24 OKTOBER 2018. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot uitvoering van artikel 144 van het decreet van 13 september 2018 tot oprichting van de Algemene sturingsdienst voor de scholen en psycho-medisch-sociale centra en tot bepaling van het statuut van de zonedirecteurs en afgevaardigden voor de doelstellingenovereenkomst(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 29-10-2018 en tekstbijwerking tot 10-07-2019)
Art. 1-12
BIJLAGEN.
Art. N
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1 ° "het decreet": het decreet van 13 september 2018 tot oprichting van de Algemene sturingsdienst voor de scholen en psycho-medisch-sociale centra en tot bepaling van het statuut van de zonedirecteurs en afgevaardigden voor de doelstellingenovereenkomst;
2 ° "zonedirecteur": het lid van de Algemene sturingsdienst voor de scholen en psycho-medisch-sociale centra als bedoeld in artikel 3 van het decreet en waarvan de opdrachten bepaald zijn bij de artikelen 5 en 6 van het decreet;
3 ° "afgevaardigde voor de doelstellingenovereenkomst": het lid van de Algemene sturingsdienst voor het beheer van scholen en Psycho-medisch-sociale centra bedoeld in artikel 3 van het decreet, waarvan de opdrachten bij de artikelen 7 tot 9 van het decreet bepaald worden;
4° "examencommissie": de examencommissie (s) bedoeld in artikel 144, § 4, van het decreet;
5 ° "groeperingen van zones": de groeperingen bedoeld in artikel 144, § 2, derde lid, van het decreet.
Art.2. Het verwachte profiel van de bekwaamheden bij het toetreden tot de stage van de zonedirecteur, bedoeld in artikel 144, derde lid, van het besluit, is opgenomen in bijlage 1 bij dit besluit.
Het verwachte profiel van de bekwaamheden bij het toetreden tot de stage van de afgevaardigde voor de doelstellingenovereenkomst, bedoeld in artikel 144, derde lid, van het besluit, is opgenomen in bijlage 2 bij dit besluit.
Art.3.§ 1.Er wordt een examencommissie ingesteld, samengesteld overeenkomstig artikel 144, lid 4 van het decreet, die alle proeven met betrekking tot het bevorderingsambt van zonedirecteur beoordeelt, met inbegrip van de naleving van de voorwaarden voor de toegang en ontvankelijkheid van kandidaturen.
[1 Er wordt een examencommissie ingesteld, samengesteld overeenkomstig artikel 144, § 4 van het decreet, die alle proeven met betrekking tot het bevorderingsambt van de afgevaardigde met een doelstellingenovereenkomst beoordeelt, met inbegrip van de naleving van de voorwaarden voor de toegang en ontvankelijkheid van kandidaturen.]1
§ 2. Voor het schriftelijke gedeelte van de proef, bepalen de examencommissies waarnaar wordt verwezen in paragraaf 1, lid 1 en 2 gezamenlijk de meerkeuzevragenlijst (multiple choice) die gemeenschappelijk is voor de bevorderingsambten van zonedirecteur en afgevaardigde voor de doelstellingenovereenkomst, evenals de juiste antwoorden daarop. De examencommissie bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, bepaalt de aanvullende meerkeuzevragenlijst die specifiek is voor het bevorderingsambt van zonedirecteur en de juiste antwoorden daarop.
Voor het mondelinge gedeelte van de proef met betrekking tot het bevorderingsambt van zonedirecteur stelt de examencommissie, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, een evaluatierooster op van kandidaten voor de mondelinge proef.
[1 Voor het mondelinge gedeelte van de proef met betrekking tot het bevorderingsambt van afgevaardigde met een doelstellingenovereenkomst stelt de examencommissie bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, een evaluatierooster op van kandidaten voor de mondelinge proef.]1
§ 3. [1 De examencommissie bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, stelt haar huishoudelijk reglement vast.
Hetzelfde geldt voor de examencommissie bedoeld in paragraaf 1, tweede lid.
Elke examencommissie komt geldig bijeen als minstens de helft van haar leden aanwezig is.
