
Art.3. Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder:
  1° "dienstenverlener aan vennootschappen": elke natuurlijke of rechtspersoon die beroepsmatig een van de volgende diensten aan derden aanbiedt:
  a) deelnemen aan de aan- of verkoop van aandelen van een vennootschap met uitzondering van deze van een beursgenoteerde vennootschap;
  b) een maatschappelijke zetel aan een onderneming, een rechtspersoon of een soortgelijke juridische constructie verschaffen;
  c) een bedrijfs-, administratief of correspondentieadres en andere daarmee samenhangende diensten verschaffen aan een onderneming, een rechtspersoon of een soortgelijke juridische constructie;
  2° "uiteindelijke begunstigde": de uiteindelijke begunstigde bedoeld in artikel 4, 27°, van de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten;
  3° "FOD Economie": de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie;
  4° "richtlijn 2015/849": richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie.

Art.4. Deze wet is van toepassing op de natuurlijke en rechtspersonen, andere dan deze bedoeld in artikel 5, § 1, 1° tot 28° en 30° tot 33°, van de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten, die een activiteit uitoefenen bedoeld in artikel 3, 1°.

Art.5. De Koning kan, na advies van de Cel voor Financiële Informatieverwerking en in overeenstemming met de Richtlijn 2015/849, de lijst van diensten bedoeld in artikel 3, 1°, aanpassen met een in Ministerraad overlegd besluit.

HOOFDSTUK 3. - Registratie van de dienstenverleners aan vennootschappen
Afdeling 1. - Voorwaarden van registratie en van uitoefening van de activiteit van dienstenverlener aan vennootschappen
Art.6. § 1. Ieder natuurlijk of rechtspersoon bedoeld in artikel 4 mag alleen diensten verstrekken als dienstenverlener aan vennootschappen of zich als dusdanig voordoen, voor zover hij daartoe eerst werd geregistreerd bij de Algemene Directie K.M.O.-beleid van de FOD Economie.
  § 2. Een natuurlijk persoon mag alleen geregistreerd worden als hij aan de volgende voorwaarden voldoet:
  1° ingeschreven zijn in de Kruispuntbank van Ondernemingen;
  2° niet ontzet zijn uit zijn politieke en burgerlijke rechten;
  3° niet in staat van faillissement verklaard zijn geweest zonder eerherstel te hebben verkregen;
  4° geen van de volgende straffen hebben opgelopen in België of in een andere lidstaat van de Europese Unie:
  a) een criminele straf;
  b) een gevangenisstraf zonder uitstel van ten minste zes maanden voor een van de misdrijven vermeld in artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 betreffende het rechtelijk verbod aan bepaalde veroordeelden en gefailleerden om bepaalde ambten, beroepen en werkzaamheden uit te oefenen;
  c) een strafrechtelijke geldboete van minstens 2 500 euro, voor toepassing van de opdeciemen, voor inbreuk op de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten en op haar uitvoeringsbesluiten.
  § 3. Een rechtspersoon mag alleen geregistreerd worden als hij aan de volgende voorwaarden voldoet:
  1° ingeschreven zijn in de Kruispuntbank van Ondernemingen;
  2° een wettelijk bestuursorgaan hebben dat enkel samengesteld is uit personen die beantwoorden aan de voorwaarden bedoeld in § 2, 2° tot 4° ;
  3° een werkelijke leiding hebben die enkel uitgevoerd wordt door personen die beantwoorden aan de voorwaarden bedoeld in § 2, 2° tot 4° ;
  4° uiteindelijke begunstigden hebben die allen beantwoorden aan de voorwaarden bedoeld in § 2, 2° tot 4° ;
  5° zaakvoerders en bestuurders hebben die wettelijk gerechtigd zijn een beroepsactiviteit in België uit te oefenen.
  § 4. Indien de registratie gevraagd wordt voor de dienst van domiciliëring bedoeld in artikel 3, 1°, b), of 3, 1°, c), wordt de natuurlijke of rechtspersoon alleen geregistreerd als ook aangetoond wordt dat hij:
  1° over de mogelijkheid beschikt om de gedomicilieerde personen lokalen ter beschikking te stellen met een gedeelte dat de privacy verzekert en die de organen belast met de daadwerkelijke leiding, bestuur of toezicht van de gedomicilieerde persoon toelaten regelmatig te vergaderen;
  2° dat ze de lokalen rechtmatig mag gebruiken die ter beschikking worden gesteld van de gedomicilieerde persoon;
  3° met de gedomicilieerde personen een overeenkomst sluit die de voorwaarden van bezetting van de lokalen vastlegt die nodig zijn voor de werking van de gedomicilieerde persoon.
  § 5. De directeur-generaal van de Algemene Directie K.M.O.-beleid van de FOD Economie of, wanneer hij afwezig is, de ambtenaar of ambtenaren daartoe aangeduid door de minister bevoegd voor Middenstand, beslist over een aanvraag tot registratie uiterlijk binnen de zestig dagen volgend op de ontvangst van een volledig dossier. Bij ontstentenis van beslissing binnen de toegekende termijnen is de beslissing gunstig.
  Wanneer het dossier onvolledig is, brengt de Algemene Directie K.M.O.-beleid van de FOD Economie de aanvrager hiervan op de hoogte ten laatste binnen de dertig dagen na de ontvangst van de aanvraag. Zij deelt hem mee welke elementen ontbreken. De periode van zestig dagen waarbinnen de FOD Economie moet beslissen, wordt in dat geval onderbroken. Deze termijn begint opnieuw te lopen vanaf het ogenblik dat alle ontbrekende gegevens werden ontvangen.
  De Koning bepaalt de procedure voor de aanvraag tot registratie en de bewijsmodaliteiten om aan te tonen dat een persoon beantwoordt aan de voorwaarden voor registratie.

Art.7. De FOD Economie houdt een lijst bij van de geregistreerde dienstenverleners aan vennootschappen die op zijn website geraadpleegd kan worden.
  De Koning kan bijkomende maatregelen met betrekking tot de bekendmaking vastleggen.

Art.8. De dienstenverleners aan vennootschappen leven de voorwaarden van hun registratie bedoeld in artikel 6, §§ 2 tot 5, op elk moment na.
  Elke wijziging met betrekking tot de voorwaarden van registratie wordt onmiddellijk schriftelijk of elektronisch meegedeeld aan de Algemene Directie K.M.O.-beleid van de FOD Economie.

Afdeling 2. - Intrekking van de registratie
Art.9. Indien niet of niet meer voldaan is aan de bij of krachtens deze wet gestelde voorwaarden, kan de registratie ingetrokken worden door de minister bevoegd voor Middenstand of door zijn gedelegeerde.
  De intrekking van de registratie houdt het verbod in om de activiteiten van dienstenverlener aan vennootschappen uit te oefenen vanaf de dertigste dag na de betekening.
  De Koning bepaalt de nadere regels van de procedure van intrekking.

HOOFDSTUK 4. - Controle en sancties
Art.10.De ambtenaren aangeduid door de minister bevoegd voor Economie [1 ...]1, beschikken over de bevoegdheden van opsporing en vaststelling bedoeld in de artikelen XV.1 tot XV.10 en XV.32 tot XV.34 van het genoemde Wetboek om de inbreuken op deze wet op te sporen.
  [1 De opsporing en de vaststelling van de inbreuken bedoeld in deze wet, gebeuren overeenkomstig de bepalingen van boek XV, titel 1, hoofdstuk 1, van het Wetboek van economisch recht.]1
  ----------
  (1)<W 2024-02-09/19, art. 170, 002; Inwerkingtreding : 31-03-2024>

Art. 10/1. [1 § 1. De inbreuken op deze wet of haar uitvoeringsbesluiten, kunnen het voorwerp uitmaken van:
   1° de toepassing van de transactieprocedure bedoeld in artikel 11, vierde lid;
   2° een administratieve vervolging met toepassing van de procedure bedoeld in titel 1/2 van boek XV van het Wetboek van economisch recht;
   3° een strafrechtelijke vervolging.
   § 2. De vervolging gebeurt overeenkomstig titel 1/1 van boek XV van het Wetboek van economisch recht.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij W 2024-02-09/19, art. 171, 002; Inwerkingtreding : 31-03-2024>


Art. 10/2. [1 Het openbaar ministerie bezorgt aan de bevoegde ambtenaren bedoeld in artikel XV.60/4 van het Wetboek van economisch recht een kennisgeving van zijn beslissing om al dan niet strafvervolging in te stellen, of al dan niet een minnelijke schikking bedoeld in artikel 216bis van het Wetboek van strafvordering of een bemiddeling in strafzaken bedoeld in artikel 216ter van hetzelfde Wetboek voor te stellen.
   Wanneer het openbaar ministerie ervan afziet een strafvervolging in te stellen, of een minnelijke schikking bedoeld in artikel 216bis van het Wetboek van strafvordering of een bemiddeling in strafzaken bedoeld in artikel 216ter van hetzelfde Wetboek voor te stellen, of wanneer het openbaar ministerie geen beslissing heeft genomen binnen een termijn van drie maanden te rekenen van de dag van ontvangst van het proces-verbaal waarin de inbreuk werd vastgelegd, beslissen de bevoegde ambtenaren bedoeld in artikel XV.60/4 van het Wetboek van economisch recht of de procedure voor de administratieve geldboete moet worden opgestart.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij W 2024-02-09/19, art. 172, 002; Inwerkingtreding : 31-03-2024>