De beslissingen van de examencommissies worden genomen bij de meerderheid van de aanwezige leden. Bij staking van stemmen, is de stem van de voorzitter doorslaggevend.]1
§ 4. Voor de examencommissie van de proeven met betrekking tot het bevorderingsambt van zonedirecteur kan elk werkend lid van de examencommissie, met inbegrip van de Voorzitter, vervangen worden door leden die worden aangewezen tezelfdertijd als de werkende leden.
De plaatsvervangende leden zetelen enkel in geval van verhindering van de werkende leden die degelijk met redenen omkleed moet worden wegens overmacht of enige mogelijke belangenverstrengeling, inzonderheid in de gevallen bedoeld in artikel 4. Deze rechtvaardiging wordt schriftelijk aan voorzitter en de secretaris van de examencommissie meegedeeld.
§ 5. [1 Voor de examencommissie van de proeven met betrekking tot het ambt van afgevaardigde met een doelstellingenovereenkomst kan elk werkend lid van de examencommissie, met inbegrip van de Voorzitter, vervangen worden door leden die worden aangewezen tezelfdertijd als de werkende leden.]1
De plaatsvervangende leden zetelen enkel in geval van verhindering van de werkende leden die degelijk met redenen omkleed moet worden wegens overmacht, de noodwendigheden van de dienst of enige mogelijke belangenverstrengeling, inzonderheid in de gevallen bedoeld in artikel 4. Deze rechtvaardiging wordt schriftelijk aan voorzitter en de secretaris van de examencommissie meegedeeld.
§ 6. De Regering voegt bij de examencommissies de diensten van een externe dienstverlener voor de organisatie van de proef voor de toelating tot de stage.
Iedere examencommissie laat zich bijstaan door een of meer secretarissen, aangesteld door de ambtenaar-generaal die de leiding heeft van de Algemene Administratie Onderwijs onder de ambtenaren van het Ministerie van de Franse Gemeenschap. De secretaris is inzonderheid belast met het opstellen van de proces-verbalen van de beraadslagingen en beslissingen van de examencommissie en voor het kennisgeven van de beslissingen van de examencommissie. Hij is niet stemgerechtigd.
----------
(1)<BFG 2019-05-22/24, art. 24, 002; Inwerkingtreding : 10-07-2019>
Art.4. Een examencommissielid kan niet deel nemen aan de beraadslagingen over een kandidaat waarvan hij hetzij de echtgenoot, hetzij een bloed- of aanverwant tot de vierde graad inbegrepen is.
Art.5. De leden van de examencommissie zijn gehouden tot de grootste discretie wat betreft het verloop en de inhoud van de proeven en beraadslagingen.
Art.6. Er wordt een proef georganiseerd voor de toelating tot de stage voor de betrekkingen van het bevorderingsambt zonedirecteur en voor de betrekkingen van het bevorderingsambt afgevaardigde voor de doelstellingenovereenkomst, bestaande uit een schriftelijk deel en een mondelinge deel.
De Diensten van de Regering of de dienstverlener roepen de kandidaten op voor de verschillende onderdelen van de toelatingsproef.
Het schriftelijk deel is gelijktijdig georganiseerd voor alle kandidaten voor de betrekkingen van het bevorderingsambt zonedirecteur en voor de betrekkingen van het bevorderingsambt afgevaardigde voor de doelstellingenovereenkomst, in de volgende zones:
1 ° Brussel;
2 ° Namen;
3 ° Luik;
4 ° Bergen.
Het mondelinge deel kan op verschillende tijdstippen voor elke kandidaat worden georganiseerd.
In geval van verdubbeling van de examencommissie bedoeld bij artikel 3, § 1, tweede lid, verdelen beide examencommissies de kandidaten die toegang hebben tot het mondelinge deel volgens de alfabetische volgorde van de familienaam van de kandidaten.
Art.7. De diensten van de Regering stellen de oproep(en) tot de kandidaten op voor de selectieproef voor de toelating tot de stage voor de betrekkingen van het bevorderingsambt zonedirecteur en voor de betrekkingen van het bevorderingsambt afgevaardigde voor de doelstellingenovereenkomst, waarin vermeld staan:
1° de bestemmelingen van de oproep tot kandidaturen;
2° de inhoud van het toe te kennen ambt, de vereiste bekwaamheden, alsook de selectiecriteria;
3 ° de toegangsvoorwaarden en de ogenblikken waarop aan de voorwaarden moet worden voldaan;
4 ° de in te dienen documenten en de termijn voor de mededeling ervan en de gevolgen verbonden aan de onvolledigheid van het dossier van kandidatuur of de niet-naleving van de termijnen om zich kandidaat te stellen;
5 ° de precieze voorwaarden om zich kandidaat te stellen, inzonderheid met betrekking tot de keuze van de groepering (en) van zones waarvoor de kandidaat solliciteert en de gevolgen van de niet-naleving van deze nadere regels;
6 ° de plaatsen en datum van de schriftelijke proeven.
7 ° de regels en nadere regels betreffende het verloop van de selectieproef;
8 ° de nadere regels voor de kennisgeving van de ontvankelijkheid van de kandidaatstelling en de bevestiging van de inschrijving voor de schriftelijke proef en van de plaats waar deze plaats vindt voor de betrokken kandidaat;
9 ° de nadere regels voor de mededeling tussen de diensten van de Regering en de kandidaten; de Diensten van de Regering kunnen het exclusief gebruik van een specifiek elektronisch middel opleggen.
De oproep of de oproepen tot kandidaten wordt(worden) in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt en op de Website enseignement.be .
Art.8. § 1. Overeenkomstig artikel 144, § 3, vierde lid, van het decreet, neemt het schriftelijke deel de vorm in van een meerkeuzevragenlijst met theorievragen en vragen van situationeel oordeel. Een gezamenlijke vragenlijst is gepland voor de bevorderingsambten van zonedirecteur en afgevaardigde voor de doelstellingenovereenkomst. Een aanvullende vragenlijst wordt aan de kandidaten voor het bevorderingsambt van zonedirecteur gegeven.
Dit deel van de proef is bedoeld om te beoordelen:
1 ° voor kandidaten voor het ambt van zonedirecteur:
(a) de specifieke bekwaamheden die vereist zijn om het ambt te kunnen beginnen uit te oefenen als vermeld in bijlage 1, lid 1, onder a, b, c en d);
(b) de technische vaardigheden die vereist zijn om het ambt te kunnen beginnen uit te oefenen als vermeld in bijlage 1, punt 2, onder a) en c);
(c) de generieke competentie "opdrachtbeheer".
2 ° voor de kandidaten voor het ambt van afgevaardigde voor de doelstellingenovereenkomst:
(a) de specifieke bekwaamheden die vereist zijn om het ambt te kunnen beginnen uit te oefenen zoals vermeld in bijlage 2 (1) a, b, c, d);
(b) de technische vaardigheden die vereist zijn om het ambt te kunnen beginnen uit te oefenen zoals vermeld in bijlage 2, punt 2, onder a) en c);
(c) de generieke competentie "opdrachtbeheer".
§ 2. Overeenkomstig artikel 144, § 3, vijfde lid, zijn de evaluatiecriteria voor dit deel van de proef:
1 ° het vermogen om theoretische vragen te beantwoorden over elk van de specifieke competenties gedefinieerd in het competentieprofiel dat wordt verwacht bij het toetreden tot de stage van de zonedirecteur of de afgevaardigde voor de doelstellingenovereenkomst;
2 ° het vermogen om vragen van situationeel oordeel te beantwoorden die de basisvaardigheden aantonen in systemische analyse, enerzijds, en in het beheer van opdrachten, anderzijds.
Met uitzondering van de specifieke competentie a) en de generieke competentie "opdrachtbeheer", die op 20worden beoordeeld, wordt elk van de beoordeelde andere competenties beoordeeld via een cijfer op 10.
Het eindcijfer van de schriftelijke proef wordt teruggebracht tot een totaal van 50 punten. De toegewezen puntenwaardering stopt op de tweede decimaal.
§ 3. Kandidaten voor de schriftelijke proef mogen tijdens de duur van voornoemd onderzoek niet over documenten beschikken, noch gebruik maken van een telefoon, een computer, een tablet of enig ander aangesloten of ermee gelijkgesteld instrument. . Tijdens de duur van genoemde proef worden geen notities toegestaan.
Elke vorm van bedrog houdt de onmiddellijke uitsluiting in van de kandidaat van de plaats waar de proef wordt gehouden en de afwijzing van zijn aanvraag.