Art. 10/3. [1 Wanneer het openbaar ministerie ervan afziet een strafvervolging in te stellen, of een minnelijke schikking bedoeld in artikel 216bis van het Wetboek van strafvordering of een bemiddeling in strafzaken bedoeld in artikel 216ter van hetzelfde Wetboek voor te stellen, bezorgt het een afschrift van de procedurestukken van het aanvullend opsporingsonderzoek aan de bevoegde ambtenaren bedoeld in artikel XV.60/4 van het Wetboek van economisch recht.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij W 2024-02-09/19, art. 173, 002; Inwerkingtreding : 31-03-2024>


Art.11.[1 De dienstenverlener aan vennootschappen die zijn diensten verstrekt zonder geregistreerd te zijn of die geregistreerd werd maar niet meer voldoet aan de voorwaarden bedoeld in de artikelen 6 en 8 of in de uitvoeringsbesluiten ervan, wordt bestraft met hetzij een boete van 250 tot 100.000 euro, hetzij met een administratieve geldboete van 250 tot 100.000 euro.]1
  De uiteindelijke begunstigden, zaakvoerders en bestuurders van rechtspersonen, in functie bij het opleggen van de geldboete en gedurende het voorafgaande jaar, kunnen hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor de inbreuken bedoeld in het eerste lid.
  De ambtenaren [1 bedoeld in artikel 10]1 kunnen een waarschuwing richten tot de overtreder, zijn uiteindelijke begunstigden, zijn zaakvoerders en zijn bestuurders, overeenkomstig artikel XV.31 van het genoemde Wetboek [1 ...]1.
  [1 Wanneer de in artikel 10 bedoelde ambtenaren inbreuken op deze wet of haar uitvoeringsbesluiten vaststellen, kunnen de door de minister bevoegd voor Economie aangestelde ambtenaren een geldsom voorstellen waarvan de vrijwillige betaling door de overtreder de strafvordering doet vervallen, overeenkomstig artikel XV.61 van het Wetboek van economisch recht.
   Het bedrag van de transactie mag niet hoger zijn dan het maximumbedrag van de strafrechtelijke geldboete die wegens de vastgestelde inbreuk kan worden opgelegd, verhoogd met de opdeciemen.
   De betalings- en inningswijzen van deze transactie worden door de Koning vastgesteld.]1
  ----------
  (1)<W 2024-02-09/19, art. 174, 002; Inwerkingtreding : 31-03-2024>

Art. 11/1. [1 De bepalingen van titel 2, hoofdstuk 1/1, van boek XV van het Wetboek van economisch recht zijn van toepassing op de administratieve geldboetes bedoeld in deze wet.
   De opdeciemen bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de wet van 5 maart 1952 betreffende de opdeciemen op strafrechtelijke geldboeten zijn eveneens van toepassing op de administratieve geldboetes bedoeld in deze wet.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij W 2024-02-09/19, art. 175, 002; Inwerkingtreding : 31-03-2024>


Art. 11/2. [1 De artikelen XV.69, XV.71, XV.72, XV.73 en XV.74 van het Wetboek van economisch recht zijn van toepassing op de strafrechtelijke inbreuken op deze wet.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij W 2024-02-09/19, art. 176, 002; Inwerkingtreding : 31-03-2024>


HOOFDSTUK 5. - Bepaling tot wijziging van de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten
Art.12. In artikel 5, § 1, 29°, van de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten worden de woorden "wet van ... tot registratie van de aanbieders van vennootschapsrechtelijke diensten" vervangen door de woorden "wet van 29 maart 2018 tot registratie van de dienstenverleners aan vennootschappen".

HOOFDSTUK 6. - Overgangs- en slotbepalingen
Art.13. De dienstenverleners aan vennootschappen die voor de inwerkingtreding van deze wet diensten van dienstenverleners aan vennootschappen verleenden, dienen hun aanvraag tot registratie in ten laatste zes maanden na de inwerkingtreding van deze wet.
  De dienstenverlener aan vennootschappen die zijn aanvraag tot registratie heeft ingediend binnen de bovenvermelde termijn van zes maanden, mag de activiteiten blijven uitoefenen zolang het onderzoek van zijn aanvraag tot registratie loopt.

Art. 14. Deze wet treedt in werking op de door de Koning bepaalde datum en uiterlijk op de eerste dag van de vierde maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.