De vakbondsafgevaardigden mogen, als exclusieve waarnemer, de proef bedoeld bij dit artikel bijwonen. De laatstgenoemden zijn tot de uiterste discretie gebonden over het verloop van de schriftelijke proef.
De ambtenaar-generaal die de leiding heeft van de Algemene Administratie Leerplichtonderwijs, benoemt ambtenaren van het Ministerie van de Franse Gemeenschap om de regelmatigheid van de operaties te verzekeren en de schriftelijke proef te controleren.
Art.9. § 1. Het mondelinge gedeelte van de proef bestaat uit een interview vóór een van de examencommissies.
Kandidaten voor beide bevorderingsambten stellen zich voor aan elk van de bevoegde examencommissies om het mondeling gedeelte af te leggen dat specifiek is voor elk bevorderingsambt.
§ 2. Het mondelinge gedeelte heeft uitsluitend betrekking op de technische bekwaamheid inzake mondelinge communicatie en de generieke en gedragscompetenties "informatiebeheer", "beheer van de medewerkers", "beheer van de relaties", "beheer van het persoonlijk functioneren" van het profiel van de te verwachten bekwaamheden bij het toetreden tot de stage van de zonedirecteur opgenomen in bijlage 1 of van de afgevaardigde voor de doelstellingenovereenkomst opgenomen in bijlage 2.
Met uitzondering van de competentie 'management van werknemers', die is beoordeeld op 10 en de competentie 'beheer van zijn optreden", die wordt beoordeeld op 30, worden de andere competenties beoordeeld op 20.
Het eindcijfer van de mondelinge proef wordt teruggebracht tot een totaal van 50 punten. De toegewezen puntenwaardering stopt op de tweede decimaal.
§ 3. Kandidaten voor het mondelinge examen mogen tijdens de duur van het onderzoek geen toegang hebben tot documenten of hun telefoon, computer, tablet of enig ander aangesloten of gelijkgesteld apparaat gebruiken. Ze kunnen alleen de computer of documenten gebruiken die door de jury ter beschikking worden gesteld in het kader van de proef.
Elke vorm van bedrog heeft de onmiddellijke uitzetting van de kandidaat tot gevolg van de plaats waar de proef wordt gehouden en de afwijzing van zijn aanvraag.
De kandidaat mag tijdens de proef aantekeningen maken. De kandidaat geeft zijn aantekeningen aan de examencommissie aan het einde van het interview.
Vakbondsvertegenwoordigers kunnen, als exclusieve waarnemer, de proef bijwonen bedoeld in dit artikel. Zij zijn tot de uiterste discretie gebonden met betrekking tot het verloop en de inhoud van de mondelinge proef.
De voorzitter van de examencommissie zorgt voor de regelmatigheid van de operaties en zorgt voor het toezicht op de examensessies van de mondelinge proef.
Art.10. Overeenkomstig artikel 144, § 3, lid 10, van het decreet, aan het einde van de twee delen van de proef voor toelating tot stage fase in de betrekkingen van het bevorderingsambt van zonedirecteur, bepaalt de examencommissie, bedoeld in artikel 3, § 1, lid 1, een enige algemene rangschikking voor het ambt van zonedirecteur, die vervolgens wordt gebruikt door zones te groeperen op basis van de keuze die de kandidaten in hun kandidaatstelling hebben gemaakt.
Overeenkomstig artikel 144, § 3, lid 10, van het decreet, aan het einde van de twee delen van de proef voor toelating tot stage fase in de betrekkingen van het bevorderingsambt van afgevaardigde voor de doelstellingenovereenkomst, bepaalt de examencommissie, bedoeld in artikel 3, § 1, lid 2, een enige algemene rangschikking voor het ambt van zonedirecteur, die vervolgens wordt gebruikt door zones te groeperen op basis van de keuze die de kandidaten in hun kandidaatstelling hebben gemaakt.
Om deze rangschikking vast te stellen, wordt rekening gehouden met de puntenwaardering die door de kandidaten tot op de tweede decimaal hebben behaald.
Art.11. Dit besluit treedt in werking op 1 november 2018.
Art.12. De Minister bevoegd voor het Leerplichtonderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGEN.
Art. N.
(NOTA : geen Nederlandse versie, zie Franse versie)